Woordgroepen zijn combinaties van woorden die bij elkaar horen in een grammaticaal verband (bijvoorbeeld in een zin) maar niet één woord vormen. Tussen de delen van een woordgroep komt een spatie. Voorbeelden: een knappe man, lange treinritten, het groene gras.
Samengestelde woorden zijn woorden die bestaan uit 2 of meer kortere woorden. Die delen zijn dan samengevoegd tot 1 woord. Alle delen van het samengestelde woord kunnen ook los van elkaar gebruikt worden. De woorden huis en baas vormen samen bijvoorbeeld het woord huisbaas.
Bij het oxymoron (de klemtoon ligt op mo) gaat het om twee begrippen die op het eerste gezicht niet samen lijken te gaan, al worden ze wel zo gepresenteerd. Een bekend voorbeeld is 'Er viel een oorverdovende stilte. ' Dat is eigenlijk gek: oorverdovend hoort juist bij lawaai.
Gelijkwaardige woorden
Bij combinaties van twee of meer woorden die ook met elkaar verwisseld kunnen worden.
Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling. Zo kun je met rug en zak de samenstelling rugzak vormen. In het Nederlands kun je ontelbaar veel en in principe oneindig lange samenstellingen maken.
Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen met een verwante betekenis, waardoor een verkeerd nieuw woord of een verkeerde nieuwe uitdrukking ontstaat.
Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel. Een combinatie van een voorzetsel (zoals aan, bij en met) en elkaar schrijf je vrijwel altijd los.
Bestaat het woord uit twee losse woorden die een samenstelling vormen, dan schrijf je een koppelteken. Ontstaat er geen verwarring, dan schrijf je gewoon alles aan elkaar. Is het woord geen samenstelling, maar bijvoorbeeld een meervoud of een enkel woord, dan schrijf je een trema.
Samenstellingen worden in de regel aaneengeschreven, bijvoorbeeld: bierglas, hogeschool, tienkamp, wandelschoenen, badkamerdeurklink. Als er tussen de delen van een samenstelling klinkerbotsing optreedt, is een koppelteken verplicht: milieu-inspectie, auto-ongeluk.
Een tautologie is een woordcombinatie waarin een begrip twee keer of meer wordt genoemd. Ze bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort, vaak met en of of(te) ertussen. Voorbeelden zijn eenzaam en alleen, pracht en praal en niettemin toch.
Een litotes is een stijlfiguur waarbij men door middel van een ontkenning of een verkleinvorm iets schijnbaar verkleint of afzwakt, maar juist met de bedoeling het des te sterker te doen uitkomen.
Zeugma is een Grieks woord, dat 'juk' of 'verbinding' betekent. Het slaat op de verbinding van het ene woord met de twee andere. Andere voorbeelden: Ik nam een besluit en zij de benen.
Een acroniem is een afkorting die bestaat uit de eerste letters van andere woorden, en uit te spreken is als een woord. Deze afkortingen zijn vaak bekender dan de originele term die afgekort wordt.
Definities die `optelefoneren` bevatten:
Contaminatie = 1) Bederf 2) Besmetting 3) Dooreenhalen 4) Foute combinatie van verschillende uitdrukkingen 5) Ineensmelting van twee woorden 6) optelefoneren 7) Taal- of spelfout 8) Verhaspeling 9) Vermenging van twee begrippen 10) Verontre... Contaminatie = ...ng ontstaat.
Koppelteken = Een koppelteken is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen of samenkoppelingen met elkaar verbindt. Het heeft de vorm van het kortste liggende streepje en komt daarmee uiterlijk overeen met het afbreekstreepje en het...
In de Nederlandse spelling hebben verschillende leestekens de vorm van een liggend streepje. Het korte liggende streepje (-) wordt onder andere gebruikt als koppelteken (man-vrouwverhouding), als afbreekteken (wa-ter) en als weglatingsstreepje (chocolade- en vanillepudding).
Er komt een streepje tussen twee delen van een complex woord, als aan de ene of de andere kant van de grens tussen die twee delen speciale tekens voorkomen, zoals hoofdletters, cijfers, symbolen, leestekens, aanhalingstekens of typografische markeringen.
Wanneer gebruik je een trema? Een trema gebruik je als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank kunnen zijn, terwijl ze juist niet bedoeld zijn als één klank. Als je in bijvoorbeeld ruine geen trema schrijft, staat er een ui, zoals in ruit.
Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk.
Als je in de rompzin een tegenwoordige tijd gebruikt, komt er na 'nadat' een voltooid tegenwoordige tijd. Gebruik je in de rompzin een verleden tijd, dan komt er na 'nadat' een voltooid verleden tijd. Staat de rompzin in de voltooid tegenwoordige tijd, dan komt er een voltooid verleden tijd na 'nadat'.
'“Lekker ding” zeg je als je iemand seksueel aantrekkelijk vindt. Je kunt het zowel voor een meisje als voor een jongen gebruiken. Maar let op: het is niet echt netjes om iemand “lekker ding” te noemen. Het is plat taalgebruik.