Dit uiterlijk, alle laagjes horizonten op elkaar, noemen we een bodemprofiel. Bodemprofielen zijn vaak heel oud, doordat het erg lang duurt om een horizont te vormen. De bodem in Nederland is ongeveer 10.000 tot 15.000 jaar oud. Dit klinkt heel oud, maar is eigenlijk nog best jong in vergelijking tot andere bodems.
In Nederland liggen allerlei afzettingen aan het oppervlak, zoals zand, klei of veen. Als regen, zonneschijn, vorst, plantenwortels, gravende organismen en chemische processen langdurig op de afzetting inwerken, verandert de toplaag. Geleidelijk ontwikkelt zich een bodem.
Honderd meter door ijs omhoog gestuwde grond, die bestaat uit leem, zand, klei en grind. Als je naar de grondlagen in een stuwwal kijkt, kun je duidelijk zien dat ze door het ijs met grote krachten in elkaar zijn geperst. En zo zijn de hoge heuvels in het midden van Nederland ontstaan.
Toen de zeespiegel rond 6.500 jaar geleden zijn maximum bereikte, werd in het westen en noordwesten van Nederland klei afgezet op het basisveen. Langs vrijwel de gehele Nederlandse kust ontstond tussen 6.000 en 4.000 jaar geleden van een aaneengesloten gordel van strandwallen.
Het tegenwoordige Nederlandse landschap is grotendeels gevormd in de laatste 150.000 jaar: de laatste twee ijstijden uit het Pleistoceen en het Holoceen, het huidige geologische tijdvak. Ruim 2/3 van het oppervlak wordt gevormd door Holocene afzettingen.
Waar lag Nederland op de wereldbol? Nederland lag vrijwel op de evenaar, aan de oostkant van het zich vormende Pangeacontinent, ongeveer ter hoogte van waar nu Congo ligt. Het schoof langzaam naar het noorden.
Als we héél ver teruggaan in de tijd (600 miljoen jaar geleden), lag Nederland op het zuidelijk halfrond. Er was toen een vrij warm klimaat. 300 Page 2 miljoen jaar later kwam Nederland door de verschuiving van continenten op het noordelijk halfrond te liggen rond de evenaar. Toen heerste er dus een tropisch klimaat.
Dit uiterlijk, alle laagjes horizonten op elkaar, noemen we een bodemprofiel. Bodemprofielen zijn vaak heel oud, doordat het erg lang duurt om een horizont te vormen. De bodem in Nederland is ongeveer 10.000 tot 15.000 jaar oud.
Wereldwijd, maar juist in Nederland
De bodemdegradatie is een mondiaal probleem, maar ook in Nederland is het probleem onzichtbaar maar nijpend. Ooit was de Flevopolder, land gewonnen van de zee, de vruchtbaarste grond van Europa.
Het oudste gesteente dat in Nederland is aangeboord ligt op een diepte van 2920 meter in de Noordzee, ten westen van Hoek van Holland, en stamt uit het Siluur, de periode tussen 443 en 417 miljoen jaar geleden.
Net boven Amsterdam ligt een uniek stukje Nederland: Laag Holland. Deze regio dankt haar naam aan de ligging onder zeeniveau, tot zelfs 6 meter onder zeeniveau bij Etersheim, net ten noorden van Edam. Je vindt hier een idyllisch landschap met molens, groene houten huisjes, weilanden en water.
Nederland kan je verdelen in twee gebieden: Hoog Nederland en Laag Nederland. En bij Hoog Nederland denk je misschien aan bergen en zo, maar op een paar heuvels na is Hoog Nederland behoorlijk vlak. Wat wel heel typerend is voor Hoog Nederland is heidelandschap. En bij heide horen natuurlijk schapen.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
In de Franse tijd wordt de oude Republiek der Nederlanden omgevormd tot een moderne eenheidsstaat. Deze krijgt de naam Bataafse Republiek (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland.
Nederland is al 250.000 jaar geleden ontdekt, maar niet door één ontdekkingsreiziger. Het is ontdekt door verre voorouders van de mens, vroege Neanderthalers. Zij trokken in kleine groepjes Nederland binnen. Ze woonden niet op één plek, want ze moesten jagen en eten verzamelen om te overleven.
Nederland is, op wat heuvels in Zuid-Limburg na, zo plat als een dubbeltje. De oorzaak hiervan is dat wij een sedimentatiebekken zijn, het zogenaamde Noordzeebekken. Een bekken is de geologische benaming voor een diep en langzaam wegzinkend stuk aardkorst.
De polders zijn één van de meest vruchtbare streken van het land. Het zijn eigenlijk afzettingen van zand en klei. De oppervlaktelaag bestaat bijna grotendeels uit zware kleigrond en wordt soms doorkruist door een zandrug. De poldergronden zijn vanaf de middeleeuwen gewonnen op de zee die ze tot dan steeds overspoelde.
Leem en klei zijn fijner dan zand. Ze houden het water en de voedingsstoffen beter vast. Ze zijn dus van nature vruchtbaarder dan zandgronden en kunnen in een droogteperiode de planten langer van water voorzien. Je moet dus minder snel gieten.
Het zand op een zandverstuiving is door een snijdende noordenwind aangevoerd in een tijd dat Nederland in een poolwoestijn lag. De Holterberg, maar ook de veel bekendere stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug zijn opgeduwd door enorme gletsjers die ooit tot het midden van Nederland reikten.
Löss is in Nederland alleen in Zuid-Limburg te vinden. Het is ontstaan doordat in de ijstijd het zand met de wind uit de drooggevallen Noordzee en de beddingen van de rivieren werd meegevoerd en werd afgezet in de luwte van heuvelruggen en gebergten en op de rivierterrassen.
En dan gaat het om verzakking in die toch al zo diepe polder. Met 6,76 meter onder NAP is de Zuidplaspolder namelijk de laagstgelegen polder van Nederland. En met oog op de voorspelde toename van clusterregens en de stijgende zeespiegel is het de vraag of bouwen in zo'n polder een slim idee is.
Löss is heel fijn zand dat gemakkelijk door de wind kon worden weggeblazen. Niet zomaar zand, maar het fijnste zand dat er bestaat. Dat kon het verste vanuit het noorden worden meegenomen, tot in Zuid-Limburg. Löss is erg vruchtbaar en dus geschikt voor akkerbouw en fruitteelt.
1810-1848 Koninkrijk der Nederlanden
Nederland werd toen een koninkrijk, tot 1831 samen met België. Het koninkrijk werd geregeerd door een absoluut heersende koning. Een revolutionaire grondwetsherziening in 1848 maakte van Nederland een constitutionele monarchie, wat het land nog steeds is.
Over 300 jaar gekeken is de gemiddelde zomertemperatuur 16,2 °C. Met gemiddeld 17 °C nu is de zomer 0,8 °C warmer geworden. Het gemiddelde in de herfst varieert van een minimum van 9,4 °C in de periode 1891-1920 tot 10,6 °C in de periode 1981-2010. Over 300 jaar gekeken is de gemiddelde herfsttemperatuur 9,8 °C.