De toets heeft sinds 2021 een tijdsduur van 100 minuten. De toets bestaat uit 55 vragen die onderverdeeld zijn in twee categorieën, namelijk 17 hoofdrekenopgaven en 38 opgaven waarbij je kladpapier mag gebruiken.
De Wiscat toets is een adaptieve toets die je op de computer maakt. Dit betekent dat de moeilijkheidsgraad van de toets varieert tijdens het maken van de toets. In welke mate de moeilijkheidsgraad varieert is afhankelijk van hoe goed jij de toets maakt. Hoe beter je de toets maakt, hoe hoger het niveau wordt.
De wiscat toets is een verplichte toets. Je hebt drie kansen voor de toets. Wanneer je de toets niet haalt moet je de pabo verlaten.
een norm van 120. De meeste Pabo's leggen de gemiddelde Wiscat score op het behalen van 103 punten. De Pabo eist dat je de rekentoets haalt, om je Pabo-opleiding te mogen voortzetten.
Wat moet je kunnen? Om de WisCAT te halen moet je goed en snel kunnen rekenen. Dat betekent dat je het volgende moet kunnen: De tafels 1 t/m 12; • De kwadraten van 1 t/m 12; • Het metriek stelsel; • Het kunnen omzetten van procenten in kommagetallen, breuken en verhoudingen.
Bij sommige opgaven heb je een rekenmachine nodig. De rekenmachine komt direct rechtsonder in beeld. In deze rekenmachine kun je calculaties doen om de som uit te rekenen. Als de opgave geen rekenmachine in beeld heeft, mag je er ook geen rekenmachine voor gebruiken.
Speciaal voor iedereen die meer en gericht wil oefenen, is het Werkboek Wiscat Pabo ontwikkeld. In het boek vind je ruim 300 opgaven, zodat je goed aan de slag kan.
Elke toets bestaat uit 60 meerkeuzevragen waar je minimaal 40 vragen goed moet hebben. Je hebt 90 minuten per toets, je mag 1 herkansing doen per jaar en een gehaalde toets is een half jaar geldig.
De vorm van de taaltoets pabo 3F
Om te beginnen wordt er gekeken naar jouw beheersing van de spelling. In het eerste onderdeel krijg je een aantal zinnen te zien waarbij je zelf nog een werkwoord of een naamwoord moet vervoegen. In het tweede onderdeel kijk je telkens of een bepaalde zin klopt of niet.
In het eerste jaar van je opleiding aan de pabo maak je de rekentoets. Na het maken van deze rekentoets wiscat-pabo weet je als (instromend) eerstejaars student pabo of je voldoet aan de landelijk vastgestelde norm voor rekenen.
Voor rekenen 3F bestaat deze set uit 80 opgaven. Een kandidaat moet minstens 48 van deze 80 opgaven goed beantwoorden om aan de eisen van het referentieniveau 3F te voldoen. Het is echter niet mogelijk om alle kandidaten jarenlang dezelfde set van 80 opgaven voor te leggen om te zien of ze er minstens 48 goed maken.
Het maken van de toelatingstoetsen is een hele uitdaging en het is belangrijk om op tijd te beginnen met de voorbereiding. Het is aan te raden om vier weken voor de toets te beginnen met leren. Hierdoor heb je genoeg tijd om alle stof te behandelen die in de toelatingstoets voorkomt.
De pabo is 'pittig', zegt een respondent. Dat blijkt ook uit de uitkomsten van de enquête. Veruit de meeste mannen stoppen omdat ze te weinig studiepunten hebben gehaald. Ze lijken vooral de hoeveelheid verschillende vakken moeilijk te vinden.
Je mag één van de vakken waarvoor je de toets niet hebt gehaald herkansen. De herkansing valt in de aansluitende toetsperiode. Als je voldoet aan twee van de drie toelatingseisen (en dus voor het derde vakgebied de toets niet hebt gehaald), kán de pabo je uitnodigen voor een assessment.
De opbouw van de pabo
Je loopt korte stage, volgt colleges en maakt verschillende verslaggen. Jaar 1 van de pabo is vrij eenvoudig te doorlopen, omdat hierin rustig wordt opgebouwd qua hoeveelheid stof en opdrachten. Tijdens jaar twee ligt het niveau hoger, je loopt langer stage en krijgt complexere opdrachten.
Hoewel iedere student drie kansen krijgt om de rekentoets te behalen, merken we dat veel eerstejaarsstudenten op dit onderdeel uitvallen.
Wijziging inzet toelatingstoetsen
Je hebt twee toetskansen per vak voor de start van de pabo, waarvan er ten minste één ingezet moet worden. Wanneer je de beide toetsen voor een of meerdere vakken voor de start van de pabo niet haalt, mag je wel aan de pabo beginnen.
Het instroomniveau in de brugklas moet hoger zijn dan 1F om het eindniveau van het rekenexamen (2F, oftewel score 75 of hoger) met enig gemak te kunnen halen. Extra informatie over het rekenexamen vindt u op de website onder de tab onderwijs, bij Taal, Rekenen, Diataaltoetsen.
Rekenexamen in het mbo telt straks mee
Als je in het studiejaar 2021-2022 start met je mbo-opleiding, dan moet je rekenexamen doen om te kunnen slagen. Het resultaat telt niet mee voor het halen van je diploma. Het cijfer komt wel op je resultatenlijst.
Nederlands: eindcijfer minimaal een 5 (dan moet je voor rekenen dus wel minimaal een 6 halen). Telt mee voor slagen of zakken. Rekenen: eindcijfer minimaal een 5 (dan moet je voor Nederlands dus wel minimaal een 6 halen). Het resultaat van het rekenexamen telt mee voor het halen van je diploma.
Wie de toets niet meteen haalt wordt niet meteen ontslagen. Er zijn twee toetsmogelijkheden voor de bijscholing. Na de bijscholing volgt nog één toets met nog één herkansing.
Als je je hebt aangemeld voor een lerarenopleiding basisonderwijs aan een pabo via Studielink, dan krijg je van de pabo waar je gaat studeren inloggegevens en een link van Cito waarmee je jezelf kunt inschrijven voor de toelatingstoets(en), op dag en de locatie die voor jou goed uitkomen.
De landelijke kennistoets is gebaseerd op de Kennisbasis Nederlands (ingangsdatum studiejaar 2018-2019) van de lerarenopleiding basisonderwijs en is te vinden op www.10voordeleraar.nl. De toets bevat in totaal 80 vragen en bestaat uit meerkeuzevragen met drie of vier antwoordalternatieven. Een antwoord is goed of fout.
De toetsen worden viermaal per studiejaar aangeboden. Je mag tweemaal per studiejaar deelnemen.