U kunt na twee jaar, of 104 weken, uw werkgever vragen om uw loon wat langer door te betalen als tweede spoor niet lukt.Dan wacht u nog even met het aanvragen van een WIA-uitkering. In deze tijd werkt u samen verder om te re-integreren. U vult dan samen een formulier Aanvraag verlenging loondoorbetaling WIA in.
Mag ik een 2e spoor traject weigeren? Nee, medewerking door de werknemer aan het tweede spoor is verplicht op basis van de Wet verbetering poortwachter. Bij weigering of onvoldoende inspanning moet de werkgever het loon stopzetten.
Bij andere bedrijven, welteverstaan. Zo bepaalde Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onlangs dat een werkgever, in het kader van spoor 2, van een medewerker kan verwachten dat hij of zij vier keer per week, twee uur per dag naar kantoor komt om sollicitatieactiviteiten te verrichten1.
Een werkgever moet er alles aan doen om aangepast werk te vinden, tijdens of na een ziekte. Als dit niet lukt binnen het eigen bedrijf, dan bestaat de verplichting voor de werkgever om bij een ander bedrijf naar passend werk te zoeken. Eventueel met behulp van de arbodienst of een re-integratiebedrijf.
Hieronder vallen onder meer sollicitatiebegeleiding, loopbaanoriëntatie, assessments, scholing en omscholing. Dit alles speelt mee in de beoordeling van het UWV. Wanneer je werkgever zich onvoldoende inspant rondom de begeleiding kan dit een loonsanctie voor de werkgever tot gevolg hebben.
Meestal bestrijkt een re-integratie 2 spoor traject een periode van minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden. De uiteindelijk duur van 2e spoor is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de leeftijd en perspectieven van de re-integratiekandidaat.
De werknemer kan evengoed rechtstreeks in dienst treden. De (eerste) werkgever blijft verantwoordelijk voor de loonbetaling ongeacht de vraag of de werknemer het werk bij de nieuwe werkgever verricht of niet, en ongeacht hoeveel zij van de nieuwe werkgever aan vergoeding ontvangen.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Wat voor u passend werk is, hangt af van verschillende zaken. Bijvoorbeeld van uw gezondheid, wat voor werk u eerder heeft gedaan, hoelang u ziek bent en hoever u bent met uw re-integratie op dat moment. Wij beoordelen welk werk passend is voor u. Dit kan in de loop van de tijd veranderen.
Bij het zoeken naar passende arbeid mag de werkgever zich niet beperken tot bestaande functies. De werkgever moet de functie, de arbeidsverdeling of de arbeidsorganisatie zodanig aanpassen, dat de werknemer met de beperkingen het werk kan uitvoeren.
Eigen risico dragen voor een WGA-uitkering duurt maximaal 10 jaar. Daarna neemt UWV de verantwoordelijkheid voor de uitkering van uw (ex-)werknemer van u over. Ook worden wij verantwoordelijk voor de re-integratie.
- Oordeel bedrijfsarts. De huidige werkplek wordt beoordeeld. De arbeidsdeskundige zal na het onderzoek een advies geven over de mogelijkheden binnen het 1e en 2e spoor. De resultaten worden vastgelegd in een rapportage.
Zowel werkgever als medewerker zijn verantwoordelijk. Werkgever is verantwoordelijk voor verloop, monitoring en begeleiding van het re-integratieproces. En als medewerker ben je verantwoordelijk voor het leveren van inspanning gedurende het re-integratieproces.
Lukt het niet om de werknemer terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever hem een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever.
Verplichtingen werkgever bij een ziekmelding
Is uw werknemer zes weken of langer ziek? Dan schrijft u samen een Plan van aanpak. Hierin staat wat u en uw werknemer gaan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Basis voor het Plan van aanpak is de Probleemanalyse die u ontvangt van uw (bedrijfs)arts.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Volgens het UWV moet een re-integratie tweede spoor traject bestaan “uit een logisch samenhangende reeks van elkaar opvolgende, flankerende en/of overlappende activiteiten, die de afstand tussen het persoonsprofiel en het zoekprofiel van de werknemer zo snel en zo veel mogelijk opheft of verkleint”.
Verplichtingen rond passend werk
Je kunt aanhalen dat hij verplicht is passende arbeid te verrichten en dat wanneer hij dat niet doet, zijn loon wordt stopgezet. Het is verstandig om van tevoren bij de bedrijfsarts na te vragen of het aangeboden werk inderdaad passend is.
Is het werk fysiek echt te zwaar voor werknemer, is de motivatie afgenomen of ligt er iets anders aan ten grondslag? In het geval van deze laatste situatie kan een gesprek met een coach of bedrijfspsycholoog wellicht een uitkomst bieden en is het vooral belangrijk om in gesprek te blijven met werknemer.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
De hoogte van de transitievergoeding die uw werkgever betaalt bij ontslag wordt bepaald op basis van 2 onderdelen: uw maandsalaris en de duur van het dienstverband. De vergoeding is per 1 januari 2022 maximaal € 86.000 bruto. Of, als uw jaarsalaris hoger is dan € 86.000, maximaal 1 bruto jaarsalaris.
Als u ziek uit dienst gaat, meldt u zich ziek bij uw werkgever. Op de laatste dag van uw dienstverband meldt uw werkgever u ziek bij UWV. U hoeft dat dus niet zelf te doen. Vraag het wel na bij uw werkgever of hij dit gedaan heeft.
Een arbeidsdeskundig onderzoek na 1 jaar ziekte is niet verplicht, maar wel aan te raden. UWV stelt dat voor de 58ste week van het ziekteverzuim de mogelijkheden moeten worden onderzocht in spoor 1a (eigen werk), b (aangepast werk bij de eigen werkgever) en spoor 2 (ander werk op de arbeidsmarkt).