Richting aangeven bij het oprijden van een rotonde
Op dezelfde manier als bij kruisingen. Dus naar rechts (richtingaanwijzer naar rechts), rechtdoor (richtingaanwijzer uit) of naar 'links' en dus driekwart (richtingaanwijzer naar links).
Er zijn algemene verkeersregels opgesteld voor rotondes. Deze zijn meestal van toepassing op de meest voorkomende rotondes, die met één rijstrook. Maar er zijn ook veel rotondes met uitzonderingen op deze regels. Belangrijk is dat u, wanneer u een rotonde nadert, goed let op de verkeersborden en de tekens op de weg.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Een rotonde neem je bij voorkeur in de tweede of derde versnelling, met een snelheid van 20 tot 30 kilometer per uur. Op die manier kun je de andere weggebruikers, de bewegwijzering, de verkeersborden en de voorrangssituatie goed inschatten en passeer je comfortabel de rotonde. Pas na het verlaten geef je weer gas bij.
Tijdig richting aangeven doe je bijvoorbeeld op wegen binnen de bebouwde kom op circa 100 meter voordat je wilt afslaan en op wegen buiten de bebouwde kom op circa 200 meter als je wilt afslaan. Bij het rijden op een autoweg of autosnelweg geef je tijdig richting aan op circa 300 meter voordat je gaat uitvoegen.
Maar voordat je dat doet, bepaal je eerst waar je wilt invoegen. Kijk in de binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en links opzij – niet achterom! Wees bedacht op haastige bestuurders die achter je al met invoegen zijn begonnen (dode hoek). Is de weg vrij, geef dan richting aan en ga in een vloeiende beweging de weg op.
Wat is de maximumsnelheid op een rotonde? De veiligheid op een rotonde wordt mede veroorzaakt doordat je er niet hard op kunt rijden. Een perfecte manier van snelheid regulering. Het maximum ligt tussen de 20 en 30 kilometer per uur.
Het verkeer op de rotonde heeft voorrang
De automobilisten die zich op de rotonde bevinden, hebben voorrang op het verkeer dat de rotonde wil oprijden. Op een rotonde bestaat er dus niet zoiets als een voorrang van rechts.
Wanneer het verkeersbord op een hindernis geplaatst is, betekent het dat langs de door de pijl aangeduide richting moet voorbijgereden worden. Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl.
Een rotonde herken je aan het ronde, blauwe bord met drie witte pijlen in een cirkel. Een rond punt wordt aangegeven met één enkele witte pijl op een blauwe achtergrond die naar beneden wijst. Enkel op rotondes geldt de bijzondere voorrangsregel, op ronde punten geldt de voorrang van rechts.
Wat moet je doen als je niet kunt invoegen? Op het einde van de invoegstrook stoppen, en wachten totdat je ertussen kan. NIET over de vluchtstrook doorrijden.
Wil iemand tegelijkertijd invoegen met iemand die uitvoegt dan heeft géén van beide voorrang. Iemand die van rijstrook wisselt doet een bijzondere manoeuvre. Volgens de wet moet hij dan al het andere verkeer voor laten gaan. Wisselen beiden van rijstrook dan biedt de wet geen uitsluitsel over wie er voorrang heeft.
Als een bestuurder van rijstrook wisselt tijdens het ritsen moet een bestuurder voorrang verlenen. Als beide bestuurders van rijbaan wisselen bij het ritsen moeten beide bestuurders voorrang verlenen. Daarnaast kan van belang zijn met welke snelheid en met welke afstand een bestuurder invoegt.
Is motorrijden moeilijk? Nee, want het motorrijden op zichzelf is niet moeilijk als je de motor weet te hanteren. Dat leer je door motorrijles te nemen en te starten met het onderdeel voertuigbeheersing. Met het doen van oefeningen leer je in de praktijk snel motorrijden.
Dit soort rotondes is meestal klein en hebben maar 1 rijbaan met een fiets- of voetgangerspad. Er staan verkeersborden die de voorrang rotonde regelen. Wanneer fietsers en bromfietsers de bestuurder die de rotonde wil verlaten kruisen, dient de bestuurder hen voorrang te verlenen.
Als de automobilist een rotonde nadert en er is geen zebrapad, dan moet de voetganger de automobilist voor laten gaan. Wil een automobilist de rotonde verlaten, en de voetganger niet, dan moet de voetganger voorgelaten worden.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor. Verkeer van links moet stoppen.
Een inrit/uitrit is vaak herkenbaar aan: een trottoir of een fietspad of een drempel die met het voertuig gepasseerd wordt, een toegangshek of een slagboom, een uitsparing in een hekwerk dat het perceel omsluit.
Als u keert op de weg moet u het overige verkeer voor laten gaan. U mag niemand hinderen. Let goed op het overige verkeer.