In de standaardtaal spreekt men in het hele taalgebied doorgaans van een leerling met betrekking tot het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs en van een student als het over het hoger onderwijs gaat.
Wat is voortgezet onderwijs? Het voortgezet onderwijs (of ook wel 'middelbare school') is het onderwijs dat volgt op de basisschool. Meestal gaat een kind naar het voortgezet onderwijs als hij ongeveer 12 jaar oud is en groep 8 heeft afgesloten met een schooladvies.
Er is voor iedereen een functie in het onderwijs
Binnen een school werken niet alleen maar leraren. Een schoolleider, een intern begeleider, een onderwijsassistent, een conciërge, een zorgcoördinator en een roostermaker: elke functie in het onderwijs draagt bij aan een prettig en veilig leerklimaat op school.
vierde klas: 9-10 jaar (groep 6) vijfde klas: 10-11 jaar (groep 7) zesde klas: 11-12 jaar (groep 8)
De beste manier om te kijken of het onderwijs iets voor jou is: loop een dag of meerdere dagen mee op een school. Je ziet het werk van een leraar, je maakt kennis met de doelgroep waar je les aan gaat geven en je ervaart de sfeer op een school. Veel scholen staan open voor meeloopdagen.
Mbo'ers zijn op dit moment volgens de wet 'deelnemers'. Doordat zij officieel geen studenten genoemd worden, ondervinden zij een aantal nadelen. De Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB) pleit er al een lange tijd voor om mbo'ers ook studenten te noemen.
De term student wordt in de standaardtaal gebruikt voor iemand die hoger onderwijs geniet. Onder deze noemer vallen universiteit, hogeschool en hogere beroepsopleiding. In het basisonderwijs is leerling gebruikelijk, in het middelbaar onderwijs leerling of scholier.
Een student of studente is iemand die een studie volgt in het hoger onderwijs, dat wil zeggen aan een universiteit, het hbo of mbo (Nederland), een hogeschool (België) of een college (Verenigde Staten).
Leerlingen onder 18 jaar zonder startkwalificatie
Leerlingen tussen 16 en 18 jaar mogen alleen stoppen met school, als zij een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2 en hoger) hebben. Is dat niet zo? Dan geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent dat uw kind een voltijdopleiding moet volgen.
Het niveau waarmee kinderen instromen in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van het schooladvies van de basisschool. Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
De brugklas is de eerste klas van het voortgezet onderwijs. De term brugklas is geïntroduceerd met de invoering van de Mammoetwet (1963). In Nederland gaan de meeste leerlingen op 12-jarige leeftijd van de basisschool over naar de brugklas. Brugklassen verschillen van elkaar wat betreft 'breedte'.
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
Studenten in het voltijd hbo zijn gemiddeld 23,4 jaar als zij hun diploma behalen. In het onderwijsgebied taalwetenschappen, geschiedenis en kunst is de gemiddelde leeftijd van geslaagden voor voltijdstudies het hoogst (25,3). Vrouwen behalen hun diploma op een gemiddeld jongere leeftijd dan mannen.
Het wettelijk collegegeld is ongeveer €2200,00 per jaar. Dat zijn niet de werkelijke kosten. Die zijn veel hoger. Gemiddeld kost het €5.500 – €10.000,00 om een student een jaar te laten studeren.
Een uitwonend studerend kind kost per maand gemiddeld en ruim genomen 1.150 euro. Een thuiswonend kind 700 euro. Er zijn maar heel weinig ouders die alle kosten voor de studie van hun kind volledig voor eigen rekening nemen.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Het gemiddelde IQ van mensen met een MBO opleiding ligt tussen de 86 en 110 met een gemiddelde van 98. Mensen met een wetenschappelijke opleiding hebben doorgaans een IQ dat ligt tussen de 103 en 128 met een gemiddelde van 115.
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit.
Een leraar in het voortgezet onderwijs verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Dat staat in de cao voortgezet onderwijs (cao vo).
5 redenen om geen leraar te worden
De werklast: 1659 uur in 40 (of zelfs 36) weken. Veel (nakijk)werk in vrije uren. 3. Het salaris: ligt ver achter ten opzichte van andere hbo-banen.
Er zijn wel enkele eisen. Bijvoorbeeld: je hebt minimaal een afgeronde hbo-opleiding óf een afgeronde mbo-opleiding met minimaal drie jaar praktijkervaring in het vak waarin je les wilt geven. Om te bewijzen dat je praktijkervaring hebt, kun je een ervaringscertificaat (EVC ) overwegen.