Titratie maakt het mogelijk de concentratie van een stof in een oplossing te bepalen. Dit gebeurt door bij deze stof geleidelijk -meestal druppelsgewijs- een andere oplossing, een reagens dat hier dan titrant wordt genoemd, toe te voegen. De concentratie van de titrant is bekend.
Zo voer je een titratie uit
Doe met een injectiespuit precies 1 mL bekende zure oplossing in een erlenmeyer, en voeg hier 10mL gedestilleerd water aan toe. Voeg twee druppels fenolftaleine oplossing toe. maak de buret schoon en spoel het kraantje uit met gedestilleerd water . Vul de buret met een basische oplossing .
Voor het uitvoeren van een titratie moet je al je apparatuur bij elkaar hebben voordat je begint. Zorg dat je een gekalibreerde buret, een buretstandaard, meerdere bekerglazen en/of erlenmeyerflessen, een afgemeten hoeveelheid van je matrix en een grote hoeveelheid van je titrant hebt voordat je begint.
Aan een basische oplossing wordt zuur toegedruppeld, aan een zure oplossing wordt een base toegedruppeld, in beide gevallen tot het omslagpunt of equivalentiepunt wordt bereikt. Bij het omslagpunt is er precies evenveel titrant (zuur of base) toegedruppeld als er base of zuur in de titer aanwezig was.
Om het omslagpunt zichtbaar te maken kan men een zuur-base indicator toevoegen (bv methyl rood). Bij het titreren van een sterk zuur moet men eigenlijk alleen maar vers uitgekookt water (koolzuurvrij) toevoegen tijdens een titratie aangezien het koolzuur in het water reageert met het zuur.
De titrant kan aan het monster worden toegevoegd met een glazen buret of met een automatische buret, maar in de afgelopen jaren heeft de automatische buret zoveel terrein gewonnen ten koste van de glazen buret dat de laatstgenoemde eigenlijk alleen nog op de laboratoriumschool gebruikt wordt.
Titreer je een zwak zuur met sterke base dan is de eindoplossing zwak basisch, je gebruikt dan een indicator die in zwak basisch milieu van kleur verandert: fenolftaleïne. Andersom: een sterk zuur met een zwakke base eindigt als zwak zure oplossing dus indicator: methyloranje.
Het principe van de meest simpele titratie, de directe titratie, is dat je een bekend volume van een monster met onbekende molariteit laat reageren met een bekend volume van een oplossing met bekende molariteit. Met behulp van de reactievergelijking is dan de onbekende molariteit te berekenen.
Een voorbeeld: een oplossing van salpeterzuur wordt toegevoegd bij een oplossing van kaliumacetaat. Salpeterzuur (HNO* *3**) is een sterk zuur, dus salpeterzuuroplossing noteer je als H* *3**O + (aq) en NO* *3**– (aq).
Met de pH, of zuurgraad, wordt aangegeven hoe zuur of basische een oplossing is. De pH loopt van 0, heel zuur, tot 14, heel basisch. Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch. Als een stof een pH heeft van 7,0 is de oplossing neutraal.
In principe is de buret gevuld met kraanwater en moet er twee maal met demi-water worden gespoeld. Eerst wat uit de kraan laten lopen, daarna al draaiend het restant laten uitstromen. 2. Het voorspoelen van de buret wordt 2 maal gedaan met de titreervloeistof.
Een buret is een glazen buis met een kraantje aan de onderkant en een schaalverdeling op de zijkant, waaraan men kan zien hoeveel vloeistof erin zit. Hiermee kan men nauwkeurig bepaalde hoeveelheden vloeistoffen aftappen, zoals gebeurt bij titraties.
Natronloog is sterk corrosief voor de huid en de ogen. Contact met de huid leidt tot weefselbeschadiging, roodheid, jeuk en ernstige brandwonden. De schadelijkheid is terug te voeren op het feit dat natriumhydroxide de in de huid aanwezige vetten verzeept.
Redenen voor een terugtitratie
Deze manier van titreren wordt toegepast als: de te bepalen component geen scherp eindpunt geeft. er voor de te bepalen component en de titrant geen goede eindpuntindicator beschikbaar is.
Het equivalentiepunt of stoichiometrisch punt is bij een chemische titratie het punt waarop de hoeveelheid titrant die is toegevoegd aan een monster precies heeft kunnen reageren met de hoeveelheid te bepalen stof (ook analiet genoemd) in dat monster.
Titratiecurves illustreren de kwalitatieve voortgang van een titratie. Ze maken een snelle beoordeling van de titratiemethode mogelijk. Er wordt onderscheid gemaakt tussen logaritmische en lineaire titratiecurves.
Fluorantimoonzuur (HSbF6) is het sterkste, tot nu toe bekende synthetische superzuur. Het zuur wordt gevormd door waterstoffluoride (HF) en antimoon(V)fluoride (SbF5) in verschillende verhoudingen met elkaar te mengen.. De 1:1-verhouding vormt het sterkste superzuur.
De pH loopt van 0, heel zuur, tot 14, heel basisch. Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch. Als een stof een pH heeft van 7,0 is de oplossing neutraal. De pH kun je berekenen als je de concentratie H +-ionen/H 3O +-ionen weet.
Een oertiterstof (soms ook standaardtiterstof) is in de analytische chemie een verbinding die makkelijk in zeer zuivere vorm te verkrijgen is en gebruikt kan worden om de concentratie van een titrant mee te bepalen. Dit soort bepalingen wordt sterktebepaling (vroeger: "titerstelling") genoemd.
Zoutzuur is een waterige oplossing van het gas waterstofchloride. Bij aanraken kan het de huid aantasten en brandwonden veroorzaken, ogen en luchtwegen irriteren en als het ingeslikt wordt, tast het de keel en slokdarm aan. De scheikundige benaming is HCl.
We weten ook in hoeveel liter de stof is opgelost, de volume. De volume is 1,5 liter. Om de molariteit uit te rekenen delen we het aantal mol door de volume: 0,034 / 1,5 = 0,023 M (mol/L) NaCl. We hebben onze molaritiet gevonden!
Een indicator is een stof die de aanwezigheid, afwezigheid of de concentratie van een of andere stof kan aantonen. Dit gebeurt meestal door een karakteristieke verandering, meestal in kleur. Voorbeelden van indicatoren zijn zuur-base indicatoren.
Een indicator is een meetbaar begrip dat een signalerende functie heeft en een aanwijzing geeft over de mate van kwaliteit. Wijkt een indicator af van een afgesproken norm dan is bijsturing mogelijk. Het is dus belangrijk om goede indicatoren te kiezen en geen afgeleide indicatoren te gebruiken.
Belang van sterke indicatoren
Indicatoren geven een aanwijzing over een bepaalde situatie en een richting van evolutie. Verschillende indicatoren samen geven een groter beeld over verschillende aspecten van een activiteit of zelf over een hele reeks van activiteiten.