Brood eten vanaf 6 maanden
Geef je baby tarwe- of bruinbrood zonder zaden of pitten. Je mag ook een losse korst geven. Hier kan hij op sabbelen en bijten. Vanaf 7 maanden geef je ook stukjes brood met korst.
Vezels zijn heel goed voor de spijsvertering, maar de darmen van je kind zijn nog niet veel gewend. Wacht daarom nog even met volkorenbrood en kies eerst voor lichtbruin brood zonder zaden of pitten. Vanaf acht maanden kun je wel volkorenbrood geven.
Start met kleine hapjes
Denk hierbij aan wat geprakte groente, fruit of wat kleine stukjes broodkorst. Vanaf 7 maanden kan je oefenen met het leren kauwen en kan je brood mét korst aanbieden.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Geef kleine stukjes (denk postzegelformaat) zonder korst. Eventueel kun je het brood in wat moedermelk, opvolgmelk of slappe thee dopen, zodat je baby het makkelijker kan opeten. Stop het stukje brood in de zijkant van zijn mond, bij zijn wang.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Vanaf 9 tot 12 maanden. Ontbijt: borstvoeding of opvolgmelk en ½ à 1 sneetje bruin brood met margarine en beleg, of granenpap van 150-200 ml borstvoeding/opvolgmelk.
Het wordt aangeraden om altijd wat zachte margarine of boter op het brood van je baby te smeren. In boter en margarine zitten een aantal goede vetten die belangrijk zijn voor de groei en ontwikkeling van je kind en het bevat vitamine A, D en E.
Ook voor jonge kinderen is een kleine hoeveelheid elke dag prima. Denk aan 100% pindakaas of 100% notenpasta zonder zout of suiker.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden. 100 – 110 ml / kg / dag tussen 8 en 12 maanden.
De volgende producten zijn geschikt voor je kindje van 5 maanden: Zacht, zoet fruit zoals avocado, mango, banaan, perzik, peer of abrikoos. Groente die je makkelijk kan prakken, zoals bloemkool, wortels, courgette, bruine bonen, broccoli, pompoen en erwten. Een paar lepeltjes ongezoete pap.
Baby's van 4 à 6 maanden drinken gemiddeld nog 5 à 7 flessen. Gaat de eerste vaste voeding goed, dan kan je de tweede vaste voeding starten. In het begin geef je er nadien ook nog wat melkvoeding bij. De hoeveelheid van een volledige fruitpap en groentepap is ongeveer 150g à 200g.
Mijn baby valt direct na de voeding in slaap
Dat is niet erg, hij heeft zijn slaap hard nodig. Dat boertje komt er waarschijnlijk tijdens het slapen wel uit.
Kinderen worden geboren met een kokhalsreflex (ook wel wurgreflex genoemd). Dit reflex is een verdedigingsmechanisme. Het beschermt de keel(holte) van je kleintje namelijk tegen eten en vreemde voorwerpen die niet doorgeslikt mogen worden.
Waarom geen water? Baby's hebben, tot ze 6 maanden zijn, naast borstvoeding geen ander drinken nodig. Geef je je kind wel water, dan is de kans groot dat het daardoor minder moedermelk drinkt. Jouw melk zit vol met voedingsstoffen die je baby nodig heeft.
Over het algemeen wordt 150 ml/cc per dag per kg lichaamsgewicht als richtlijn gehanteerd1. Weegt je baby bijvoorbeeld 5,5 kg, dan drinkt je kleintje 5,5 x 150 ml = 825 ml op een dag. 825 ml / 5 = 165 ml per voeding. Dit is een richtlijn.
Als je baby tussen de 4 en 6 maanden is, kun je beginnen met het geven van een paar kleine eerste hapjes: de oefenhapjes. Deze oefenhapjes komen nog niet in de plaats van borstvoeding of flesvoeding. Je kunt bijna alle gezonde producten geven, zoals groente, fruit, aardappelen, vis en pap.
Het is heel zoet, maar wel een natuurproduct. Tot 1 jaar mag een kind geen honing. Appelstroop bevat vaak beetwortelsap of suikerbietenstroop, een suikervariant. Er zijn in de supermarkt ook varianten zonder toegevoegde suiker: AH Biologisch appelstroop en Zonnatura Zonnestroop met peer en appel.
* Een te vezelrijke voeding bij jonge kinderen kan aanleiding geven tot een vertraagde groei en ontwikkeling. * Door te veel voedingsvezels worden bepaalde mineralen (ijzer) minder goed opgenomen. * Volkorenbrood is moeilijk te kauwen voor je baby. Hij heeft nog niet genoeg tandjes.
Een baby van 6 maanden mag dingen eten zoals:
Pasta, rijst, brood, en aardappel. Goed gekookte of gebakken vette vis als zalm, of vlees en kip, zolang het goed doorbakken of gekookt is. Thee en water. Je kindje mag lauwwarme thee drinken, zonder suiker, bijvoorbeeld kamille thee, muntthee of jasmijnthee.