pauzevlam of kleine gele: gasknop bijna dicht en luchtschijf helemaal dicht. kleine blauwe vlam: gasknop bijna dicht en luchtschijf een heel klein beetje open. grote blauwe vlam: gasknop open en luchtschijf een heel klein beetje open. ruisende blauwe vlam: gasknop open en luchtschijf open.
Gele vlam of pauzevlam
Deze gele vlam wordt ook wel pauzevlam genoemd. Je stelt de brander in op de pauzevlam als je de brander tijdelijk niet gebruikt. De gele vlam is niet geschikt om voorwerpen te verwarmen omdat er roet vanaf komt. De voorwerpen zouden dan vies en zwart worden.
Wanneer de luchttoevoer bijna volledig gesloten is en er niet zoveel zuurstof bij kan, zie je een gele vlam. De moleculen in het aardgas reageren dan met minder zuurstofmoleculen dan mogelijk is. Zo krijgen we een onvolledige verbranding. Daarbij ontstaat roet, koolstofmonoxide (CO) en water.
Een vlam is onderop blauw. Het midden is wit en rondom de vlam is het geel. Deze kleuren worden bepaald door de temperatuur van de vlam. Het blauwe deel is het heetst, daarna het witte deel en het gele deel van de vlam is het minst warm.
Het blauw net onder het wit is het heetst. Rnd 1200 celsius.
Een fornuisglasvlam varieert in temperatuur gemiddeld tussen 250 - 320 graden ceslsius. Genoeg om water te koken, onvoldoende om ijzer of staal te smelten. Daarvoor zijn Hoogoven temperaturen nodig.
Om lichtgroene vlammen te maken gebruik je borax. Om groene vlammen te maken gebruik je aluin. Om oranje vlammen te maken gebruik je natriumchloride. Om paarse vlammen te maken gebruik kaliumchloride.
Een rode, gele of oranje vlam komt door een lage temperatuur, een blauwe of witte vlam wordt veroorzaakt door een hogere temperatuur.
Wetenschappers hebben een temperatuur van vier biljoen graden Celsius gecreëerd in een laboratorium. Dit is 250.000 keer heter dan de temperatuur in het centrum van de zon.
De temperatuur van een magma of lava hangt af van zijn samenstelling, en kan variëren tussen iets minder dan 600 °C en 1250 °C. Basaltisch magma/lava is de meest voorkomende soort en kent ook de hoogste temperaturen: ongeveer 1000 - 1250 °C. Magma's met een andere samenstelling zijn iets minder heet.
Vocht in de lucht, maar ook stof of andere partikels kunnen de vlam van een kookbrander oranje kleuren. CO kleurt de vlam geel. Soms zie je bij een vlam van een kookbrander gele tippen en soms zelfs een koolstofslier (roet) ervan afkomen. CO ontstaat als een vlam afkoelt, bijvoorbeeld door een pandrager.
In de gele lichtgevende zone is de temperatuur van de vlam ongeveer 1200°C. De kaars dankt haar toepassing als lichtbron aan de onvolledige verbranding van het kaarsvet in deze zone.
Bij een perfecte verbranding heeft een gasvlam een blauwe kleur, bij minder rijk gas slaat ze misschien oranje of rood uit. Maar dan nog zorgen de netbeheerders er voor dat de caloriewaarde van het gas aan de normen voldoet.
Het geel van een vlam zijn gloeiende koolstofdeeltjes. Die zijn er alleen als er geen volledige verbranding is. Het blauw of soms beetje groen is de kleur van de volledige verbranding van koolwaterstoffen, waar nog een kleine verontreiniging van metalen in zit.
Controleer regelmatig of u goed stookt.
Kleurloze rook wijst op een goede verbranding. Gekleurde rook (wit, grijs, zwart, blauw) duidt er op dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel moet heldergeel zijn en niet flakkeren. Een oranje, onregelmatige vlam duidt op een niet volledige verbranding.
Vuurwerk dankt zijn mooie kleurtjes aan de verschillende metaalzouten die door verhitting bepaalde vlamkleuren veroorzaken. Zo krijg je een groene kleur bij boraten, kleurt een vlam met koper blauwgroen, levert strontiumchloride een rode kleur op en geeft kalium een paarse vlam.
Oranje is minder heet en minder goede verbranding. Blauw is een hetere vlam.
Aan het vlammetje in een cv-ketel kunt u zien of de ketel zuurstofgebrek heeft. Een geel-oranje vlam in het toestel wijst op te weinig zuurstoftoevoer. Bij een goede verbranding is de vlam mooi blauw.
Vuur ontstaat als er een brandbare stof, zuurstof en warmte (temperatuur) in de juiste verhouding en hoeveelheid aanwezig zijn. Deze drie elementen vormen samen de zogenaamde vuurdriehoek.
Een gewoon vuur van brandhout heeft een temperatuur tussen de 750 en 800 graden Celsius. Een typisch haardvuur.
Het ontsteken van vuur gebeurt met warmte. Deze warmte moet zo erg zijn, dat brandstof en de aanwezige zuurstof ontbranden. Als dit het geval is, vatten de brandstof en zuurstof vlam en verspreid de brand zich. Vuur is dus heet, omdat hitte nodig is om de brand te ontsteken en om de brand te laten branden!
Vuur heeft geen schaduw, omdat vuur licht manifesteert en duisternis verdrijft. De boodschap: zend licht uit en duisternis verdwijnt.
Bij het bakken komt de temperatuur van de pan tussen de 200 en 250 graden Celsius, maar het kan voorkomen dat de pan heter wordt, zeker als deze op de warmtebron blijft staan na gebruik (als je het gas vergeet uit te zetten), de pan zal dan ook verbranden en gaan stinken, vogels kunnen doodgaan aan de gassen die ...
Wanneer je de snelkookplaat inschakelt, wordt direct het volle vermogen opgewekt, zodat de plaat zo snel mogelijk wordt verhit tot een temperatuur van 600 graden Celsius.