Het wordt als leenwoord gebruikt in westerse talen bij Japanse zelfverdedigingskunsten en vechtsporten zoals het jiujitsu, karate, judo, aikido en ook in de zentraditie wordt een leraar met sensei aangesproken. Het woord wordt uitgesproken als 'sen-see' en niet als 'sen-sij', wat ook vaak gehoord wordt.
sen·sei ˈsen-ˌsā meervoud sensei of senseis . : een leraar of instructeur, meestal van Japanse vechtkunsten (zoals karate of judo)
Een beoefenaar van judo heet een judoka. Judo is uitgegroeid tot een wedstrijdsport die wereldwijd veel beoefend wordt, en is tevens een olympische sport sinds 1964.
Een judoleraar wordt sensei (先生) genoemd. Traditioneel was die titel voorbehouden aan instructeurs van 4e dan en hoger.
Voor een senior lid van een groep die nog niet het niveau van sensei heeft bereikt, wordt de term senpai (先輩) gebruikt. Let op het gebruikelijke gebruik van 先 "voor"; in vechtsporten wordt dit met name gebruikt voor het meest seniore niet-sensei lid.
Omdat de hoogste dan-rang die een levend persoon in judo kan bereiken of postuum kan krijgen, nog steeds de 10e dan is, wordt elke judo-dan-rang hoger dan de 10e dan nu beschouwd als een puur historische, theoretische optie.
Judo is één van de meest bekende budo-activiteiten ter wereld. Het gaat bij Judo om balans, zowel fysiek als mentaal. Judo is een zware sport en wordt vaak onderschat.
Bij het groeten voor de aanvang van de les zitten alle judoka's in kniezit (seiza) naast elkaar.De hoogst gegradueerde judoka's zitten het dichtst bij de kamiza.
Fransman David Douillet en Japanse Ryoko Tani zijn beste judoka's aller tijden. David Douillet is verkozen tot beste judoka aller tijden tijdens een gala in Parijs, waarop ook de 60ste verjaardag van de internationale judofederatie (FIJ) werd gevierd.
De meest gebruikte term die de meeste mensen kennen, is de Japanse term Sensei .
Door middel van gevarieerde en intensieve training verbetert Judo de algehele fysieke conditie van kinderen. Het ontwikkelt hun kracht, flexibiliteit, coördinatie en motorische vaardigheden. Regelmatige beoefening van Judo draagt bij aan een gezonde groei en helpt kinderen om actief en fit te blijven.
Bij het judo is de judoband (Japans: Obi) is een belangrijk onderdeel van het judopak. Het geeft de gradatie aan van de judoka en wanneer de knoop van de judoband goed gemaakt is houdt de judoband de judojas (Uwagi) stevig bij elkaar.
De term tatami wordt ook gebruikt als referentie aan de mat die aangewend wordt bij de beoefening van Japanse zelfverdedigingskunsten zoals het jiujitsu, aikido en judo. In het laatste geval wordt de mat ook vaak judomat genoemd.
Met een ippon in judo wordt een wedstrijd in één aanval beslist. Dit kan dus al na een seconde het geval zijn. Ippon is de hoogst mogelijke score in judo. Bij het grondgevecht kan deze score op verschillende manieren worden gehaald; voorbeelden zijn de armklem en de wurging.
Judo is opmerkelijk populair over de hele wereld. Er zijn meer dan 50 miljoen judoka's in meer dan 200 landen . Enkele van de populairste judolanden zijn Japan, Frankrijk, Canada, Rusland en Brazilië.
Buigen doe je om respect te tonen voor je leraar(s) (sensei) en je mede judostudenten (judoka) . Het wordt ook gebruikt om dankbaarheid te tonen voor de oefening. Buigen is op geen enkele manier religieus en is vergelijkbaar met de 'Amerikaanse handdruk'.
Een dojo (道場) is een zaal waarin men oefent in Japanse zelfverdedigingskunsten of vechtsporten zoals jiujitsu, judo, karate, kobudo en aikido of waarin zazen (een vorm van Japanse meditatie) beoefend wordt.
Bij het buigen in het begin van de les zeg je respect te hebben voor het judo, de leraar, voor degene waar je mee werkt, voor de andere judoka's en jezelf. Ook zeg je met je buiging dat jij je op de juiste manier gedraagt in de dojo. Je doet geen dingen die tegen de regels van het judo in zijn.
Judo is een zware sport ! Verbeteringen en prestaties komen niet altijd gemeten - vergeet niet om altijd gefocust te blijven op de kleine stappen die leiden tot de grote worpen! In dominante positie zijn. Technieken aan elkaar koppelen.
Belangrijke judoregels zijn:
Niet knijpen, niet bijten, niet schoppen, niet slaan, niet aan de haren trekken, niet aan het gezicht of niet aan de keel komen. Kortom, je mag elkaar niet opzettelijk pijn doen. Judo is fijn zonder pijn. Respect hebben voor elkaar, schelden en commanderen doen we dan ook niet.
Daar vechten deze vier judoka's onderling in een soort 'schaduw-halve finales' voor een plekje in een kamp om het brons. De twee winnaars van de herkansingen vechten om de medaille tegen een verliezende halvefinalist. Zo komen we dus tot twee kampen voor het brons en dus ook twee bronzen medaillewinnaars.
Blauwe band is een overgangsgraad en weinig mensen blijven lang op die rang . Zodra er een verbintenis ontstaat om Judo te leren, zullen studenten vaak doorstromen naar de bruine band. In feite zegt de blauwe band: "Ik ben aan mijn reis begonnen."
Om beter te worden in judo moet je uiteraard gewoon veel judoën… Maar om echt krachtiger en sneller te worden dan je trainingsmaatjes en tegenstanders moet je een sportspecifiek krachttraining schema volgen. Hierbij is het belangrijk vooral kracht en explosiviteit te trainen, de buikspieren, schouders, rug en biceps.
Een shido wordt uitgegeven voor kleine overtredingen zoals overmatige passiviteit, het gebruiken van een manoeuvre die de ontwikkeling van een techniek belemmert, het gebruiken van een techniek die een risico op blessures voor de tegenstander oplevert . Shido op het scorebord wordt weergegeven met een gele kaart.