Om de diagnose mondkanker te stellen, zijn er verschillende onderzoeken nodig. Eerst onderzoekt de arts het hele gebied van de mond, keel, neus en oren. De arts voelt of er verdikkingen in de hals zijn die kunnen wijzen op uitzaaiingen in de lymfeklieren. Daarna krijg je een kijkonderzoek van de mond.
Oorzaken en symptomen
Wanneer u mondkanker heeft, kunt u last hebben van een zweer of knobbel in de mond die niet geneest, rode of witte vlekken op het slijmvlies van de mond, gevoelloosheid in het gezicht, losse tanden of pijn die soms uitstraalt naar de oren en slikklachten die leiden tot gewichtsverlies.
Mondkanker kan vaak worden opgemerkt in een vroeg stadium, door uw tandheelkundig team een grondig mondonderzoek te laten uitvoeren.
Mensen met keelkanker hebben in het begin vaak onduidelijke symptomen. Zoals keelpijn, pijn of problemen bij het slikken, blijvende heesheid en opgezette klieren in de hals.
Controlemiddel 1: Zicht. Het belangrijkste middel dat een tandarts of mondhygiënist heeft om mond- en keelkanker op te sporen is het zicht. Afwijkingen aan het slijmvlies kunnen wijzen op (voorstadia van) kanker.
Mondkanker kan verschillende klachten geven. Zoals een zwelling of een zweer in de mond die soms pijn doet. Of rode of witte vlekken in de mond. Bij deze symptomen denken artsen niet altijd direct aan mondkanker.
In Nederland krijgen ongeveer 600 mensen per jaar een vorm van mondkanker. Meestal zijn dit mannen; vrouwen zijn minder gevoelig voor mondkanker. Vaak manifesteert mondkanker zich in de leeftijd van 40 tot 60 jaar, maar het kan voorkomen in elke leeftijdscategorie.
Vooral aan het begin geeft keelkanker meestal onduidelijke klachten. Bekende klachten van keelkanker zijn een hese stem, opgezette klieren, keelpijn en moeite met/pijn bij het slikken. Deze symptomen komen ook vaak voor bij onschuldige aandoeningen zoals keelontsteking of poliepen.
slikklachten, zoals moeilijk kunnen slikken, pijn bij het slikken of vaak verslikken. veel slijm in de keel. het gevoel dat er iets blijft hangen in de keel. klachten aan 1 of beide oren, zoals dichte oren, slecht horen, pijn die van de keel naar de oren straalt.
Onderzoeken voor de diagnose
Eerst onderzoekt de arts het hele gebied van de mond, keel, neus en oren. De arts voelt of je verdikkingen in de hals hebt die kunnen wijzen op uitzaaiingen in de lymfeklieren. Vervolgens krijg je een kijkonderzoek van de keel, waarbij de arts een biopsie zal doen.
Als mondkanker uitzaait, is dat meestal naar de longen. Een uitzaaiing in de longen is iets anders dan longkanker. Bij uitzaaiingen in andere organen is genezing vaak niet meer mogelijk. Je krijgt dan een behandeling die de ziekte kan remmen.
Slechts 30–40% van de patiënten met mondkanker in een gevorderd stadium geneest, en zelfs bij degenen die de ziekte overleven is er sprake van blijvende en onvermijdelijke schade aan de mond, wat problemen veroorzaakt bij het kauwen, slikken en praten.
Ook als mondkanker is teruggekomen, kun je soms nog genezen. Daarvoor is vaak wel een grote operatie nodig. Als het niet meer mogelijk is om te genezen, kan de arts je vaak nog wel een behandeling aanbieden. Je hoort van de arts welke behandeling bij jouw situatie past.
Wat is de overleving van mondkanker en tongkanker? Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 62 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde.
De eerste keuze van behandeling bij mondkanker is een operatie.Soms volgt er na de operatie nog radiotherapie (bestraling). Een operatie kan afhankelijk van de plek waar de tumor zit en hoe groot de tumor is klein of uitgebreid zijn.
Meestal vormt tongkanker een vaste massa in de mond die aan kan voelen als een knobbel of bult. Mogelijke symptomen van tongkanker zijn pijn in de mond en moeite met spreken en/of slikken. Factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan, zijn roken, alcoholgebruik en het Humaan Papillomavirus (HPV).
Symptomen keelkanker
Niet-genezende zweer of wond. Slecht ruikende adem. Keelpijn of het gevoel van een brok in de keel wanneer dit niet overgaat.
Kankeronderzoek (MRI en CT) Door middel van preventief kankeronderzoek kunnen tumoren in een vroegtijdig stadium worden ontdekt. Kanker is beter te behandelen en de kans op genezing stijgt, wanneer dit vroegtijdig wordt ontdekt.
Na 3 jaar is de overleving bij keelholtekanker 80%, bij mondholte 90% en bij strottenhoofdkanker 70%. Bij patiënten met een tumor in stadium IV (bij diagnose) is de overleving van keelholtekanker 70% na 1 jaar en 50% na 3 jaar. Bij stadium IV mondholtekanker is dit 65% na 1 jaar en 40% na 3 jaar.
Wat is de overleving van keelkanker? Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 49 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde.
Kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, is niet mogelijk. Als je arts een bepaalde kanker bij jou vermoedt, kan hij soms wel proberen om die op te sporen in je bloed maar meestal volstaat een bloedonderzoek niet.
Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
In Nederland krijgen ongeveer 400 mensen per jaar keelkanker. Meestal zijn dit mannen; vrouwen zijn minder gevoelig voor keelkanker. Vaak manifesteert keelkanker zich in de leeftijd van 40 tot 60 jaar, maar het kan voorkomen in elke leeftijdscategorie.
Is er een tumor ontdekt in de keel, dan is een operatie een mogelijke behandeling. Het doel van de operatie is om te genezen van de keelkanker. Na de operatie is er vaak chemoradiatie nodig, of bestraling. Als de keelkanker is teruggekomen, is de operatie vaak nog de enige mogelijke behandeling.
Wat is een fibroom van het mondslijmvlies
Een fibroom is meestal niet pijnlijk en ziet er uit als een gesteeld zwellinkje van het slijmvlies. De kleur lijkt meestal op die van het omgevende, normale slijmvlies. De grootte kan varieren van enkele millimeters tot enkele centimeters.