De gezamenlijke Grieks-Romeinse cultuur wordt ook wel de klassieke cultuur genoemd. Aan de grenzen van het Romeinse Rijk lag het gebied van de Germanen. De Germanen leefden vooral in het huidige Duitsland, maar ook bijvoorbeeld in het huidige Nederland. De Friezen zijn een voorbeeld van een Germaans volk.
De Romeinen hadden bewondering voor de Griekse cultuur. Ze namen de Griekse beelden en Griekse wetenschappers mee naar Rome. De beelden zetten ze in hun eigen huizen of tuinen en de wetenschappers werden slaven. De Romeinen leerden veel van hun slaven, zelf hadden ze nog geen wetenschap ontwikkeld.
In het Romeinse rijk was een multiculturele samenleving, waarin mensen met verschillende culturen door elkaar leefden. Er waren ook culturele overeenkomsten, zoals het geld en recht. De Romeinen hadden een goed ontwikkeld rechtssysteem, met geschreven wetten voor alle inwoners van het rijk.
In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau. Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd, vanwege de latere navolging.
De oude Grieken hadden net als de oude Egyptenaren niet één god, maar meerdere goden. Zij beleden hun veelgodendom (polytheïsme) in tempels die werden gebouwd en onderhouden door de polis – de gemeenschap of staat. Diezelfde gemeenschap was verantwoordelijk voor de cultus waarmee de godsdienst werd omgeven.
De klassieke beschaving van de oude Grieken (8ste-4de eeuw v. Chr.) kenmerkte zich door een culturele en politiek-militaire expansie die tot ver buiten de landsgrenzen reikte. Het leidde tot een rijkdom aan ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst, bouwkunst, politiek, economie en landbouw.
Veel Romeinen hadden bewondering voor de Griekse cultuur. In 146 v.C. veroverden zij Griekenland.Daardoor nam de Griekse invloed op de Romeinse cultuur toe. Het gevolg was dat er een mengcultuur ontstond: de Grieks-Romeinse cultuur.
De oud-Griekse cultuur ontstond in de duistere eeuwen, waarbij elementen van de voorafgaande Aegeïsche beschaving werd overgenomen, en bleef bestaan totdat ze opging in de hellenistische cultuur waarin ze zo blijven verderleven en de Romeinse cultuur ook zou beïnvloeden.
De verfijnde Griekse cultuur vormde een basis voor die van de Romeinen. Zaken als de Griekse goden, architectuur en kunst werden klakkeloos gekopieerd. Het Grieks was zelfs de lingua franca in grote delen van het rijk. Het literaire werk van grootheden als Homerus was de inspiratiebron voor vele Romeinse schrijvers.
Doordat Alexander de Grote zoveel gebieden had veroverd, heeft hij ook de Grieks-Romeinse cultuur kunnen verspreiden. Hij heeft onder andere gezorgd voor de economische en sociale interactie tussen het Romeinse Rijk en het Oosten. De andere belangrijke keizer, Caesar, veroverde Gallië.
De Romeinse cultuur heeft zich doorheen bijna 1500 jaar lange geschiedenis van het oude Rome ontwikkeld en ook veranderingen gekend. Een belangrijk aspect van deze cultuur was de taal van de Romeinen, het Latijn, met geschiedschrijvers zoals Tacitus en de dichters Vergilius, Horatius, Ovidius en Propertius.
Zij zagen zichzelf echter als 'de Romeinen' en bleven het Romeinse Rijk voortzetten tot het jaar 1453 waarin het Romeinse Rijk definitief ten einde kwam toen zij werden verslagen door de Ottomanen. Wat waren foederati en op welke manier waren zij één van de oorzaken van het uiteenvallen van het Romeinse Rijk?
Romanisering was het proces waarbij de door Romeinen onderworpen volken geleidelijk de Romeinse cultuur, gewoonten en taal (het Latijn) overnamen. Sommige volkeren bleven succesvol weerstand bieden zoals de Basken: zij lieten zich nooit romaniseren en spreken nog altijd het Baskisch.
De Romeinen ontleenden hun geloof voor een groot deel aan de Grieken – voor elke Griekse god is een Romeinse tegenhanger – en ook aan de Etrusken. Naast het eigen geloof kon in het Romeinse rijk bijvoorbeeld ook de Mithrascultus bloeien, afkomstig uit Perzië en om de een of andere reden vooral populair in het leger.
De Romeinen brachten veel goederen en etenswaren mee die de Germanen (waaronder de Nederlanders) niet kenden. Ze namen bijvoorbeeld vruchten mee uit Zuid-Europa, zoals perziken, vijgen en druiven.Maar ook kippen.Nieuw voor de Germanenwaren ook spiegels, messen, lepels en glas.
Latijn (Lingua Latina) is een Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. Door de erfenis van de Romeinse beschaving ontwikkelde het Latijn zich tot een wereldtaal, gebruikt onder meer in het onderwijs, de wetenschap en de diplomatie.
De eerste stammen waarvan we weten dat ze Grieks spraken kwamen tussen 2000 en 1800 v.C. vanuit het Donau-gebied naar het zuidelijk deel van het Griekse vasteland. De nieuwkomers vermengden zich met de plaatselijke bevolking. Hun belangrijkste stad werd Mycene, vandaar dat hun beschaving de Myceense wordt genoemd.
De bouwkunst
De Grieken maakten gebruik van architraafbouw, maar dat hield in dat er veel zuilen nodig waren om het gewicht te dragen. De Romeinen daarentegen hadden de kennis van gewelfbouw en ze ontwikkelden de tongewelven verder tot de kruisgewelven, die uiteindelijk leidde tot de ontwikkeling van koepelgewelven.
Zij waren de grondleggers van onze geneeskunde, wiskunde en sterrenkunde. Ze bouwden klokken, maar ook de eerste vuurtoren, de eerste scheepslift, de eerste stoommachine en de eerste computer.
De klassieke beschaving van de oude Grieken (8ste-4de eeuw v.Chr.) kenmerkte zich door een culturele en politiek-militaire expansie die tot ver buiten de landsgrenzen reikte.
Een cultuur is een groep mensen met dezelfde waarden, normen en gewoonten. Cultuur bestaat uit dingen die we doen en maken, maar het kunnen ook ideeën zijn. Of tradities. De Nederlandse cultuur is anders dan de Franse cultuur.
2500 jaar geleden is Griekenland één van de meest ontwikkelde landen van Europa. In die tijd leven in Nederland de mensen in hutjes van leem en stro, maar in het oude Griekenland worden dan al stenen tempels en paleizen gebouwd.
De tijd van Grieken en Romeinen. De tijd van de Grieken en Romeinen liep van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. We noemen deze tijd ook wel de oudheid. In Griekenland ontstond er een stedelijke cultuur.
Tijd van Grieken en Romeinen – Oudheid 3000 v. Chr. tot 500 n.
Hoewel oud-consul en veldheer Julius Caesar als 'dictator voor het leven' (dictator perpetuus) zou kunnen worden gezien als de grondlegger van het Keizerrijk, is diens achterneef Octavianus de eerste keizer van het Romeinse Rijk.