Rozen houden van zon en ruimte.
Plant ze op een plek waar minimaal 5 tot 6 uur zon staat (of kies een soort die het ook in de halfschaduw doet) en waar niet eerder rozen hebben gestaan (rozenaaltjes!). Zet ze nooit dicht tegen een muur aan, daar is het te droog.
In maart is het tijd om rozen te snoeien. Ook al lopen de eerste takken al uit, toch blijft maart de beste tijd om te snoeien. Snoei niet als het overdag nog vriest.
Net als voor andere snijbloemen geldt ook voor rozen dat je het beste het water om de dag kunt verversen. Zet het boeket rozen niet vol in de zon en voorkom ook dat het in de tocht staat.
Direct zonlicht of de warmte van de verwarming, de zon of een kachel hebben geen goed effect op de rozen. De rozen kunnen hier heel slecht tegen. De rozen verdampen hierdoor meer vocht, terwijl ze dit heel hard nodig hebben. De rozen zullen hierdoor snel hun kop laten hangen en slap worden.
Wist jij dat je bloemen langer zullen bloeien als je een druppeltje chloor toevoegt aan het water? Hierdoor komen er namelijk geen bacteriën in het water, waardoor je bos langer mooi blijft. Zo simpel is het! Daarom is het ook altijd goed om je vaas elke keer schoon te maken met een beetje chloor.
Als u een roos nooit snoeit en gewoon laat groeien, krijgt u steeds meer lange takken en steeds minder bloemen, die ook nog alleen aan de verste uitlopers zitten. Snoeien is dus essentieel, als u straks een compacte struik vol bloemen wilt. Doe het bovendien niet veel later of vroeger dan nu.
Het is belangrijk om de roos net boven een vijfblad (een uitloper met 5 blaadjes) af te knippen. Knip in ieder geval niet alleen de uitgebloeide bloem weg. In de herfst bescherm je de roos tegen de vorst door deze terug te knippen op kniehoogte, op steviger hout.
Na de bloei van de rozen kun je alle uitgebloeide bloemen verwijderen en de plant eventueel wat korter snoeien als de plant bijvoorbeeld te groot wordt. Doe dit bij voorkeur voor de winter, nooit snoeien als het vriest.
Heel mooi zijn bijvoorbeeld het Zeeuws knoopje (Astrantia), perzikbladklokje (Campanula persicifolia), eenjarige kattensnor (Cleome), ruit (Thalictrum), kattenkruid (Nepeta) en de violette ijzerhard (Verbena bonariensis). Een roos op stam is perfect om mee te combineren.
Anthuriums kun je bijvoorbeeld gemakkelijk een dag zonder water laten staan, terwijl een roos na een tiental minuten al verslapt.
Rozen voeden
Rozen willen bij voorkeur een voeding die naast een hoog kaligehalte, ijzer en magnesium bevat. IJzer zorgt voor een mooie volle kleur van de bloemen, magnesium met name voor een mooie kleur van het blad. Je kunt je rozen tweemaal voeden tussen maart en augustus.
Rozen in kweekpotten kun je het hele jaar door planten, zelfs hartje zomer. Rozen met kale wortels kunnen van oktober tot en met april de grond in. Als een roos op de juiste plek staat, kan deze tientallen jaren oud worden.
Rozenstruiken hebben niet veel water nodig, maar de grond moet altijd vochtig zijn. Gebrek aan water maakt de rozen kwetsbaar voor ziekten zoals meeldauw. Een teveel aan water verstikt de wortels, dit kunt u herkennen doordat de blaadjes geel worden.
Rozen staan het liefste in de zon. Zelfs soorten zoals in het lijstje hieronder willen het liefste minimaal 2 tot 3 uur zon per dag. Ze verdragen wel minder zon, maar zullen dan minder hard groeien. Zorg in elk geval voor bemeste grond als de roos op een (half)schaduw plek komt te staan.
Rozen snoeien in maart heeft als doel om de plant te verjongen en te laten groeien vanuit de basis. Na de bloei, in de zomer, verwijder je de uitgebloeide bloemen. Zo kan de plant nieuwe bloemen vormen. Rozen snoeien voor de winter is nodig om je plant “winterklaar” te maken.
Pas aangeplante rozen kunnen uitdrogen tijdens een droge, winderige herfst of winter. Je mag aannemen dat rozen bij extreem warm weer elke dag water nodig zullen hebben. In een warme periode zal je elke twee tot drie dagen moeten bewateren. En bij warm en droog weer zal je gemiddeld eenmaal per week water moeten geven.
Wat zijn wilde scheuten bij rozen? Wilde scheuten zijn takken die uit de wilde onderstam groeien. De meeste rozen zijn geënt op een wilde onderstam, zoals dat ook bij bijvoorbeeld fruitbomen gebeurt. Daardoor kan het voorkomen dat er op deze onderstam zelf ook blad en bloemen beginnen te groeien.
Bemesten doe je twee keer per jaar, ergens in maart en honderd dagen daarna (juni). De rozen die alleen wat verjongings- en fatsoeneringssnoei nodig hebben (grofweg de klimmers, de heesterrozen en de historische rozen) geef je in september ook nog wat mest.
De beste tijd om rozen te verplaatsen of te verplanten is de maand oktober. Water geven doet u 's ochtends vroeg, voordat de tuin opgewarmd is. Vroeg water geven geeft minder kans op schimmelziektes omdat de roos zo goed kan opdrogen.
Normaal gezien bloeien rozen tijdens 2 periodes in de zomer: op de ontstane scheuten van de wintersnoei (juni-juli) en op de zogezegde augustusscheuten (bloei augustus) die onderaan diep in de struik ontstaan.
Voordat je de bloemen op de vaas zet, doe je een druppeltje bleek (die je normaal voor je wc gebruikt) en een schepje suiker in het water. Roer dit even goed door, zodat het goed gemengd is. Dan kun je je bloemen in het water zetten. De bleek voorkomt schimmelvorming, zodat de stengels water kunnen blijven opnemen.
Ververs het water in ieder geval om de 5 dagen om troebel water en andere infecties aan de bloemen te voorkomen. Vul een vaas altijd met schoon water. Gewoon kraanwater is prima. Er wordt veel gezegd over bloemen op handwarm water, maar gewoon kraanwater vanaf een graad of 10 is prima.