De zenuwen worden geprikkeld en geven een signaal af. Als de pijn zich ontwikkeld tot chronische pijn, dan verdwijnt de signaalfunctie en kan de zenuw continu pijnsignalen afgeven of is deze gevoeliger geworden. Als de zenuw gevoeliger is geworden (dus sneller reageert op prikkels), spreken we van sensitisatie.
Bij hevige of langdurige pijn is er soms een neiging om veel minder te gaan bewegen. Wij horen vaak in de praktijk dat mensen de angst hebben om hun lichaam verder te beschadigen. Maar één van de beste manieren om sensitisatie te verminderen is bewegen. Ook is bewegen goed om het lichaam gezond te houden.
Dat kan komen doordat de pijn (nociceptie) tijdens de acute fase zeer ernstig of langdurig was. Verder kunnen ook gedragsmatige en/of psychologische factoren een rol spelen. Denk hierbij aan angst, depressie of negatieve associatie van eerder ervaringen van pijn.
Perifere sensitisatie: direct na het trauma is er weefsel beschadiging waarbij de vrijkomende stoffen de perifere nocisensoren sensitiseren. De verhoogde pijngevoeligheid die hier het gevolg van is heeft een beschermde functie.
De fysiotherapeut helpt u om rustig in beweging te komen én te blijven. In veel gevallen zal de arts ook een pijnstiller voorschrijven. Omdat paracetamol vaak goed werkt, is dat de eerste keus. Vermindert paracetamol de pijn onvoldoende, dan krijgt u een sterkere pijnstiller.
Uit een Amerikaans onderzoek zijn aanwijzingen naar voren gekomen dat een bepaald gebied in de hersenen betrokken is bij pijnbeleving en mogelijk pijn zelfs kan uitschakelen. Het gaat om de amygdala, een structuur die onder andere bekend staat om het reguleren van angst en angstreacties.
Als de pijn zich ontwikkeld tot chronische pijn, dan verdwijnt de signaalfunctie en kan de zenuw continu pijnsignalen afgeven of is deze gevoeliger geworden. Als de zenuw gevoeliger is geworden (dus sneller reageert op prikkels), spreken we van sensitisatie.
Nociceptieve pijn ontstaat door schade aan weefsel, bijvoorbeeld bij een wond of ontsteking. Deze pijn noemen we ook wel weefselpijn. Bij schade aan het weefsel komen er stoffen vrij die kleine nociceptoren (pijnzenuwvezels) prikkelen. Deze pijnzenuwvezels geven een sein aan de hersenen waardoor we pijn ervaren.
Als je een pijnprikkel voelt, voel je deze met de sensorische zenuwen. Deze sturen dan een signalen door naar de hersenen. De hersenen sturen dan signalen terug naar de spieren om te bewegen (bijvoorbeeld je hand wegtrekken van een kokende waterketel). Pijn begint dus bij de zenuwen.
Bij zenuwpijn helpen pijnstillers vaak minder goed. Andere medicijnen helpen wat beter tegen de pijn. Bewegen is goed, ook bij pijn. Wordt de pijn erger, stop dan.
Als de poort van een onschadelijke prikkel open gaat, dan gaat de poort van de pijnlijke prikkel dicht, zodat deze niet meer naar de hersenen gaat en de pijn niet gevoeld wordt. Daarom heet dit ook wel de poorttheorie.
Nociplastische pijn is pijn die ontstaat door overgevoeligheid van gevarensensoren in je lichaam. Waar normaal gesproken een niet-pijnlijke prikkel als druk of warmte wordt waargenomen, wordt deze nu als pijnlijk ervaren. Er is hierbij geen sprake van schade of dreigende schade.
Angst en pijn: beide zijn waarschuwingssystemen
Angst en pijn zijn allebei waarschuwingssystemen van ons lichaam. Deze onbewuste systemen proberen ons de hele dag te waarschuwen voor bepaalde zaken. De systemen hebben het echter niet altijd bij het juiste eind en zijn vaak juist té beschermend.
Sensitisatie pijn voelt vaak zeurend, doffer en diffuser, ook al zijn hierin verschillen per persoon. Psychologische (persoonlijke eigenschappen) en sociale factoren (omgeving, gebeurtenissen) spelen altijd een rol bij pijn, bij iedereen.
Bij neuropathische pijn (ook wel zenuwpijn of neuralgie genoemd) gaat het specifiek over pijn als gevolg van een beschadiging in het zenuwstelsel, hierdoor ontstaan pijnprikkels die geen functie hebben. Het kan ontstaan door beschadiging van één zenuw, van een bundel zenuwen, van het ruggenmerg of van de hersenen.
Nociceptie of pijnzin is het vermogen van een organisme om weefselbeschadiging of dreigende weefselbeschadiging waar te nemen. Het woord nociceptie komt van het latijnse woord nocere (schaden, kwetsen). Waarnemen met dit zintuig heet pijn voelen.
Neuropatische pijn wordt altijd veroorzaakt door een beschadiging van een zenuw. Dit kan een enkele zenuw zijn, maar ook meerdere zenuwen. Of de pijn komt vanuit de hersenen of het ruggenmerg. Daarnaast kan een zenuw beklemd raken of door een infectie een pijnlijke sensatie geven.
Langdurige pijn kan overgaan, of sterk verbeteren, maar dit zal per persoon verschillend zijn. Het belangrijkste om te weten is dat langdurige pijn vaak in stand wordt gehouden door diverse factoren.
Pijn door weefselschade (nociceptieve pijn): bijvoorbeeld door een schaafwond of een verzwikte enkel. Zenuwpijn (neuropatische pijn): bijvoorbeeld door een beschadigde zenuw na een diepe snijwond of zenuwschade door suikerziekte. Orgaanpijn (viscerale pijn): bijvoorbeeld door een blindedarmontsteking.
We spreken over chronische pijn wanneer er pijn blijft bestaan na het herstel van de oorspronkelijk weefselschade. De oorzaak van de pijn (bijvoorbeeld de wond) is verdwenen maar de nocireceptoren geven nog steeds signalen door. Er geen fysieke schade meer zichtbaar maar je voelt nog steeds pijn alsof er nog schade is.
Je leest het goed, het is ons brein dat beslist of er pijn is. Als je een wondje hebt aan je vinger, dan komt die gevaarboodschap continu aan, ook in je brein, maar dan kan mijn brein beslissen dat het niet belangrijk is om dat dan te voelen.
Negeren of afleiden werkt soms wel op de korte termijn, maar niet op de lange termijn! Wanneer we de pijn welbewust opmerken, bemerken we een zekere vloeibaarheid, alsof er beweeglijkheid, misschien zelfs 'kleur', in zit. Als ze zo haar onveranderlijke karakter wat verliest, kan ze minder overheersend worden.
Adem bewust en goed in en uit. Je erkent je emoties, staat er even bij stil en geeft ze 'meer lucht'. Ze worden dan minder heftig en zijn beter 'in de hand' te houden. 'Even diep zuchten' is dus nog niet zo gek om je emoties te reguleren.