De bestorming van de Bastille De periode vóór de Franse Revolutie wordt wel het ancien régime, het oude regiem, genoemd.
De Franse Revolutie had de volgende gevolgen: Napoleon bekroonde zichzelf in 1804 tot keizer van Frankrijk en veroverde een groot deel van Europa. In 1815 werd hij uiteindelijk verslagen bij de Slag bij Waterloo. De grondwet bleef, in aangepaste vorm, bestaan in Frankrijk.
De Franse Revolutie is de opstand van Franse arbeiders en boeren tegen de adel en het Franse koningshuis in 1789. De Franse koning en de adel hebben alle macht in Frankrijk in die tijd. Het Franse volk vindt dat ze door hen onderdrukt worden en komt hiertegen in opstand. De revolutie begint op 14 juli 1789.
De Franse Revolutie (1789-1799)was een opstand van het volk, dat zich onderdrukt en uitgebuit voelde, tegen het gezag van de Franse koning. Maar toen het volk eenmaal de macht had overgenomen, oefende het een terreur uit die nog vele malen erger was dan toen de koning het nog voor het zeggen had.
De derde en laagste stand waren de boeren. De derde stand was opgedeeld in twee delen: vrije boeren (vb. de kerels) en horigen. De horigen waren dan opnieuw ingedeeld in lijfeigenen en laten. Het verschil tussen een lijfeigene en een laat is dat een lijfeigene wordt gezien als eigendom van de heer voor wie hij werkt.
Le Quatorze Juillet, ofwel 14 juillet is de grootste nationale feestdag in Frankrijk. Tijdens dit grote volksfeest vieren de Fransen de bestorming van de Bastille in 1789, dat het begin aanduidde van de Franse Revolutie.
De progressief-liberale Emmanuel Macron is sinds 2017 president van Frankrijk. De Franse revolutie in 1789 stond aan de wieg van de staatsvorm die nu in Europa domineert: de parlementaire democratie. Tijdens de periode van Napoleon (1799-1814) overheerste Frankrijk grote delen van het Europese vaste land.
Louis XIV (Louis Quatorze, Lodewijk de Veertiende) was koning van Frankrijk van 14 mei 1643 tot 1 september 1715, wanneer hij sterft. Zijn geboortenaam is Louis Dieudonné (5 september 1638 - 1 september 1715) en tot zijn bijnamen behoren Louis Le Grand (Lodewijk de Grote) en le Roi Soleil (de Zonnekoning).
Hij kwam aan de macht in de laatste roerige fase van de Franse Revolutie en veroverde met het Franse leger grote delen van Europa. In veel landen voerde hij op terreinen als de rechtspraak, gewichts- en afstandsmaten en de burgerlijke stand belangrijke en vaak blijvende veranderingen door.
De Girondijnen waren de aanhangers van de rijkere bourgeoisie, de Jakobijnen waren radicaal en onder leiding van Robespierre, een advocaat uit Arras. De Girondijnen vonden het goed zo: de koning had nauwelijks macht meer, er was kiesrecht en de standenmaatschappij was verleden tijd.
Op 21 januari 1793 wordt de Franse koning Lodewijk XVI in Parijs onthoofd op de guillotine. Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 was de Franse Revolutie uitgebroken en in 1791 werd Lodewijk gevangen genomen. Met zijn dood kwam er een einde aan het absolutistische Ancien Régime.
Een revolutie of omwenteling is een plotselinge opstand van het volk die tot een blijvende politieke verandering leidt. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, of geleidelijke verandering. Zo worden bijvoorbeeld de gebeurtenissen in Rusland in 1917, waarbij de tsaar werd afgezet, aangeduid als revolutie.
West-Francië werd het huidige Frankrijk en Oost-Francië het huidige Duitsland. Midden-Francië bestond uit een strook van Nederland tot Noord-Italië. Midden-Francië werd over de jaren heen opgeslokt door Oost- en West-Francië. West-Francië kreeg het Frans als officiële taal en Parijs werd een cultuurcentrum.
Het koninkrijk Frankrijk ontstond in 987 als opvolger van West-Francië, het West-Frankische Rijk. De hoogtijdagen van het koninkrijk waren tijdens de regeerperiode van koning Lodewijk XIV, de "zonnekoning", in de 17e en 18e eeuw. Tijdens deze periode ontwikkelde Frankrijk zich tot de machtigste staat van Europa.
Op 8 mei is de Franse Bevrijdingsdag, ieder jaar een vrije dag, en niet zoals in Nederland eens in de vijf jaar. Die dag, in 1945, markeerde de overwinning van de geallieerden op Nazi-Duitsland, en natuurlijk gedenkt Frankrijk dan de landgenoten die tijdens die oorlog gevallen zijn.
25 december, Noël, kerstmis. Frankrijk kent alleen eerste kerstdag, dus 26 december is een normale dag en zijn de winkels weer open. De meeste Fransen hebben op de avond van 24 december hun kerstdiner waarbij er heel veel oesters en foie gras gegeten wordt.
De feestdag van de Vlaamse Gemeenschap of ook de 'Vlaamse feestdag' genaamd is de officiële feestdag van Vlaanderen en een onofficiële feestdag in Frans-Vlaanderen op 11 juli.
We onderscheiden over het algemeen drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren en burgers. Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht.
Adel in de middeleeuwen
In de middeleeuwen omringde de vorsten zich met krijgslieden en raadgevers. Zij vormden na verloop van tijd als 'ridderschap' een stand in de statenvergadering. In deze statenvergadering spraken edelen, burgers van de steden en soms ook de geestelijkheid met de vorst mee over landszaken.