Op de hogere delen van een gebied zakt het (regen)water in de bodem. Een deel van dit water stroomt af als freatisch grondwater en komt zo direct in sloten en plassen terecht. De rest dringt door de slecht doorlatende laag heen en komt uiteindelijk in het eerste watervoerende pakket of dieper terecht.
Een welput is een type waterput die reikt tot onder de grondwaterspiegel. Een inpandige welput was vroeger op een boerderij vaak aanwezig om in de stal gemakkelijk aan water te kunnen komen. Hij fungeerde in droge tijden ook als reserve watervoorziening op plaatsen waar normaal regenwater werd gebruikt.
Kwel is water dat bijvoorbeeld onder de dijk door sijpelt en vanuit de bodem omhoog komt. De stroming wordt veroorzaakt door een peilverschil in het buitenwater (of een hooggelegen polder) en het polderpeil in een diepe polder. Bij hoogwater op de rivieren is kwel een bekend en normaal verschijnsel.
Deze kwelstroom is eeuwenlang benut voor industrieën en werd gereguleerd door het graven van sprengen. Met deze watergangen, veelal bovenloops verlengde beken, maar soms nieuw gegraven waterlopen, werd een gestage, schone waterbron aangeboord die gebruikt werd in huishoudens, watermolens, wasserijen en brouwerijen.
Definitie: Water dat onder druk uit de grond komt en ter beschikking is van de vegetatie, wordt aangeduid als kwel. In lagere delen van het landschap kan water, dat hogerop in de bodem is gedrongen, terug aan het oppervlak komen. Die natte zones worden kwelzones genoemd.
De toename van het zoutgehalte in de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater wordt verzilting genoemd. Deze pagina geeft u informatie over de oorzaken van verzilting, gevolgen/kansen en verschillende interpretaties van verzilting.
Definitie: Freatisch grondwater is grondwater dat bovenaan wordt begrensd door de atmosfeer, dus de bovenste laag grondwater.
Grondwater stroomt heel langzaam, vaak maar enkele meters per jaar, in de richting waar het waterniveau lager is. Er zitten allerlei stoffen in die ook in de bodem voorkomen.
Reacties. In het algemeen gesproken zakt regenwater de grond in totdat het bij het al aanwezige grondwater aankomt. Het hangt dus van het plaatselijke grondwaterpeil af hoe diep nieuw regenwater de grond in zakt.
Het waterschap bepaalt de hoogte van het oppervlaktewater. Als we het oppervlaktewaterpeil verlagen gaat ook de grondwaterstand omlaag. Dit is praktisch voor landbouw. Wanneer de waterstand in meren, kanalen of sloten wordt verhoogd, stijgt de grondwaterstand ook.
Water in de kruipruimte of een vochtige kelder komt in veel woningen voor. Vaak is dit geen probleem. Kruipruimtes hoeven niet waterdicht te zijn en er kan water in staan zonder dat de bewoners dit door hebben. Bij een normale ventilatie heeft vocht onder je woning weinig invloed.
Welwater is een vorm van water dat vanzelf naar de oppervlakte welt. Het is afkomstig uit grondwater. De samenstelling van welwater wordt sterk bepaald door de aard van de grondlagen.
Het voorkomen van zuring, varkensgras, weegbree en paardenstaarten (heermoes) wijst ook op zure grond. Het voorkomen van paardestaarten duidt trouwens ook op een slecht doorlatende bodem.
Tot 10 meter diepte mag je zelf een put slaan. Ga je dieper dan moet je een speciallist inschakelen. Je kunt een gat maken met een boor of met een waterlans. Vraag wel aan het Waterschap of je een vergunning nodig is of dat er alleen een meld plicht is.
De PH waarde van de grond heeft een waarde van 0 tot 14, waarbij 7 neutraal is. Grond met een PH waarde van lager dan 7 is een zure grond. Grond met een PH waarde hoger dan 7 noem je een basisch of alkalisch milieu.
Hoewel grondwater door beschermende kleilagen vaak geen chemische verontreinigingen bevat, kunnen er wel te grote hoeveelheden ijzer of zout inzitten. Zelf opgepompt grondwater is dan ook niet zomaar geschikt om te drinken en mag bovendien wettelijk niet aan anderen worden geschonken.
Het grondwater dat mensen gebruiken kan op veel plekken aarde opraken, zo blijkt uit een nieuwe studie. Minder dan zes procent van alle grondwatervoorraden in de bovenste twee kilometer van de aardlaag kan binnen een mensenleven weer worden aangevuld door de natuur.
Bij voorkeur vul je het zwembad met regenwater of met leidingwater. Het is belangrijk dat je een zwembad nooit vult met grondwater. Dat bevat immers meestal teveel ijzer en veroorzaakt bruine verkleuring van het water.
De eenvoudigste en goedkoopste manier om de grondwaterstand te meten is met behulp van een plopper/dompelklokje. De plopper is een hol buisje dat een “plopgeluid” maakt wanneer deze het grondwater raakt. De plopper hangt aan een meetlint, en kan bij verschillende firma's worden aangeschaft.
Grondwaterstand of grondwaterpeil is het peil van het water dat zich in de bodem bevindt. De grondwaterspiegel in Nederland bevindt zich over het algemeen binnen de 2 meter onder het maaiveld.
Putboringen voor het gebruik van grondwater:
Deze putboring wordt ook wel filterput of boorput genoemd. Filterputboringen voor beregening en grijswatercircuit moeten niet op grote diepte geboord worden. Meestal kan er tot +- 10 m diepte geboord worden waar het grondwater voor deze toepassing gebruikt kan worden.
Grondwater is bovendien belangrijk voor de natuur. Duurzaam beheer van het grondwater is noodzakelijk om deze beperkte voorraad te behouden voor de toekomst. Noodzakelijk voor duurzaam beheer is inzicht in de processen die van invloed zijn op de kwaliteit van grondwater.
Een peilbuis is een buis van een paar meter lang. Die plaatsen we in de bodem. Door een filter kan het grondwater in de buis lopen. Zo kunnen we meten wat de stand én kwaliteit van het grondwater is.
Open bemalingen worden toegepast voor het drooghouden van de ontgravingsput in slecht doorlatende grond. Hierbij wordt het overtollige water, bestaande uit neerslag, horizontaal toestromend water bij open ontgraving en lekwater door schermen en afsluitende grondlagen, afgevoerd.