Schedelvervorming of plagiocefalie ontstaat meestal als gevolg van langdurige eenzijdige compressie van de schedel voor, tijdens of na de geboorte. 1 , 2 De belangrijkste oorzaak lijkt te zijn dat het kind te veel in dezelfde houding ligt.
Het is vaak het meest merkbaar tijdens de eerste paar maanden van het leven en bereikt meestal een piek tussen 6 weken en 3 maanden . Plagiocefalie verbetert meestal zodra baby's sterker worden en spiervolwassenheid krijgen, langere periodes van buikligging verdragen en motorische mijlpalen bereiken zoals van buik naar rug en rug naar buik rollen.
Afgeplat hoofd baby
Een baby met een afplatting, oftewel brachy-/plagiocephalie, op het achterhoofd ontstaat doordat de baby een voorkeurshouding heeft. De voorkeurshouding kan tijdens de zwangerschap of de bevalling ontstaan of in de eerste weken na de bevalling. Een plagiocephalie komt bij veel baby's voor.
Een afgeplat hoofdje is een schedelvervorming die ontstaat als een baby te vaak en te lang in een voorkeurshouding ligt. Doordat de schedel van een baby nog week is, kan hij makkelijk vervormen. Zo kan er een afplatting van de schedel ontstaan op de plek waar de baby veel op ligt.
Als ergens een naad gesloten (verbeend) is, groeit de schedel niet uit op deze plaats. De schedel moet in hetzelfde tempo groeien als de hersenen. Als de schedel niet voldoende meegroeit in alle richtingen, kunnen de groeiende hersenen bekneld raken binnen de schedel.
Andere tekenen van craniosynostose zijn: Geen fontanel (zachte plek) op het hoofd van een baby waar de schedel niet gesloten is . Kleine, harde botrand die op het hoofd van de baby gevoeld kan worden. Gezicht dat er ongelijk of asymmetrisch uitziet.
Hoe vaak komt het voor? In Nederland worden ongeveer zeventig kinderen per jaar geboren met een bootschedel.
Een plat hoofdje bij je baby, aan de achterzijde van het hoofd, wordt vaak veroorzaakt doordat de baby veel op de rug ligt. Je kunt dit voorkomen door je baby bewust met het hoofdje in een andere houding te laten liggen. Plaats het hoofdje de ene keer naar links en de andere keer naar rechts.
Een vervorming van de schedel kan reeds bij de geboorte aanwezig zijn (aanleg) of ontstaan bij eenzijdige ligging. Door het overmatig eenzijdig liggen ontstaat een drukpunt aan één zijde van het hoofdje, wat een afvlakking daarvan kan geven.
Er is niets dat een zwangere vrouw kan doen om een ongelijke hoofdvorm te voorkomen die te wijten is aan de positie van de baby in de baarmoeder . Als de ongelijke hoofdvorm wordt veroorzaakt door de geboorte, wordt het vaak beter in ongeveer 6 weken. Ongelijke druk op het hoofd komt het meest voor in de eerste paar maanden van het leven.
Een hydrocefalus of waterhoofd is een ophoping van hersenvocht in de schedel. Dit komt omdat het hersenvocht niet goed weg kan. De ophoping van hersenvocht leidt tot zwelling van de hersenen. Soms is hydrocefalus aangeboren en soms ontstaat het later in het leven, bijvoorbeeld door een infectie of hersenbloeding.
Kinderen met een afgeplat hoofdje hebben geen min of meer rond hoofd, maar aan een kant van het hoofd een afplatting. Vaak zit deze afplatting meer aan een kant van het hoofd, soms zit de afplatting in het midden. Vaak bolt het voorhoofd schuin tegenover de kant waar het achterhoofd platter is, meer naar voren toe.
K.I.S.S. -syndroom komt uit het Duits en staat vertaald voor: “Kopgewrichten, Invloed op Storingen in de Symmetrie”. De term K.I.S.S. -syndroom wordt voor zuigelingen met wervelkolom- nekproblemen gebruikt.
Correctie is nog steeds mogelijk bij baby's tot 18 maanden , maar zal langer duren. De baby zal de helm/band 23,5 uur per dag dragen, met uitzondering van een half uur voor badderen en schoonmaken.
Bij plagiocefalie zonder craniosynostose zijn de naden tussen de botten normaal, dus de schedelgroei is niet aangetast . De vorm kan echter wel veranderen - meestal is het hoofd aan één kant van het achterste aspect afgeplat.
Als bij uw kind de deformatieve plagiocefalie, brachycefalie of scaphocefalie is vastgesteld en het kind jonger is dan 12 maanden , kan craniale remodellering worden voorgeschreven om de vorm van het hoofd van de baby te corrigeren. Helmen moeten worden voorgeschreven door een erkende arts.
Als de schedel moet worden "gevuld" of afgerond, wordt een synthetisch biomateriaal zoals polymethylmethacrylaat (PMMA) en hydroxyapatiet (HA) gebruikt. Een op maat gemaakt schedelimplantaat kan ook worden gebruikt, afhankelijk van de gewenste vorm van uw hoofd .
Zo herken je een Bootschedel:
Lange en smalle schedel. Botrichel over pijlnaad. Bol voorhoofd en puntig achterhoofd. De grote (voorste) fontanel heeft een afwijkende vorm; normaal is dit een ruitvorm maar bij een bootschedel zwakt de punt die naar achteren toe wijst af.
Botatrofie is een van de belangrijkste oorzaken voor verandering en veroudering van het gezicht. In de loop der tijd wordt de schedel letterlijk kleiner. (De schedel krimpt bij het ouder worden; doordat de huid niet krimpt, wordt de huid in verhouding met de schedel te groot.)
Plagiocefalie, ook wel bekend als flat head syndrome, is een aandoening die wordt gekenmerkt door een asymmetrische vervorming (afplatting van één kant) van de schedel. Een milde en wijdverspreide vorm wordt gekenmerkt door een platte plek op de achterkant of één kant van het hoofd, veroorzaakt door langdurig in een rugligging te blijven .
Oorzaken van afgeplat hoofd syndroom
Dit komt omdat de achterkant van het hoofdje tegen de matras wordt gedrukt, waardoor het hoofdje na verloop van tijd afvlakt. Het hoofdje kan ook aan één kant vervormen doordat je baby een voorkeurshouding heeft en zijn hoofdje telkens op dezelfde kant ligt.
Soms kan een afgeplat hoofd worden veroorzaakt doordat de platen van de schedel te vroeg op elkaar aansluiten . Dit staat bekend als craniosynostose.
De grote fontanel is dichtgegroeid als je kind tussen de 6 maanden en 1,5 jaar oud is; de kleine na ongeveer 8 weken. Als je denkt dat de grote fontanel gesloten is voor de leeftijd van 6 maanden of nog niet na 1,5 jaar, is het verstandig om dit te bespreken met de jeugdarts.
Aan de vormafwijking is meestal goed te herkennen welke schedelnaad of schedelnaden te vroeg zijn gesloten: Lange en smalle schedel: gesloten pijlnaad. Wigvormig voorhoofd: gesloten voorhoofdsnaad. Ongelijke stand van de oogkassen met plat voorhoofd aan een zijde: gesloten kroonnaad.
Tijdens de geboorte kunnen de delen wat over elkaar heen schuiven, zodat het hoofdje beter door je bekken past. Na de geboorte schuiven de delen weer wat terug waardoor de vorm van het hoofdje iets kan veranderen. Als je met je vingers over het hoofdje van je baby strijkt, kun je de schedelnaden voelen.