De inleiding van een betoog bestaat meestal uit twee delen. In het eerste deel introduceer je het onderwerp aan de lezer. Je vertelt waarom het relevant is om het hier nu over te hebben in plaats van over een ander onderwerp. Zo is het voor de lezer logisch wanneer je de stelling introduceert.
Een betoog is het sterkst wanneer je veel feitelijke argumenten gebruikt en waarbij je ook duidelijk aangeeft waar je de informatie vandaan hebt gehaald; je noemt de bron. Andere, iets minder sterke argumenten, zijn waarderende argumenten. Over waarderende argumenten kun je van mening verschillen.
De kern bestaat onder andere uit de argumenten die het standpunt onderbouwen. Behandel bij meerdere argumenten ieder hoofdargument in een nieuwe alinea. Horen de argumenten bij elkaar, zet ze dan bij elkaar in één alinea. Geef voorbeelden en gebruik feiten; zo verlevendig je het betoog.
Een voorbeeld van een betoog is als volgt: Rijden onder invloed is een slechte zaak en kan vreselijke ongelukken veroorzaken.Wanneer men rijdt onder invloed is de kans groter dat er ongelukken kunnen voorkomen.
Je kunt de aandacht trekken met behulp van een voorbeeld/anekdote, de actualiteit, de geschiedenis, of het belang voor de lezer (dus niet opschrijven dat je dit voor school moet schrijven!). Vervolgens moet je het onderwerp introduceren.
Kern van een betoog
In de kern onderbouw je jouw standpunt met argumenten. Je kunt één alinea per argument schrijven. Op die manier zorg je ervoor dat jouw tekst overzichtelijk blijft.
Je sluit je betoog af met het standpunt, de lezer moet het na al jouw argumenten wel met je eens zijn. Die argumenten mag je kort samenvatten.
Vele onderzoeken tonen aan dat de spanningsboog van mensen die luisteren beperkt is. Een gemiddeld betoog zou dan ook niet langer dan 20 minuten mogen duren. Althans, als de spreker graag wil dat de toehoorder er ook nog iets van onthoudt.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten. Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt. In een tekst vind je argumenten door te zoeken naar signaalwoorden, zoals want, omdat, namelijk en immers. Achter deze signaalwoorden vind je vaak argumenten die een bepaalde mening onderbouwen.
De hoofdgedachte van een betoog is een standpunt. Een standpunt is een mening waar je het mee eens of oneens kunt zijn. In een betoog lees je in de inleiding het standpunt, het vervolg onderbouwt dit met argumenten die onvermijdelijk leiden tot een herhaling van het standpunt in het slot.
De tussenkopjes maken namelijk de gang van het betoog zichtbaar. Tussenkopjes maken een tekst aantrekkelijker. Ze geven lucht en vorm aan een tekst en kunnen de lezer verleiden tot lezen. Daarnaast houden ze de auteur op het rechte pad.
In een bouwplan staan alle onderdelen van het betoog; de inleiding, het middenstuk en het slot. Het is belangrijk om eerst het bouwplan schematisch in te vullen voordat je begint met schrijven. Met schematisch wordt bedoeld dat met steekwoorden opschrijft wat je in dat onderdeel wilt gaan behandelen.
Ik was onlangs op zoek naar hoe je nou precies het verschil tussen een betoog en een essay kunt karakteriseren: dat een betoog stelliger is (je neemt een standpunt in en daarvoor geef je argumenten) en een essay onderzoekender, uitproberender.
Bedenk welke argumenten je wilt gebruiken om je standpunt te verdedigen en in welke volgorde je ze gaat presenteren. Schrijf de inleiding. Schrijf een inleiding waarin je het onderwerp introduceert en je stelling presenteert. Geef ook aan waarom het onderwerp belangrijk is en wat het doel van je betoog is.
Met een tegenargument of een tegenwerping ontkracht je een standpunt of een argument, je maakt dat standpunt of argument minder aanvaardbaar. Tegenargument en tegenwerping worden tegenwoordig gezien als synoniemen.
Een betoog is een argumentatief essay over een bepaalde stelling. Bij een betoog neemt de schrijver een duidelijk standpunt in over het onderwerp en probeert de schrijver de lezers aan de hand van een feitelijke argumentatie van dit standpunt te overtuigen.
In een betoog wil je, net als tijdens een debat, anderen overtuigen om jouw standpunt in te nemen. Dit doe je door argumenten te brengen die jouw (opgelegde) mening ondersteunen. Je gaat er in een betoog vanuit dat de lezer het oneens is met jouw standpunt óf nog geen mening heeft over het onderwerp.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Een mooie formule voor een goede slotzin is om terug te grijpen op de aandachtstrekker van het begin van je betoog. We noemen dit een cirkelrede: dit stijlmiddel maakt het betoog tot een afgerond geheel. Een ander stijlmiddel is om een boodschap, wens of laatste zin krachtig uit te spreken als drieslag.
In een kernzin staat de belangrijkste informatie (de kern) van een alinea. Het geeft in één zin een overzicht van wat er in de hele alinea verteld wordt. Vaak staat de kernzin aan het begin of juist aan het einde van een alinea.