Non-binair is een paraplubegrip. Er zijn verschillende termen voor genderidentiteiten die zich buiten het binair gendermodel stellen; “genderqueer”, “gender non-conform”, “
Sinds 2016 heeft het Nederlands naast 'zij' en 'hij' en 'haar' en 'hem' ook het genderneutrale woord 'hen' als voornaamwoord in de taal opgenomen. Dit kan gebruikt worden voor mensen die zich niet identificeren als man of vrouw. Mensen zoals Thorne, Nanoah en Sky.
Als iemand geen keuze maakt in de genderidentiteit man of vrouw spreken we van non-binair. Non-binaire personen voelen zich een beetje jongen/man en meisje/vrouw, of juist geen van beiden. Of zij voelen zich soms jongen/man en soms meisje/vrouw. Dit heet genderfluïde.
Meer mensen in de non-binaire Facebookgroep gaven aan dat hun broers en zussen hen 'sibbe' of 'sibbel' noemden. Een andere creatieve oplossing voor broers en zussen van non-binaire mensen is om het om te draaien, en te zeggen: 'Ik ben de broer/zus van X.
Het Nederlands heeft eindelijk een genderneutraal voornaamwoord. Naast 'hij' en 'zij' is er nu een derde, genderneutrale optie: 'hen. '
Genderqueer is niet nieuw
Het kan echter ook volgens zijn schaal dat men zich zowel man als vrouw voelt, maar ook man nóch vrouw. Men kan zich zelfs soms man, soms vrouw voelen.
Neovoornamen of neopronouns is een categorie voornaamwoorden die onafhankelijk zijn van de traditionele derde persoon voornaamwoorden. In de meest strikte zin is een neovoornaam een voornaamwoord dat niet gebaseerd is op een zelfstandig naamwoord en niet hij/hem, zij/haar, het/zijn, of zij/hen is.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: de meest bekende zijn man en vrouw. Daarnaast bestaan ook trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair, agender,.. Meestal worden genderidentiteiten verzameld in twee grote groepen: transgender en cisgender.
Cisgender en binaire hokjes
Als je cisgender bent, komt je genderidentiteit (hoe je je voelt van binnen) overeen met je geboortegeslacht. Bijvoorbeeld: je bent geboren met een penis en je voelt je man. Of je voelt je vrouw en bent geboren met een vulva. Dit valt binnen het 'binaire geslachtsmodel'.
Opnieuw. Lieve lezer. ' Regenboogtaal luidt te titel van die column en hij (column is vooralsnog een mannelijk woord) gaat natuurlijk over het voornemen van Amsterdam om voortaan 'inclusieve taal' te gebruiken, taal waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.
Cis komt uit het Latijn en betekent 'aan deze kant'. Trans staat voor 'aan de andere kant'. Een cisvrouw is dus een vrouw die geboren is met de geslachtskenmerken van vrouwen en die zich ook vrouwelijk voelt. Een cisman is een man die geboren is als man is en zich daar prettig bij voelt.
Sommige jongeren noemen zichzelf panseksueel. Dat betekent dat ze op mensen verliefd worden en dat het niet uitmaakt of iemand nou een meisje, een jongen of iets ertussenin is. 'Pan' betekent namelijk 'alles' in het Grieks. Meer over lesbisch, homo, bi.
Wanen of waanbeelden zijn verkeerde gedachten of ideeën over gebeurtenissen in de realiteit. Deze wanen komen niet overeen met de werkelijkheid, maar iemand met een psychose gelooft hier heel sterk in. Voor die persoon is die waan werkelijkheid geworden, hoe vergezocht ook.
Non-binair en genderqueer
Je kunt je bijvoorbeeld non-binair noemen: dat betekent dat je niet het een of het ander bent; je ontstijgt de tweedeling. Genderqueer betekent eigenlijk ook dat je geen vaste genderidentiteit hebt, of dat je tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid beweegt.
Wat ook nog weleens verward wordt is androgyniteit met non-binariteit. Maar dat is echt iets anders, want androgyne-zijn is een gender-expressie en geen gender-identiteit. Je kunt er niet non-binair uitzien, want er is geen uiterlijk voor een non-binair persoon. Dat bestáát gewoon niet.
In plaats van “meneer” of “mevrouw” kun je iemands naam gebruiken in de aanhef van een brief of mail. Waar je eerst bijvoorbeeld “Beste meneer Malali” zou zeggen, zeg je nu: “Beste Rodrigo Malali”. Of Rodrigo nu een man, vrouw of non-binair persoon is, is dan irrelevant.
Pangender is een multi gender niet-binaire genderidentiteit die verwijst naar een enorme en diverse veelheid van geslachten in hetzelfde individu die zich oneindig kan uitstrekken, altijd binnen de eigen cultuur en levenservaring, en al dan niet onbekende geslachten kan omvatten.
Queer. Queer betekent eigenlijk 'vreemd'; er is niet echt een goede Nederlandse vertaling voor. Het staat voor een open, brede genderidentiteit en/of seksuele identiteit. Vaak noemen mensen zichzelf queer als ze zichzelf niet een vaststaande gender en/of seksuele identiteit toekennen, of die afwijzen.
2. Panseksueel. Deze term wordt gebruikt door mensen die zich aangetrokken voelen tot het innerlijk van iemand. Mensen die zich zien als panseksueel vallen dus niet op iemands geslacht of op een bepaalde genderidentiteit, maar op de persoonlijkheid van diegene.
Cisgender of cisseksueel (verkorte vorm cis) betekent een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Het is de tegenhanger van transgender en transseksueel, waarbij het geboortegeslacht en de genderidentiteit niet overeenkomen.
Zelfstandige naamwoorden hebben een woordgeslacht (ook wel grammaticaal geslacht of genus genoemd). Dat woordgeslacht bepaalt de keuze van het bepaald lidwoord en speelt ook een rol bij de keuze van de meeste voornaamwoorden. Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
De grote doorbraak van het concept gender werd in gang gezet door Joan Scott, die in 1986 haar baanbrekende artikel 'Gender: A Useful Category of Historical Analysis' schreef. Daarin betoogde ze dat het een fabeltje is dat elke sekse zijn eigen wereld heeft die niet in contact staat met de wereld van de andere sekse.
Dat kan dan als volgt luiden: “My name is Jane Doe, my pronouns are he/him/his”- waarmee die persoon (vrouwelijk qua biologisch geslacht bij de geboorte) aangeeft zichzelf als mannelijk te zien (qua “gender identity”) en ook zo te willen worden aangesproken.
Hij is de onderwerpsvorm van de derde persoon enkelvoud. Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult. Hem is de voorwerpsvorm. Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat.
Nieuwe voornaamwoorden voor non-binaire personen
'Als je verwijst naar een man, gebruik je meestal hij/hem. Naar een vrouw meestal zij/haar. Maar er zijn ook genderneutrale voornaamwoorden, ook wel pronouns genoemd, zoals die/diens of hen/hun, waarmee sommige genderneutrale personen graag worden aangesproken.