De examinator zal vragen om je wagen evenwijdig ten opzichte van de weg rechts te parkeren. Je gaat naast het voertuig staan waarachter je moet parkeren, om daarna achterwaarts te parkeren, in een continue S-beweging, tussen twee voertuigen. Hetzelfde manoeuvre, maar dan links ten opzichte van de rijrichting.
Bij het inparkeren en het wegrijden uit een parkeervlak moet een bestuurder iedereen voorrang geven. Ontstaat er een aanrijding bij het wegrijden uit een parkeervlak dan betaalt de uitparkerende bestuurder de schade.
En wat valt allemaal onder bijzondere verrichtingen? Het is hetzelfde. Bijzondere manoeuvres zijn dingen zoals wegrijden, parkeren, een uitrit of inrit oprijden, achteruit rijden en van rijstrook wisselen. Je moet aan iedereen voorrang geven als je een bijzondere verrichting/manoeuvre uitvoert.
Stilstaan of parkeren
Stilstaan is zowel toegestaan aan de rechterzijde als aan de linkerzijde van de rijbaan. In verband met de veiligheid geniet het de voorkeur om aan de rechterzijde stil te staan. Stilstaan en parkeren mag je in principe overal waar het niet verboden is.
Bij het praktijkexamen voor het autorijbewijs mag je natuurlijk fouten maken zolang het de verkeersveiligheid maar niet in gevaar brengt en zolang jij maar laat zien dat je het zelfstandig kan oplossen.
De 6 bijzondere verrichtingen zijn: Recht achteruitrijden, bochtje achteruitrijden, omkeren door middel van steken, omkeren door middel van een halve draai, hellingproef en fileparkeren.
De wet zegt namelijk dat je minstens één meter afstand moet laten tussen jouw auto en de auto's die voor en achter je geparkeerd staan. Parkeren in een kleinere plaats is dus niet toegelaten.
Foutparkeren is een veelvoorkomend probleem voor veel bestuurders. Het kan gebeuren door het vergeten van het kopen van een parkeerkaartje of het moeten afleveren van snelle boodschappen. Helaas kan foutparkeren, zoals stil staan op een invalidenparkeerplaats, aanzienlijke boetes opleveren.
Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld rechts ten opzichte van zijn rijrichting. Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.
Het stoppen om aan een voorbijganger de weg te vragen valt niet onder stoppen en stilstaan, dus valt dat onder parkeren. Parkeren is je voertuig langer stil laten staan dan de tijd die nodig is om onmiddellijk te laden of te lossen, of het laten in- en uitstappen van passagiers.
5 minuten respijt
Overigens heb je tot 5 minuten nadat je geparkeerd hebt, de kans om bij de parkeermeter of via een app een parkeerticket te kopen. Wordt je voertuig binnen die 5 minuten gefotografeerd door de scanauto dan wordt parkeerboete 'niet uitgeschreven.
Strepen bij parkeren
⇨ Een gele doorgetrokken streep betekent dat je niet mag parkeren én niet mag stilstaan. ⇨ Een gele onderbroken streep betekent dat je even mag stilstaan, maar niet mag parkeren. ⇨ De blauwe streep betekent dat je mag parkeren, maar alleen als je een parkeerkaart gebruikt.
Parkeerschijf verplicht in blauwe zone
U herkent de parkeerschijfzone aan het verkeersbord E10 en/of aan een blauwe lijn langs de stoeprand. Op dit bord staat de maximale parkeertijd. Op uw parkeerschijf stelt u de tijd in waarop u de auto parkeert.
Stap twee hellingproef (zonder handrem)
Houdt het rempedaal goed ingedrukt en zet de versnellingspook in de eerste versnelling. Laat vervolgens het koppelingspedaal opkomen tot het aangrijpingspunt. Dit is het punt waarop de koppelingsplaten elkaar raken en de auto wilt gaan rijden.
Kijk in je binnenspiegel, rechter buitenspiegel en rechter dode hoek en ga zo veel mogelijk naar rechts toe. Zet daarna je richtingaanwijzer aan naar links. Waarom naar links? Je gaat zo meteen linksom draaien, dus laat je het verkeer zien (vooral degene die achter je zit) wat je van plan bent.