Een os is een gecastreerd mannelijk rund (stier). De os is een van de oudste door de mens gebruikte trekdieren.
Over het algemeen is jongvee eigenlijk al het vee dat nog geen koe is: vee dat nog niet gekalfd heeft. Jongvee vanaf een jaar oud wordt een pink genoemd. Jongvee vanaf zo'n vijftien maand, de leeftijd waarop ze gedekt of geïnsemineerd worden, wordt een vaars genoemd.
Koeien leven in kuddes en krijgen een kalfje als ze ongeveer twee jaar oud zijn. Een koe is een vrouwtjesrund en een mannetjesrund noemen we een stier. Een rund heeft van nature horens om zich te verdedigen. Koeien kunnen wel 20 jaar oud worden, maar worden meestal al eerder geslacht voor het vlees en de vacht.
Een eenjarige koe wordt een pink genoemd, een tweejarige een vaars.
Een pink is een eenjarig rund. Het jonge rund is dan geen kalf meer, maar moet nog volwassen worden. Een andere benaming voor een eenjarig rund of paard is "enter".
Vanaf haar tweede jaar krijgt een koe jaarlijks een kalfje. Een jonge koe, die nog maar één keer een kalfje heeft gekregen, heet een vaars (2 tot 3 jaar).
gust, bn.: niet drachtig, onvruchtbaar (van koe). Een guste koeie 'koe die geen melk meer geeft'. Mnl., Mnd.
Kalf – jong dier, ook wel 'kuuske' genoemd (stierkalf = mannelijk, vaarskalf = vrouwelijk); Pink – eenjarig kalf, ook wel 'hokkeling' genoemd; Var – jonge stier; Vaars – jonge koe die voor het eerst is gedekt, ook wel 'maal' of 'eerstekalfskoe' genoemd.
Een kalf is het jong van een koe, maar bij andere grote zoogdieren wordt de aanduiding ook gebruikt. Het baren noemen we kalven of afkalven, en het pasgeboren kalf heet een nuchter kalf, afgekort nuka. Een vrouwelijk kalf wordt ook vaarskalf, koekalf of kuis genoemd, een mannelijk kalf is een stierkalf of bul.
Een koe is een vrouwelijk rund en als moederdier een belangrijke producent van melk. Een melkkoe geeft in een lactatieperiode tussen de 5 en 60 liter melk per dag, gemiddeld 25 liter melk per dag. Een koe wordt gemiddeld 315 dagen per jaar gemolken.
Os – gecastreerde stier; Droge koe – koe die enkele weken geen melk geeft om op krachten te komen voor het kalven, ook wel 'droogstaande koe' of 'drooggezette koe' genoemd; Nieuwmelkte koe – koe die net heeft gekalfd en begint aan een nieuwe lactatieperiode, ook wel 'verse koe' of 'nieuwmelkse koe' genoemd.
De mannelijke vorm noemen we een stier en de vrouwelijke vorm noemen we een koe. Een stier kan veel groter dan een koe worden en de stieren kunnen agressief worden. Een gecastreerde of gesneden stier noemen we een os. Een os is minder agressief dan een stier.
De meeste koeien hebben van nature hoorns. In de biologische dynamische melkveehouderij houden koeien hun hoorns. Ze vormen een wezenlijk onderdeel van de koe. De koeienhoorn is meer dan alleen de dode buitenste hoornlaag.
Een vaars is een jongvolwassen koe (vanaf 1,5 jaar) die gedekt is, maar nog geen tweede kalf heeft gekregen. Een vaars wordt ook wel een "eerste kalfskoe" genoemd.
Wat je moet weten! In tegenstelling tot stereotypen, zijn koeien geen hersenloze wezens. zelfs, compleet met het laten van tranen net als mensen.
Afkalven is een belangrijke fase in de levensloop van een koe. Na ongeveer negen maanden dracht is het kalf volledig ontwikkeld en zal het afkalfproces op gang komen. Voordat een koe gaat afkalven heeft zij ongeveer twee maanden drooggestaan of de koe verwacht haar eerste kalf.
Kalfsvlees is van jonge runderen. De leeftijd ligt doorgaans rond de 6 tot 7 maanden. Een kalf is tot 1 jaar een kalf, daarna wordt het een rund genoemd. Het vlees wordt dan rundvlees genoemd.
Interessant is de reactie waarin iemand aangeeft in het Nederlands voor alle dieren drachtig te gebruiken, maar in het Fries een veel fijner onderscheid te maken: in kalve ko (koe), in foal hynder/skiep (paard/schaap), in baarch dy't smite moat (varken), in hûn/kat dy't jongje moat (hond/kat).
Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel. Alle mannelijke nakomelingen tussen deze kruisingen zijn onvruchtbaar.
De mestproductie ligt op zo'n 29 kuub per jaar plus 43,5 kilo fosfaat, waardoor een koe per dag zo'n €1,37 kost aan mest. – De overige kosten, zoals ziektekosten, water en de kosten van het melken (exclusief de arbeid), bedragen zo'n 41 cent per dag.
Het gemiddelde bedrijf is daar ook nog eens jaarlijks € 141 per koe aan kwijt. Met nog eens die € 1.011 aan voerkosten per koe komen de totale toegerekende kosten komen uit op € 1.513 per koe per jaar ofwel 16,7 cent per kilo melk.
Staande tocht is het meest duidelijke signaal. Als een koe dit gedrag vertoont, kun je er vrij zeker van zijn dat ze tochtig is. Maar let op: koeien vertonen dit onderdeel van het tochtge drag maar een relatief korte periode (gemiddeld 6 uur) en het springen zelf duurt per keer maar een paar seconden.