Een mannetjesvarken heet een beer en een vrouwtjesvarken noem je een zeug. Varkens worden ongeveer 12 jaar oud, maar in de vleesindustrie worden varkens veel eerder geslacht. Per keer kan een zeug wel 12 jonkies krijgen. Jonge varkentjes noem je biggen.
Een mannetjesvarken heet een beer. Een jong varken heet een big en in sommige delen van het land een keu. Een gecastreerd mannetjesvarken heet een barg of borg. Een vrouwtjesvarken dat nog geen biggen heeft gehad heet een gelt.
Bjarki = Bjarki is een Nederlandse jongensnaam. Het betekent `berenjong`. jong = ...ng|en (meerv.) pas geboren dier Voorbeelden: `Onze poes heeft twee jongen gekregen.
Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel. Alle mannelijke nakomelingen tussen deze kruisingen zijn onvruchtbaar.
Kalf – jong dier, ook wel 'kuuske' genoemd (stierkalf = mannelijk, vaarskalf = vrouwelijk); Pink – eenjarig kalf, ook wel 'hokkeling' genoemd; Var – jonge stier; Vaars – jonge koe die voor het eerst is gedekt, ook wel 'maal' of 'eerstekalfskoe' genoemd.
Een babypaard heet een veulen. Je hebt ook kleinere paardenrassen en die noemen we pony's. Een volwassen pony komt met zijn schoft (schouders) niet boven de 1,47 meter. Een paard is een hoefdier en wordt gemiddeld tussen de 20 en 25 jaar oud.
Een vrouwelijk schaap wordt ooi genoemd, een mannelijk dier een ram en een jong een lam.
Dit wordt paaien genoemd. Er zijn echter ook soorten als de guppy en zwaarddragers waarbij de eitjes inwendig worden bevrucht en volledig ontwikkelde jongen ter wereld komen. Visseneitjes zijn over het algemeen klein en doorzichtig, evenals de larve.
Het kalf blijft bij zijn moeder tot tien of vijftien dagen voordat de moeder het volgende kalf zal werpen. Dan zal de moeder haar jong wegjagen. De eland wordt over het algemeen in het tweede jaar geslachtsrijp.
Een vrouwtje wordt een zeug of bagge genoemd. Jonge of eenjarige wilde zwijnen heten biggen of frislingen. Tweejarige wilde zwijnen heten overlopers.
[dierkunde] vrouwelijk lid van de berenfamilie.
Wanneer een hond op de wereld komt dan noemen we hem of haar een puppy of wel een pup, “Meine kleine Poepie”. Puppy's blijven tot ze 6 of 7 weken oud zijn in het nest bij hun moeder en gaan dan op eigen benen staan. Op een leeftijd van 7 tot 9 weken zijn hun zintuigen volledig ontwikkeld.
Bekende welpen zijn de jongen van wolven, tijgers en leeuwen, maar ook het jong van bijvoorbeeld een beer en een otter wordt welp genoemd. Ook bij de hond, wordt een jong aangeduid als welp, maar pasgeboren honden worden pup(py) genoemd.
De merrie is een jaar zwanger. Dan wordt de baby-zebra, het veulen, geboren. Zijn strepen zijn nog niet zwart, maar bruin. Na tien minuten kan het veulen staan en na een uur kan hij al lopen en rennen.
Een jong geitje heet een lam. Een gecastreerde bok is een hamel. Soms wordt een vrouwelijke geit geboren met mannelijke geslachtskenmerken. Dat wordt een kween of kwee genoemd.
Uitdrogingsgevaar is er niet, maar ze kunnen wel opzwellen. Daarom plassen ze veel. Ze hebben een cloaca of een opening achter de anus waar de plas en poep uitkomt. Indien je dus een zeevis in zoet water zet dan zal deze niet overleven.
Haaien zijn vissen en net als andere vissen leggen de meeste haaien eitjes. De meeste haaienvrouwtjes broeden hun eitjes binnenin hun lichaam uit. Na het uitbroeden komen er levende babyhaaitjes uit hun lichaam ('eierlevendbarend'). Haaien hebben geen botten, maar hun skelet bestaat uit kraakbeen.
Spoiler alert: dolfijnen zijn eigenlijk walvissen. Althans, ze behoren tot de familie van walvisachtigen. Wetenschappelijk gezien behoren alle walvissen, dolfijnen en bruinvissen tot de Cetacea (walvisachtigen).
Bij schapen wordt het mannetje een ram genoemd, het vrouwtje een ooi en het jong een lam. Een gecastreerde ram heet een hamel.
Dan heb je een zogeheten leplam, potlam, of paplam. Je merkt dit eigenlijk al vrij snel na de geboorte. Grijp niet te gauw in, want het kan gebeuren dat de moeder het lam alsnog accepteert.
Ram Lamb - een mannelijk lam, jonger dan een jaar. Ooi Lam - een vrouwelijk lam, jonger dan een jaar. Hogget - een mannelijk of vrouwelijk schaap tussen 1 - 2 jaar oud, ook wel 'eenjarig schapenvlees' genoemd.
Een mannetjes-nijlpaard heet stier, een vrouwtje een koe en een jong een kalf. Het gebied waar een nijlpaard de baas is, heet een territorium.
Veulen: Paard tot één jaar oud. Jaarling of Enter: Paard tussen de één en twee jaar oud. Twenter: Paard tussen de twee en drie jaar oud. Ruin: Gecastreerde hengst.
foal {znw.}