Met je vingers op de steel en niet bij de kelk, dat is de perfecte manier om een glas wijn te hanteren. De belangrijkste reden om je glas bij de steel vast te houden, is dat hierdoor de wijn niet opgewarmd wordt door de warmte van je handen. Bovendien voorkom je hiermee vette vingers op je glas.
Het drinken van de wijn
Heb je dorst, drink dan niet je wijn in een teug leeg. Bij limonade kan dit, maar bij wijn is dit echt uit den boze. Wijn hoor je te nippen en na iedere slok weer even neer te zetten. Buiten het feit dat wijn de dorst niet lest, kun je wel water drinken bij de wijn.
Voordat je wijn pas écht leert drinken en waarderen zul je op meerdere momenten wijn moeten proeven. Zo maak je gelijk kennis met de verschillende wijnsoorten zoals wit, rosé en rood, en bijbehorende smaken. Op deze manier kom je erachter welke wijn je wel of juist niet goed bevalt.
Dat zit zo: zodra je de fles opentrekt, begint de wijn te reageren met zuurstof uit de lucht. Oxidatie heet dat proces. Als ijzer oxideert, noemen we dat ook wel roest. Maar zuurstof reageert gemakkelijk met veel meer stoffen dan alleen ijzer.
De zoetheid varieert van droge rode en witte wijnen zoals Cabernet Sauvignon of Chardonnay tot zeer zoete dessertwijnen zoals Port. Voor veel beginners zijn de niet-droge wijnen zoals Moscato d'Asti en Pinot Noir een geweldige entree in de wijn.
Over het algemeen kun je een geopende fles wijn zo'n 3 tot 5 dagen bewaren. Na die tijd verliest de wijn zijn aroma's en wordt de smaak er niet beter op.
Waarom draaien we met een wijnglas? Deze techniek zorgt ervoor dat er meer zuurstof in je wijn komt. Zuurstof is zowel een vriend, als een vijand van de wijn. In het begin is zuurstof geweldig, want zodra wijn zuurstof krijgt, begint het te ontleden.
Voeg een snufje zout toe aan het glas wijn. Er wordt namelijk gezegd dat een beetje zout de smaken van een goedkope wijn beter in balans brengt en hem daardoor lekkerder laat smaken. Handig, want het zoutvaatje is in ieder keuken wel te vinden. De kwaliteit van je wijn is dus zó op te krikken.
Wijn inschenken
Een wijnfles moet je vasthouden aan de onderkant van de fles wanneer je gaat inschenken. Je vult het glas tot minder dan de helft of tot aan het punt waar het glas het breedst is. Draai de wijnfles een kwartslag om om druppels te vermijden.
Vollere witte wijnen mogen iets warmer geserveerd worden, namelijk tussen de 10 en 14 graden. Een jonge, fruitige rode wijn komt het best tot zijn recht bij 14 tot 16 graden en een oudere, complexe rode wijn schenk je het liefst in op een temperatuur van tussen de 16 en 18 graden.
De reden hiervan is dat de inhoud van het glas anders de temperatuur van je handen overneemt. Bovendien is het ergerlijk om over je hele glas vingerafdrukken te zien zitten.
Wij hanteren de vuistregel 6 glazen uit een fles. Rode wijn schenk je tot net onder de boling. Je moet rode wijn kunnen draaien zonder dat het eruit klotst. Witte wijn en rosé schenk je juist net boven de bolling.
Wijnglas vasthouden aan de steel
De belangrijkste reden waarom je wijnglazen aan de steel moet vasthouden en niet bij het glas is dat de warmte van je hand de wijn zal opwarmen. Het opwarmen zorgt ervoor de smaak van de wijn negatief wordt beïnvloedt, waardoor deze wat vlakker smaakt.
Verschil rode en witte wijnglazen
Rode wijn wordt in een groter en breder glas geschonken dan witte wijn. Dat wordt gedaan omdat rode wijn doorgaans complexer van smaak is dan witte wijn.
Door het ontkurken geeft u zo'n wijn een beetje extra zuurstof, waardoor hij zijn kwaliteiten vlugger zal blootgeven. U kan de wijn dan gerust 2 uur op voorhand openen. Nog beter is om een jonge wijn te karaferen.
Het op voorhand openen van een fles wijn, staat toe om de wijn even te laten ademen en hierdoor zijn evenwicht kan terugvinden. Zuurstof zorgt er mede voor dat enkele ongewenste geuren vervliegen (we denken hierbij vooral aan reductieve "sulfer" geuren) en de echte aroma's van de wijn de kans krijgen om te ontwikkelen.
Wijn karafferen is één manier om wijn aan zuurstof bloot te stellen. Dit kan zachtjes, door de wijn voorzichtig langs de wand van de karaf te laten lopen, of op een “brute” manier, door de wijn snel over te schenken in de karaf. Daarmee heb je zelf de mate van beluchting in de hand.
Een bijzonder kwetsbare of oude wijn (vooral een van 15 jaar of ouder) kan je het beste pas een minuut of 30 voor het drinken decanteren. Een jongere, krachtigere, volle rode wijn - en ja, zelfs een witte - kan een uur of langer voor het serveren worden gedecanteerd.
Als het einde van de kurk vochtig is, weet je dat de wijn niet is geoxideerd. Flessen waar een kurk in zit worden tijdens het bewaren op hun zij neergelegd. De kurk zet uit in de hals van de fles en voorkomt zo dat er zuurstof in de fles komt.
Je bestelt een fles wijn in een goed restaurant, vervolgens komt de sommelier naar je toe zodat je de wijn kunt voorproeven.
Veel academische studies bevestigen inderdaad dat rode wijn gezond is. In rode wijn zitten namelijk antioxidanten die de hoeveelheid stikstofmonoxide in het lichaam doen toenemen. Dit zorgt ervoor dat bloedvaten zich ontspannen en dat de bloeddruk afneemt.
Een geopende fles wijn ontwikkelt zich snel: na 3-4 dagen zijn de meeste wijnen geoxideerd. Bij rode wijn is de smaak na 1 dag al niet meer lekker. Wijn verliest namelijk aroma en de smaak wordt steeds zuurder. U wordt echter niet ziek van het drinken van wijn dat eigenlijk niet meer goed is.
Mocht je de kurk nog wel hebben, maar hem er niet inkrijgen: bakpapier is het antwoord. Wikkel een klein stukje bakpapier om de kurk en duw hem terug. Als het goed is lukt het zo wel, omdat het bakpapier glad is en dus makkelijker de fles inglijdt. Daarnaast kunnen er op deze manier geen stukjes kurk in de wijn vallen.