Het intro van uw boek is het moment waarop de lezer kennismaakt met de inhoud van uw boek. Zoals bij veel kennismakingen, is ook bij uw boek de eerste indruk allesbepalend. Mede door het intro wordt namelijk bepaald of de lezer het boek gaat lezen of niet.
De titelpagina is soms de eerste bladzijde van een boek. Gebruikelijker is dat de titelpagina de derde bladzijde is; ze wordt dan voorafgegaan door een 'Franse titel' waarop alleen de titel staat. Deze term zou een verbastering zijn van 'voordehandse titel'.
Na de titel komt een begin, een inleiding. Een inleiding is een stukje van het verhaal dat vertelt waar het ver- haal over gaat. Nadat je de inleiding van een verhaal gelezen hebt, weet je vaak waar het verhaal over gaat.
Een boek in traditionele zin is een samengevoegde hoeveelheid papier met tekst, afbeeldingen of allebei. Daarnaast wordt met de term de betreffende informatie, of een soortgelijke verzameling informatie, aangeduid ('een boek schrijven', 'een boek downloaden').
Begin meteen met het introduceren van je verhaalidee. Vaak is het verhaalidee het antwoord dat je zou geven op de vraag: 'waar gaat je verhaal over? ' Het idee is de reden dat de lezer jouw boek koopt: de tekst op de flaptekst prak hem of haar aan.
De eerste zin is ook een uitnodiging. Je steekt een hand uit, in de hoop dat de lezer hem schudt. Met het begin van een verhaal wil je een lezer prikkelen om verder te lezen. Je wilt de lezer bij de hand pakken en het verhaal intrekken.
Veel korte verhalen beginnen met een zin als dialoog, en zoomen vervolgens uit om aan te geven wie spreekt of waar de spreker zich binnen een scène bevindt. Meestal wordt de dialoog onder ander gevoerd door een hoofdpersoon of een van de centrale personages in het verhaal.
Dat is de Diamond Sutra uit het jaar 868. Het is in 1907 gevonden in een grot in Dunhuang in China. Een boekrol gedrukt op grijs papier met Chinese tekens, gedraaid om een houten stok.
De tekst op de achterzijde van je boek is nog belangrijker dan de inhoud. Want een slechte flaptekst zorgt ervoor dat geen mens je boek openslaat of online gaat bekijken. Besteed daarom veel aandacht aan de flaptekst.
boek (zn) : band, boekdeel, boekwerk, bundel, deel, foliant, paperback, pil, pocket. boek (zn) : boekblok, boekje, kasboek, kladboek, ledenlijst, leesboek.
In de inleiding wil je: het onderwerp introduceren, de lezer interesseren, en. de relevantie van het onderwerp aantonen.
Het intro van uw boek is het moment waarop de lezer kennismaakt met de inhoud van uw boek. Zoals bij veel kennismakingen, is ook bij uw boek de eerste indruk allesbepalend. Mede door het intro wordt namelijk bepaald of de lezer het boek gaat lezen of niet.
Term uit de drukkerswereld voor die onderdelen van een boek die zich bevinden voor de hoofdtekst, zoals franse titel, titelblad, voorwoord, opdracht, inhoudsopgave en inleiding. Het is onderdeel van de peritekst en tevens van de paratekst.
Schutblad – ook wel schutvel genoemd – is een stuk papier dat het boekblok beschermt en het binnenwerk met de omslag verbindt. Dat proces heet 'het inhangen van een boek'. Schutbladen zijn de eerste en de laatste twee pagina's van een boek en worden alleen bij boeken met een harde kaft gebruikt.
In zijn algemene betekenis is een katern een verzameling van een aantal in elkaar geschoven gevouwen bladen perkament of papier die de basiseenheid vormen bij het binden van een boek of een brochure.
De rug van het boek is het deel dat in de boekenkast zichtbaar is als het boek naast een ander boek staat. Daarom is de rug misschien wel het belangrijkste onderdeel van het boek. Toch wordt er meestal te weinig aandacht aan besteed. De tekst op de rug heet simpelweg de rugtekst.
Een cover valt of staat met een goede titel. De titel is vaak het eerste wat iemand leest wanneer hij of zij een boek cover ziet. Daarom is het belangrijk een pakkende titel te hebben. De titel moet uitnodigen om het boek te willen lezen.
De boekdrukkunst is rond 1450 uitgevonden door Johannes Gutenberg te Mainz. In de tweede helft van de vijftiende eeuw verspreidde ze zich over heel Europa.
In de praktijk blijkt dat je dit aantal gerust 4 tot 6 keer kunt vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld: verkoop je vooraf 250 exemplaren? Dan kun je denken aan een oplage van 1000 tot 1500 boeken voor de eerste druk.
Google weet het precies: er zijn nu 129.864.880 boeken in de wereld!
Een verhaal heeft een vaste opbouw. Er zijn altijd vier elementen: een hoofdpersoon met een probleem, een zoektocht met een worsteling, een wending met een aha-moment en het inzicht of het resultaat. En vervolgens kan het verhaal ook doorverteld worden.