Fotografeer met een zo hoog mogelijk diafragma. Gebouwen zijn vaak groot en hoog, dus om het gehele gebouw scherp op de foto te krijgen, hebben we een grote scherptediepte nodig. Stel je camera eventueel in op de A of Av stand zodat je dit diafragma zelf kunt instellen.
Welke techniek heb je nodig voor een goede architectuur foto? Je hebt een diafragma van 11.0 – 16.0 nodig, hierdoor blijft je foto van laag naar hoog echt scherp. Bij een lager getal zou de scherpte verlopen. Houdt de ISO zo laag mogelijk om ruis te voorkomen.
De meest voor de hand liggende optie voor architectuurfotografie is een groothoek lens. Op een full-frame camera vanaf 24 mm of wijder. Op een 1.5/1.6x crop camera 16 mm of wijder. Echter is het aan te raden om nog wat wijder te gaan, en wel om een paar redenen.
Je hebt een concept ontwikkeld en fotografeerd met een doel om dat concept herkenbaar te maken. Toegepaste architectuur is feitelijker. Je fotografeerd zonder concept, maar houdt je tijdens het fotograferen natuurlijk nog steeds bezig met evenwijdige lijnen, licht etc.
De erkende bacheloropleiding Toegepaste Fotografie en Beeldcommunicatie leidt je op tot professional in fotografie. De creatieve opleiding gaat diep in op technische en creatieve fotografische kennis en vraagt het uiterste van je om zo tot de top te kunnen behoren.
Een voor de hand liggende keuze is een objectief met een zoombereik van 70 tot 200mm: de Canon EF 70-200mm f/2.8L, de Nikon AF-S 70-200mm f/4.0G en de Sony 70-200mm f/2.8.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Dekt de populaire brandpuntsafstanden van 18-55 mm (kleinbeeldequivalent: 27-82,5 mm) met een maximaal diafragma van f/3.5–5.6. Dit objectief is perfect voor het maken van allerlei soorten foto's, van portretten tot landschapsfoto's. Het is ook ideaal voor het opnemen van HD-films.
Voor gemiddelde vastgoed- en interieurfotografie heb je minimaal een 24 mm-lens nodig. Indien je meer te besteden hebt, koop dan een 17 mm. Tot de standaarduitrusting van onze fotografiedocent behoren de 17 - 40 mm (1.4) en de 24 -70 mm (1/2.8).
Kijk vanuit ooghoogte naar de badkamer en zak daarna door je knieën en kijk op ongeveer 1 meter hoogte naar de ruimte. Dit kan al een groot verschil maken in hoe de ruimte eruitziet.
Bedenk welke lens bij jouw gebruikssituatie past
Ga dan voor een telephoto lens van bijvoorbeeld 100-400mm. Fotografeer je vaak in donkere situaties? Kies dan een lens met een groot maximaal diafragma voor meer lichtinval, zoals f/1.2 of f/1.8. Voor portretfotografie gebruik je een lens van 35mm of 50mm.
Met een polarisatiefilter zorg je ervoor dat de reflectie van de oppervlakte van het water verwijderd wordt (of verminderd) waardoor het water donkerder wordt en je bijvoorbeeld beter de rotsen kan zien. De reflectie van de lucht voorkomt dat je goed naar de vissen kan kijken.
Een groothoeklens is een lens met een grote beeldhoek. Hiermee leg je dus een breed beeld vast. Deze eigenschap heeft een groothoeklens te danken aan de korte brandpuntsafstand. De brandpuntsafstand bepaalt namelijk hoe lang de afstand is tussen de sensor en het objectief en hoe breed de beeldhoek wordt.
Je camera leren gebruiken
De belangrijkste tool voor elke fotograaf is zonder twijfel de camera. Het maakt weinig uit of je een smartphone, mirrorless, of spiegelreflex gebruikt. Het belangrijkste is dat je je camera leert kennen.
50mm lens is een lichtsterk objectief
Dit betekent dat het een groot maximaal diafragma heeft, meestal f/1.8, soms f/1.4 of zelfs f/1.2. Lichtsterk betekent dat in situaties waarin weinig licht is, je toch nog goed kunt blijven fotograferen vanwege deze grote opening.
Als je serieuzer aan de slag wilt met fotograferen of filmen, kies je een systeemcamera. Maar niet elke lens (of objectief) past op elke camera. Het systeem dat je kiest bepaalt welke lenzen en andere accessoires je er later bij kunt kopen.
Het onderwerp dat je vastlegt, is bepalend voor welke lens geschikt is voor jou. Als je houdt van landschapsfotografie dan kies je voor een groothoeklens. Deze lenzen hebben een brandpuntsafstand van 10 tot 24mm. Om wilde dieren te fotograferen moet je vaak ver inzoomen, dit doe je met een telephotolens van 100-400mm.
De 35mm lens wordt vaak gezien als de meer veelzijdige lens. Een 35mm lens heeft een weider beeld en kan dus meer 'zien', dit is bijvoorbeeld erg handig als je foto's wilt maken in een kleine ruimte. Hij is geschikt voor bijvoorbeeld portretfotografie aangezien je meer van je onderwerp op de foto krijgt.
Een objectief met vast brandpunt is populair bij portretfotografen. Ze zijn lichtsterk en hebben over het algemeen een groot diafragma opening die zelfs tot f/1.2 kan gaan. Zo krijg je een mooie scherptediepte en bokeh effect. De klassieke portretlenzen van 50mm en 85mm zorgen voor een natuurlijk perspectief.
Probeer in ieder geval niet stiekem mensen te fotograferen. Maar benader ze met een glimlach en een praatje, dat kan ook in gebarentaal. Maak duidelijk dat u graag een foto wilt maken en pas na toestemming gaat u aan de slag. Laat ook altijd het resultaat zien, dat kan goed met uw digitale camera.
Zet je camera op één scherpstelpunt om te voorkomen dat je niet goed scherpstelt. Richt deze via de knoppen op je camera op een van de ogen. Wanneer je flitst, werk je met een hoger diafragma, waardoor er meer scherp is van voor naar achteren en heb je minder het probleem dat er niet goed scherpgesteld is.
Met een 70-300mm lens is je beeld bij 70mm al aardig ingezoomd, maar met 300mm haal je het onderwerp pas echt dichtbij. Een gevaar van zo'n groot zoombereik is bewegingsonscherpte. De duurdere modellen beschikken over beeldstabilisatie die dit probleem ondervangen.