Meestal word memory aangeraden voor kinderen vanaf 3 jaar. Sommige kinderen zullen er echter eerder klaar voor zijn en voor andere kinderen zal memory op deze leeftijd nog te moeilijk zijn. Een memory met niet teveel paren is wel aan te raden. Sommige kinderen vinden het moeilijk zich zo lang te concentreren.
Memory is naast een spel ook goed voor de ontwikkeling van een kind. Het kan gebruikt worden om het concentratie en het geheugen van je peuter of kleuter te stimuleren. Om met een memoryspel een kind taal te leren, vooral het leren van (nieuwe) woorden, kan je de volgende dingen doen: De plaatjes benoemen.
Het spel memory bijvoorbeeld stimuleert het geheugen en de concentratie van het kind. Het geheugen kun je versterken en/of stimuleren door hier regelmatig mee te oefenen. Dit kun je spelenderwijs op verschillende manieren doen door bijvoorbeeld memory. Concentreren is iets wat veel kinderen nog lastig vinden.
6-9 jaar. Op deze leeftijd zijn veel kinderen dol op voetbal, fietsen, skaten, verstoppertje spelen et cetera. Ze willen vooral motorische grenzen verleggen.
Spelen helpt je baby bij het ontwikkelen van de fijne motoriek en de oog-handcoördinatie. Vanaf drie maanden gaat je baby naar speelgoed grijpen. Goed speelgoed is dan bijvoorbeeld een mobiel, muziekdoosje en stoffen ballen. Vanaf vier tot zes maanden is speelgoed met geluid geschikt, zoals een rammelaar.
en van oorzaak en gevolg (waar blijft de roltrap als hij wegglijdt?) Vaak legt een kleuter verbanden die niet kloppen. Het hoogtepunt van deze magische periode ligt tussen vier en vijf jaar. Pas als kinderen zes à zeven jaar zijn, kunnen ze het verschil beter maken tussen werkelijkheid en fantasie.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
Niet te verwaarlozen is volgens de professor de motivatie: kinderen denken dat ze een goede kans hebben bij memory® te winnen en zetten alles op alles om het spel te winnen. Volwassenen zijn er vaak niet met hun volle gedachte bij – misschien omdat ze denken hoe dan ook geen kans tegen hun kinderen te hebben.
Leg alle kaartjes op de kop op de tafel en schud ze goed door elkaar. Om de beurt mag je twee kaartjes omdraaien. Als de kaartjes bij elkaar horen dan mag je de twee kaartjes pakken. Als de kaartjes niet bij elkaar horen dan draai je de kaartjes weer om en is de andere speler aan de beurt.
Er wordt gespeeld door twee spelers. Er wordt gespeeld met 32 paren die bij aanvang in een vierkant van acht bij acht kaarten worden neergelegd. Wanneer beide spelers aan het einde van het spel 16 paren hebben, dan wint de speler die het laatste paar heeft opgeraapt.
Op welke leeftijd geef je je kind een pop? Je kunt je kind al vrij vroeg een pop geven. Van (heel) jongs af aan kan een kind er iets mee of van leren. Vanaf een jaar of 3 is een échte pop, die menselijke trekjes en functies heeft, erg geschikt.
De meeste kinderen starten met het herkennen en benoemen van kleuren als ze twee, drie jaar zijn. Aan het begin van groep 1 kennen de meeste kinderen de primaire kleuren rood, geel en blauw. Veel kleuters hebben ook al een lievelingskleur. Bij kleine meisjes is dat vaak roze.
Waarom vragen peuters waarom? Met deze soort vragen brengen kinderen hun gedachten onder woorden. Ook oefenen ze met het stellen van vragen en stillen ze hun honger naar nieuwe kennis. Nieuwsgierig als ze zijn, willen ze het liefst alles weten.
Motorische ontwikkeling
Een 3-jarig kind kan goed alternerend traplopen. Alternerend wil zeggen dat hij links en rechts afwisselt bij het traplopen. Hij kan op één been zijn evenwicht goed bewaren en hij kan enkele sprongen hinkelen. Ook kan hij met zijn beide voeten tegen elkaar een paar sprongen maken.
Schoolkind. Een schoolkind is een kind dat (basis)onderwijs geniet. In Nederland zit een schoolkind in groep drie tot en met acht van de basisschool. In Vlaanderen volgt het kind het eerste tot het zesde leerjaar van de lagere school.
4. Sociaal-emotionele ontwikkeling. De afgelopen jaren ging je kind steeds meer nadenken over zichzelf, wat hij wel en niet kan, hoe hij eruitziet, hoe hij zich voelt, wat hij wil. Achtjarigen gaan zichzelf vergelijken met andere kinderen; ik kan niet zo hoog springen als hij, maar ik kan wel beter voetballen.
Cognitieve ontwikkeling
Tussen 6 jaar en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling, omdat hij concreet leert denken. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij voor zich kunnen zien. kan getallen herkennen en schrijven en heeft begrip voor 'erbij' en 'eraf'.
Speelgoed voor kinderen van 8 tot 10 jaar
Sommige kinderen zijn uren zoet met knutselen en tekenen. Andere kinderen spelen graag uren buiten, weer anderen spelen graag op de computer en weer anderen bouwen hele constructies met LEGO of KAPLA. Echte hobby's ontstaan vaak rond deze leeftijd.
Een kindje van 2 jaar kan motorisch al best veel. Hij kan nu goed lopen, zowel vooruit als achteruit. Ook kan hij nu rennen en tijdens het rennen kan hij van richting veranderen. Hij kan op zijn teentjes lopen, gaat steeds beter springen en klimmen en hij kan even op één beentje staan.