Er bestaan veel verschillende dichtvormen, bijvoorbeeld: sonnet, haiku, kwatrijn, rondeel, limerick, ollekebolleke etc. Aan iedere dichtvorm zijn regels verbonden op het gebied van structuur, klank, ritme en/of inhoud.
Onder vrije poëzie of vrije verzen wordt verstaan die poëzie waarin de traditionele versvormen niet worden gehanteerd. Er is dus geen sprake van metrum of maatsysteem, eindrijm of een vaste strofenbouw, of een traditionele vaste vorm als sonnet of kwatrijn.
Wat is een haiku? Het is een kort, niet-rijmend gedicht van (meestal) 17 lettergrepen in drie regels: vijf lettergrepen. dan zeven lettergrepen.
Een limerick is een dichtvorm van vijf regels met een vrij strak metrum: twee regels met drie amfibrachen (∪—∪ ∪—∪ ∪—∪), twee regels met een amfibrachys en een jambe (∪—∪ ∪—) en afgesloten door weer een regel met drie amfibrachen. Het rijmschema is a a b b a.
Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.
Een rondeel is een gedicht waarvan bepaalde regels op afgesproken plaatsen terugkomen. Het rondeel dat vrij gemakkelijk met kinderen te schrijven is, telt acht regels. Regel 1 komt terug als regel 4 en als regel 7. Regel 2 is precies hetzelfde als regel 8.
Het rijmschema van de limerick is a a b b a. De eerste, tweede en vijfde regel rijmen dus op elkaar, net zoals de derde en de vierde regel. In de eerste regel van een limerick wordt vaak een persoon en/of plaats geïntroduceerd. De laatste regel bevat bijna altijd een pointe; een onverwachte wending.
Een elfje bestaat altijd uit 5 regels: Op de eerste regel staat één woord. Op de tweede regel staan twee woorden. Op de derde regel staan drie woorden. Op de vierde regel staan vier woorden.
Haiku (俳句; meervoud: haiku of haiku's) is een vorm van Japanse dichtkunst, geschreven in drie regels waarvan de eerste regel 5, de tweede regel 7 en de derde regel weer 5 lettergrepen telt.
Enjambement is het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels. De mogelijke redenen om dit te doen zijn onder andere: Het creëren van ongebruikelijk rijm.
Abstract: Poëzie waarin letter- beeld- en tekstmateriaal, pictogrammen, tekens en tekstfragmenten door elkaar worden gebruikt. Tekst: De visualiteit van de taal, schrift, beeld en tekst voegt literatuur en beeldende kunst tot een nieuwe eenheid samen.
Er zijn wat betreft de inhoud volgens Aristoteles drie soorten of genres poëzie: lyrische gedichten zijn kort en bespiegelend, epische gedichten vertellen een verhaal, en dramatische poëzie betreft toneelstukken in verzen.
Een vers (ook: versregel of dichtregel) is een regel uit een gedicht, dat wil zeggen een groep woorden die horizontaal van links naar rechts op de pagina staan en een eenheid vormen. In deze betekenis is het via het Frans ontleend aan het Latijn (versus: rij, regel, versregel).
Kwatrijn: een gedicht met 4 regels. De rijm hierin kan AABB, ABBA of ABAB zijn (zie het volgende kopje 'soorten rijm').
Een haiku schrijven lijkt zo simpel. Je schrijft een gedicht van drie regels met 5, 7 en 5 lettergrepen en je bent klaar. Het hoeft niet eens te rijmen. Echter een goede haiku schrijven, eentje waarmee je ook de lezer een plezier doet, dat is een stuk minder eenvoudig.
Een naamgedicht is een gedicht waarbij je de letters uit je naam gaat gebruiken om zinnen mee te maken! Het kan zowel een rijmend als een niet rijmend gedicht zijn.
Een acrostichon (ook: naamdicht of lettervers) is een gedicht waarvan bepaalde, meestal de eerste, letters van iedere regel of strofe, achter elkaar gelezen zelf ook een woord of zin vormen.
Een klassiek sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels en met de volgende structuur: eerst twee kwatrijnen en daarna twee terzinen. De wending komt meestal na de tweede strofe, maar later in het gedicht komt ook voor. Een klassiek sonnet noemt men ook wel een Petrarcasonnet.
Een limerick is een soort gedicht dat bestaat uit 5 regels. Het rijmschema van het gedicht is AABBA. In de eerste regel gaat het meestal over een mens of dier en een plaatsnaam. De regels 1, 2 en 5 rijmen met elkaar en er is een ander rijm tussen de kortere regels 3 en 4.
Term uit de prosodie voor een versvoet bestaande uit een daling, gevolgd door een heffing, zoals in het woord 'vĕrbānd' (met het woordaccent op de tweede syllabe). In de Nederlandstalige metrische (metrum) poëzie komt de jambe veel voor. Waarschijnlijk is deze versvoet de meest gebruikte.
Een dichtvorm waarin hele regels herhaald worden. Gewoonlijk telt het rondeel acht regels en dan zijn de regels 1, 4 en 7 aan elkaar gelijk en de regels 2 en 8. Als een rondeel bestaat uit twaalf of dertien regels wordt het rondeau genoemd. Dan zijn meestal de regels 1, 7 en 12 of 13 dezelfde en 2 en 8.