[idioom] Elkaar in de haren vliegen. Gaan vechten. Soms letterlijk, soms met woorden.
In de zegswijze 'het schip is met man en muis vergaan', d.w.z. met alles vergaan, alle manschappen zijn vergaan en er is geen muis (alliteratie!) aan ontkomen.
Het voor z'n kiezen krijgen – men krijgt het zwaar te verduren. Die de minste tanden hebben, kauwen het meest – de domste mensen voeren gewoonlijk het hoogste woord. Op zijn tandvlees lopen – Uitgeput zijn of er haveloos bijlopen.
d.w.z. zich inhouden, vooral van gramschap en woede, maar ook, evenals in Zuid-Nederland, zijn lachlust bedwingen. Ook zegt men hiervoor op zijne tanden bijten (van gramschap; zie Trou m. Bl.
Eieren voor zijn geld kiezen betekent dat je met minder genoegen moet nemen dan waar je eigenlijk op uit was.
De uitdrukking betekent: als het erop aankomt.
Waarschijnlijk is puntje een verbastering van putje. In het Middelnederlands bestond de uitdrukking put ende pael om letterlijk de grens van iemands terrein aan te geven: gemarkeerd met kuilen of greppels en grenspalen. Nu gebruiken we de uitdrukking alleen nog in figuurlijke zin.
Dit spreekwoord wil zeggen dat iemand die een karwei niet hoeft te doen en alleen maar toekijkt, vaak wel beter dan de uitvoerder(s) denkt te weten hoe het moet worden aangepakt.
Een dubbeltje op z'n kant is een uitdrukking die aangeeft dat iets maar net goed is gegaan. Als je al dan niet met veel geluk een krappe voldoende op een toets haalt en daardoor nét je diploma behaalt, was dat een dubbeltje op zijn kant.
Spreekwoorden: (1914) Zich de kaas niet van het brood laten eten, d.w.z. zich goed kunnen verdedigen, geen stumperd zijn, haar op de tanden nemen, zich het gras niet van onder de voeten laten maaien; zijn pottagie niet laten nemen, zooals vroeger ook gezegd werd1).
Dit gezegde bedoelt dat alles geld of moeite kost, behalve als het van de zon komt. De zon krijgen we elke dag voor niets, maar voor onze (nieuwe) omzet zullen we moeite moeten doen.
buigen of barsten = Het is buigen of barsten. Je moet kiezen tussen meegeven of kapotgaan.
bijv. naamw. (ruimschoots) `Je hebt het dubbel en dwars verdiend!` voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten (=tegen minimale kosten maximaal voordeel verlangen.)
Als je bijvoorbeeld zonder blikken of blozen onwaarheden vertelt, doe je dat onbeschaamd, zonder iets van gêne of aarzeling te laten zien. In de zeventiende eeuw was de uitdrukking iets anders, namelijk zonder bleken of blozen. Bedoeld is eigenlijk 'zonder bleek te worden (bleken) en zonder rood te worden (blozen)'.
Spreekwoorden: (1914) Iets in (al zijne) geuren en kleuren vertellen, d.w.z. iets zeer uitvoerig vertellen, met vermelding van alle bijzonderheden; fr. en dire de toutes (les) couleurs sur qqch.
'Het is in kannen en kruiken' betekent: 'het is in orde', 'het is geregeld', 'het is voor elkaar'. Letterlijk wilde deze uitdrukking zeggen: alle vloeistof (dus alle olie, wijn, melk, enz.) is in kannen en kruiken geschonken.
Heg noch steg weten betekent 'ergens helemaal niet de weg weten', 'ergens onbekend zijn', en ook wel 'ergens niets van afweten'. De uitdrukking kwam al voor in de Middeleeuwen, maar dan in de vorm weg noch steg.
De uitdrukking kind noch kraai hebben betekent dat je geen kinderen en naaste bloedverwanten hebt. Dan sta je dus helemaal alleen op de wereld. In de middeleeuwen zeiden ze kint no craet. Daarin betekende het woord craet 'gekraai', een afleiding van het werkwoord kraaien.
Het is net water en vuur: Het zijn mensen die elkaar helemaal niet begrijpen; die alleen maar de grootste ruzie hebben. Vuur in de ene hand dragen en water in de andere: voor het oog schoon zijn; maar vals achter de rug, dubbelhartig zijn.
Spreekwoorden: (1914) Hoog en droog, vooral in verbinding met het ww. zitten, d.i. ergens veilig, goed zitten (Waasch Idiot.
Men moet geen slapende honden wakker maken = Spreekwoorden: (1914) Men moet geen slapende honden wakker maken,d.w.z. een sluw (of oneerlijk) Mensch moet Men niet waarschuwen; Men moet geen moeilijkheden, die Men mijden kan, veroorzaken.
'Het is lood om oud ijzer' wordt gezegd om uit te drukken dat twee zaken weinig van elkaar verschillen: ze zijn allebei even goed of slecht. Het betekent dus iets als 'het komt allemaal op hetzelfde neer'.
Wie meelacht met anderen, zonder zelf een reden tot lachen te hebben, lacht als een boer met kiespijn, vaak met een wat zuur gezicht.