Ook de bijnaam rooie of rooie rug (en vandaar, enigszins vulgair, alleen rug) voor een biljet van duizend gulden vindt zijn oorsprong in de 19e eeuw, toen deze biljetten een rode achterzijde hadden.
Anderen denken dan juist weer met nostalgische gevoelens terug aan deze door Oxenaar ontworpen serie. Bekende biljetten die ingevoerd werden, waren de zonnebloem (50 gulden), snip (100 gulden) en de vuurtoren (250 gulden).
De geschiedenis van de Nederlandse gulden gaat terug tot 1252. De eerste gulden (betekent "gouden") werd florijn genoemd, naar de Florentijnse lelie uit het wapen van de stad Florence, waar in 1252 de eerste belangrijke gouden munt (Gouden florijn) sinds de Karolingische tijd werd geslagen.
Een meier was vroeger in de volkstaal de naam van een briefje van 100 gulden.
Een piek was de benaming van een Nederlandse munt van één gulden. Op de guldenmunten werd vanaf het einde van de zeventiende eeuw de Hollandse maagd afgebeeld. Deze symbolische vrouw droeg een lans of piek, met daarop een vrijheidshoed.
Een rooie rug, ook wel simpelweg rooitje of een rug genoemd, was geld ter waarde van 1.000 gulden (ongeveer 454 euro). De rooie rug dankt zijn naam aan de kleur van het oorspronkelijke 1.000 guldenbiljet. Deze was namelijk jarenlang rood.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
Betekenis-definitie rug: Bargoens: bankbiljet van duizend (gulden of euro). Ook: rooie rug of rooie.
De munteenheid van Curaçao is de Antilliaanse gulden (ANG). Bankbiljetten zijn beschikbaar in 10, 25, 50 en 100 ANG. Al deze biljetten zijn in principe gangbaar.
De Antilliaanse gulden is de munteenheid van Curaçao en Sint Maarten. Ze is gekoppeld aan de US dollar in de verhouding 1 : 1,79. Uitgifte, waarde en beheer zijn geregeld in de Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel Curaçao en Sint Maarten.
Euro omrekenen naar Gulden? De wisselkoers tussen Euro en Gulden is als volgt: 1 NLG = 0.453780 EUR.
Deze was geel van kleur en ondanks dat het geeltje later andere kleuren kreeg, bleef de bijnaam altijd bestaan. Vijftig gulden stond bekend als 'Zonnebloem', de honderd gulden ging door als 'meier' of 'snip'. De minder vaak voorkomende 250 gulden kende men als 'Vuurtoren'.
Een dubbeltje werd in het Bargoens ook wel beisje genoemd. De term komt uit het Nederlands-Jiddisch, waarin beis verwijst naar de waarde van twee stuivers. In informele taal wordt ook wel gesproken van een duppie. De eerste dubbeltjes van het Koninkrijk der Nederlanden werden geslagen in 1818.
'Roodje' en 'geeltje'
Een 1000-guldenbiljet uit dezelfde serie had een rode achterkant en het 25-guldenbiljet een gele. Daar komen de uitdrukkingen 'een rooie rug' of 'een roodje' voor 1000 gulden en 'een geeltje' voor 25 gulden vandaan.
Tegenwoordig in Nederland het meest bekend als een waarde van anderhalve gulden (NLG 1,50).
Meijer of Meyer is een van oorsprong Nederlandse achternaam. De naam komt van het beroep meier, dat huurder, rentmeester, opzichter of hofmeester betekent, etymologisch vergelijkbaar met het Engelse Mayor.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
Hoeveel geld is een rug? Met een rug of een rooie doelt men op 1000 Euro.
Een daalder was 30 stuivers waard en de eerste werd vanaf 1538 geslagen en bleef in omloop tot 1847. Na de decimalisatie van de Nederlandse munten aan het begin van de 19e eeuw was de daalder één gulden vijftig waard.
Kilo-euro, oftewel '1000 euro', kan verkort worden weergegeven met de hoofdletter K. 100K bijvoorbeeld staat voor '100.000 euro'.
Tijdens de campagne '5 piek voor je verfkliek', die loopt van 23 mei tot en met 26 juni, kunnen consumenten bij Hubo oude verfverpakkingen inleveren en krijgen daar een kortingsvoucher van 5 euro voor terug. De voucher kan worden ingeleverd bij aankoop van nieuwe verf ter waarde van minimaal 20 euro.