Eens je buitenspiegels ongeveer op dezelfde hoogte staan als de achterbumper van de geparkeerde voorligger, zet je je stuur weer recht (met de wielen recht) en rij je verder achteruit tot jouw voorbumper vrij spel krijgt. Draai vervolgens je stuur helemaal naar links en stop op tijd.
Tips om met een zeker gevoel in te parkeren
Tussen deze geparkeerde auto en uw auto moet ongeveer 30 tot 50 centimeter afstand zijn. Rijd uw auto net iets voor de neus van de geparkeerde auto naast u. Rijd rustig en recht achteruit. Stuur in op het moment dat uw achterbank voorbij de auto naast u gaat.
Bij de bijzondere verrichting vakparkeren stuur je de auto achteruit in een parkeervak, midden tussen de witte belijning en/of groenstrook of trottoirband. Het achteruit inparkeren of vakparkeren verdient de voorkeur, omdat je hierbij minder ruimte nodig hebt dan wanneer je dit vooruit zou doen.
Plaats je auto evenwijdig met de wagen die vóór de lege parkeerplaats staat en zorg er vervolgens voor dat de achterbumpers ongeveer op één lijn staan én dat je wielen recht staan.
Je hebt alleen 1 voordeel en dat is dat je weet hoe dicht bij de andere auto staat. Je mag het stuur niet recht draaien! Je rijdt namelijk ook weer gelijk weg en dan is het gemakkelijker om zo weer weg te kunnen rijden. Ga je lang parkeren moet je de wielen wel recht zetten!
De wet zegt namelijk dat je minstens één meter afstand moet laten tussen jouw auto en de auto's die voor en achter je geparkeerd staan. Parkeren in een kleinere plaats is dus niet toegelaten.
Wie achteruit inparkeert heeft beter zicht op de weg bij het verlaten van een parkeervlak. Makkelijker wegrijden. Een kleinere kans op schades. Beter zicht op de weg zorgt ervoor dat u minder snel paaltjes, voetgangers en andere auto's over het hoofd ziet.
Alleen kun je niet slagen of zakken. Wel kun je wennen aan de examensituatie. Je krijgt handige tips van de examinator, waar je iets aan hebt voor het examen. En je kunt vrijstelling verdienen voor de bijzondere verrichtingen op het examen.
Haaks parkeren
Voor haaksparkeren zijn parkeervakken van 2,4 a 2,5 m breed nodig. Naast ruimte voor de auto zelf van doorgaans 1.80m is er ruimte nodig voor het in- en uitstappen. De lengte van de parkeerplaats is 5 m. Voor het inrijden en het maken van de bocht moet de straatbreedte 6m breed zijn.
Van de 28 inzichtvragen moet je er 25 goed hebben. Je mag in dit onderdeel dus maximaal drie vragen fout beantwoorden. Bij gevaarherkenning krijg je 25 vragen waarvan je er 13 of meer goed moet hebben. Hier mag je dus maximaal twaalf fouten maken.
Een algemene regel is dat wanneer de straat ongeveer de breedte heeft van de breedte van de wagen vermenigvuldigd met 2,5. Voor een beginner zal het zeker niet makkelijk zijn om de juiste afmetingen van de wagen te kunnen inschatten, daarom is het dan ook aangeraden om te leren rijden met een compacte wagen.
- U moet het voertuig keren in een straat, aangeduid door de examinator. De examinator mag een afstand afbakenen waarin u de plaats mag kiezen waar u zich gaat keren. U mag het manoeuvre vooruit of achteruit starten. - U mag de volledige breedte van de rijbaan gebruiken, van boordsteen tot boordsteen.
Tijdens de proef op de openbare weg gaat de examinator na of u uw voertuig beheerst en het verkeersreglement correct toepast. U moet tijdens het examen 2 van de 6 beschreven manoeuvres uitvoeren en een stuk zelfstandig rijden op de weg. Het praktijkexamen duurt minimaal 40 minuten.
8 uur binnen de bebouwde kom:
Binnen de bebouwde kom is het verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te laten parkeren. Dit verbod geldt niet op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.
Op grond van art 24 lid 1 sub a RVV is het verboden een voertuig te parkeren bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan. Denkbeeldig zou u de afslaande weg (inclusief eventuele stoep) op de doorgaande weg kunnen doortrekken.
Bij kruispunten, een kruising of splitsing van wegen mag tot op een afstand van 5 meter niet geparkeerd worden, in de bocht van een doorgaande weg mag dit in beginsel wel. Op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 is het echter een ieder verboden zich zo te gedragen dat een gevaar of hinder veroorzaakt kan worden.
Fileparkeren betekent parkeren in de ruimte tussen twee auto's die achter elkaar staan. Insteken is (achteruit)parkeren in het algemeen. Fileparkeren en insteken zijn standaardtaal in Nederland. In België zijn deze woorden niet gangbaar.
Inparkeren is geen bijzondere manoeuvre, omdat je niet invoegt in een andere verkeersstroom. Een leeg parkeervak is geen verkeersstroom.
U mag een aanhangwagen, camper, caravan of ander lang voertuig niet langer dan 3 achtereenvolgende dagen op de weg parkeren. Dit is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV, artikel 5.6.)