Een zeer bekende variant is de furminator. Een furminator is een borstel voor honden met zowel een lange- en korte vacht. Met deze hondenborstel kun je de ondervacht borstelen en losse haren verwijderen, zonder de vacht te beschadigen. Het werkt voor 90% tegen het verharen van lang- en kortharige honden.
Het ontwollen houdt in dat de hond eerst lekker gewassen wordt. Na het wassen wordt de shampoo goed uitgespoeld en wordt de huid en vacht met een conditioner in gemasseerd. De losse haren zuigen zich vol met water en conditioner en worden hierdoor zwaar, waardoor ze uit de vacht gespoeld worden.
De stokharige hond heeft een dubbele vacht,deze vacht bestaat uit een ondervacht van zacht, wollig haar, dit noemen we de onderwol. Daarover ligt het dekhaar, dit zijn dikkere stugge haren.
Pluk de vacht
De beste manier om je hond zelf te trimmen is gewoon met de hand of met behulp van een trimmesje. Pak een pluk haar tussen je wijsvinger en duim en trek deze voorzichtig los. Kijk uit dat je viervoeter geen pijn ervaart wanneer je aan plukken trekt die nog stevig vast zitten!
De plukvacht van een hond bestaat in de meeste gevallen uit een zachte dikke onderwol en een laag draadachtige (langere) dekharen. De dekharen vormen de bovenste laag van de vacht. Voorbeeld van rassen met een plukvacht: Ruw harige teckel, Foxterriër, Cairnterriër .
Honden met een plukvacht zijn onder meer de ruwharige Teckel, Schnauzer, West Highland White Terriër en de Schnauzer.
Nee, plukken doet niet pijn. Mits uw hond goed plukrijp is en het plukken door een vakkundige trimmer wordt gedaan.
Ja, bij plukhonden is het plukken van de vacht echt een noodzaak. Doe je dit namelijk niet, dan krijgt de hond enorme jeuk. De hond zal zich gaan krabben tot bloedens toe.
De ruwharige vacht heeft een dubbele vacht, een korte ondervacht en een korte deklaag. Honden met deze vacht zijn onder andere de ruwharige Teckels, Schnauzers en Airdale Terriers. Bij ruwharige honden verhaart de ondervacht niet, maar juist de dekharen. Zij moeten daarom drie keer per jaar geplukt worden.
Ondervacht varieert van weinig tot veel onderwol. Voorbeelden; Labrador, Mechelse herder.
Hondenrassen met dubbele vacht zijn onder meer de Alaska-malamute, de Anatolische herder, de Australische veedrijvershond, de bearded collie, de beauceron, de bordercollie, de Welsh corgi Cardigan, de chinook, de chowchow, de Finse spits, de Duitse herder, de golden retriever, de keeshond, de labrador retriever, de ...
Als je de vacht niet ontwolt, dan blijven losse haren in de vacht zitten. Ze zullen rond de andere haren gewikkeld raken. Het resultaat is haarknopen en - klitten. Ontwollen is dus ook belangrijk om klitvorming te voorkomen en om de vacht gemakkelijker te kunnen verzorgen.
Rond de 5 maanden is een prima leeftijd om uw hond voor het eerst een hele behandeling te laten ondergaan. Het kan zijn dat het model er nu wel nog wat anders uit ziet als wanneer ze volwassen zijn, dit omdat de hond nog een zachte puppyvacht heeft.
Met ontwollen is het doel om maar zoveel mogelijk haar uit de kat te halen. Die vacht zit er echter niet zonder reden: zo biedt het bescherming en daarnaast zorgt de vacht voor een goede temperatuurregulatie (ja, die vacht houdt ook koel bij warme dagen!).
Als je de hond dan wast, kunnen de haarzakjes gaan ontsteken wat veel jeuk en irritaties veroorzaakt. Plukken op de onderwol moet om de zes maanden gebeuren. Strippen is de helft van de plukvacht eruit halen. De hond wordt niet geheel ´bloot´ geplukt.
Doet dit pijn? Nee, als de haren plukrijp zijn betekend het dat ze oud genoeg zijn en los in de huid staan. Is de hond niet plukrijp, zal het wel pijn doen en wordt de plukbeurt uitgesteld. Plukken gebeurd vaak bij ruwharige honden zoals: Teckels en Jack Russels.
Mag ik mijn ruwhaar/plukhond laten scheren? Plukken is voor de ruwhaar de beste oplossing. Als de vacht hier (plaatselijk) niet geschikt voor is, of als de (oudere of zieke) hond zo'n lange behandeling niet meer aankan, wordt in overleg met U een andere techniek gekozen, bijvoorbeeld scheren of knippen.
Ruwharige vacht
Bij een ruwharige hond, of draadhaar genoemd bij sommige rassen, is het nodig om de losse haren uit de haarschacht te plukken. Liefst met de vingers zodat de haren niet per ongeluk afgebroken worden. Op deze manier wordt er aan de onderliggende nieuwe haar weer een impuls afgegeven om te groeien.
Deze oude haren worden met de hand uitgeplukt. Deze 'oude' haren staan los in de huid, en worden door de nieuwe haren in het haarzakje los geduwd. Plukken doet dus geen pijn, zoals soms wordt gedacht. Als je een plukvacht niet regelmatig plukt, kan de hond last krijgen van jeuk en in het ergste geval huidontstekingen.
Vettige en wollige korte haren, die direct tegen de huid liggen.
Een voortdurende en onregelmatige verharing heet een mozaïekverharing. Dit komt vooral bij honden die geen of weinig onderwol hebben. Rassen die op deze manier verharen zijn bijvoorbeeld de Boxer, Dalmatiër, Dobermann, maar ook langharige honden met weinig onderwol zoals de Ierse Setter en de Cocker spaniël.