Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Instappen auto
Loop om de auto heen, tegen het verkeer in, naar het portier. Zo kun je goed reageren als er iets aan komt. Open het portier zo ver als nodig, stap in en sluit het portier.
Zorg er bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak voor dat de schakelhendel in de neutraalstand staat of dat u het koppelingspedaal bedient. Druk de startknop in. Bij het starten van de motor blijft de startmotor draaien, totdat de motor aanslaat of totdat de beveiliging tegen oververhitting in werking treedt.
Houd het rempedaal volledig ingetraptAls de auto rolt, kunt u de motor starten door de startknop rechtsom te draaien. . Zorg dat schakelstand P of N is gekozen. Draai de startknop rechtsom en laat de knop weer los.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair* rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Om te schakelen moet je de koppeling intrekken, het gas loslaten en ondertussen het schakelpedaal bedienen. De koppeling zit achter het linkerhandvat, het schakelpedaal zit bij je linkervoet. Wanneer je het schakelpedaal een positie naar beneden drukt gaat de motor in de eerste versnelling.
Begin het gaspedaal in te drukken.
Terwijl je rechtervoet begint met het indrukken van je gaspedaal moet je linkervoet door blijven gaan met het laten opkomen van de koppeling, in een simultane beweging. Als je dit correct uitvoert zal de auto naar voren gaan rijden in de eerste versnelling.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Je moet eerst je koppeling omhooghalen tot je het aangrijpingspunt voelt. Het aangrijpingspunt is het punt waar je koppeling begint te pakken. Als je dat voelt, hou je je voet aan het koppelingspedaal in dezelfde positie stil en kun je de rem (of handrem) loslaten.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Is motorrijden moeilijk? Nee, want het motorrijden op zichzelf is niet moeilijk als je de motor weet te hanteren. Dat leer je door motorrijles te nemen en te starten met het onderdeel voertuigbeheersing. Met het doen van oefeningen leer je in de praktijk snel motorrijden.
Als leidraad kun je aanhouden. Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Met het koppelingspedaal druk je het druklager tegen deze veren. Door de hefboomwerking trekt de drukgroep iets terug en komt de koppelingsplaat nét helemaal vrij, waardoor de aandrijving wordt verbroken. Koppeling op, de boel schuift weer in elkaar en de auto rijdt.
Begin met de pluspool van de helpende auto, daarna die van de te helpen auto. Gebruik daarvoor de rode kabel. Dezelfde volgorde hanteer je voor de zwarte kabel, die je op het motorblok (massa maken) aansluit.
De meeste startproblemen zullen namelijk door de accu worden veroorzaakt. Maar er kunnen ook andere oorzaken zijn zoals de weersomstandigheden, een versleten startmotor, defecte bougies of een verzadigd brandstoffilter. Ook kan het er aan liggen dat u simpelweg geen brandstof meer in uw auto heeft.
Accu leeg: auto aanduwen
Dan kunt u proberen om uw auto te starten door deze aan te duwen. De auto aanduwen is alleen mogelijk als de accu niet volledig leeg is. De accu is niet volledig leeg als uw dashboardlampjes nog branden. Een auto aanduwen kunt u niet alleen.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Autorijden is niet altijd makkelijk. Sterker nog, het is gewoon vet moeilijk. Je moet altijd op minstens drie dingen tegelijk letten en hoewel wij vrouwen een ster zijn in multitasken, lijkt het in de auto gewoon niet te lukken.