Je bepaalt eerst of een plaats ten noorden of ten zuiden van de evenaar ligt. We nomen dat noorderbreedte (NB) of zuiderbreedte (ZB). Daarna bepaal je of de plaats ten oosten of ten westen van de nulmeridiaan ligt. We noemen dat oosterlengte (OL) of westerlengte (WL).
De inhoudsopgave staat voorin. Het is met name handig als je al de naam weet van de kaart die je zoekt en alleen nog de pagina wil weten. Bladwijzers. De bladwijzers staan helemaal achterin, op de binnenkant van de achterflap.
op een kaart kunt vinden. We vinden de legenda op twee plekken: bij de kaart en helemaal vooraan in de atlas. De legenda bij de kaart zelf heeft altijd voorrang op de legenda vooraan in de atlas.
De Grote Bosatlas is volledig geactualiseerd en aangepast aan het nieuwe examenprogramma havo en vwo. De Kleine Bosatlas is dé schoolatlas voor het vmbo. Beide atlassen bevatten beeldende pagina's vol fotografie, visuals, feiten en weetjes over de aarde. Bij aanschaf van De Bosatlas kun je het ook digitaal inzien.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
Havo en VWO zijn niveaus in Nederland. VWO is het hoogste niveau, je hebt wel nog VWOtto (tweetalig) en VWOgymnasium (met Grieks en Latijn) en op onze school heb je ook VWOplus, dat is met iets meer praktijkopdrachten en een deel ook tweetalig. VWO duurt 6 jaar. Havo is een niveau 'lager' dan VWO en duurt 5 jaar.
Een kaart in een atlas moet je heel goed bekijken voordat je eigenlijk snapt wat er allemaal op staat. Je moet als het ware een kaart 'lezen'. Een atlaskaart begint altijd met een kaartnummer (dat is de bladzijde) en soms staat er ook nog een kaartletter bij (als er meer dan één kaart op een bladzijde staat).
De inhoudsopgave
Daarin vind je de namen van alle kaarten uit de atlas, met de kaartnummers ervoor. Om te zoeken is de inhoudsopgave niet de meest geschikte vorm, maar je hebt wel een goed overzicht van alle informatie die je in de atlas kunt vinden.
Soms moet je een kaart over een bepaald onderwerp vinden. Dan ga je naar het trefwoordenregister. Dat vind je achteraan. In de GB 52e editie heeft het trefwoordenregister de naam zakenregister.
De legenda of legende is het gedeelte van een kaart of model waarop wordt uitgelegd wat de afzonderlijke kaartsymbolen betekenen. De term legenda is gebruikelijk in Nederland.
In een scriptie of proefschrift wordt de inhoudsopgave na de samenvatting en het voorwoord geplaatst. Een eventuele figuren- en tabellenlijst wordt meestal na de inhoudsopgave geplaatst.
GPS coördinaten worden geformeerd door twee componenten en dat zijn de breedte- en lengtegraad. De noord-zuid positie van een plek wordt gegeven door de breedtegraad, terwijl de lengtegraad informatie geeft over de oost-west positie.
Als je op zoek bent naar een kaart van een werelddeel of een land, ga je best achteraan naar de bladwijzer kijken. Daar vind je de nummers van alle kaarten in de atlas terug. Helemaal achteraan dan is er het register. Dit is een alfabetische lijst van alle plaatsten die terug te vinden zijn in de atlas.
Een inhoudsopgave geeft in een logische volgorde weer hoe uw boek is opgedeeld aan de hand van hoofdstukken en de bijbehorende paginanummers in cijfers. Vaak worden de paragrafen en sub paragrafen van een hoofdstuk ook meegenomen in de inhoudsopgave, met de daarbij horende paginanummers in cijfers.
In de inhoudsopgave neem je naast alle hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen in de basistekst, ook het voorwoord, de samenvatting, referentie- of literatuurlijst en bijlagen op. In de inhoudsopgave geef je bij alle bovengenoemde onderdelen ook de paginanummers weer, behalve bij het voorwoord en de samenvatting.
Een kaart moet een legenda, wind- roos, schaal en titel hebben om de kaart goed te kunnen lezen.
Voorkant. Het kaartnummer van je prepaidkaart bestaat uit 16 cijfers. Je hebt dit nummer nodig om online te betalen.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
De MULO werd omgevormd tot de mavo en de HBS werd de Havo. Het gymnasium bleef bestaan, naast het nieuwe Atheneum binnen het VWO. Omdat het voor leerlingen nu mogelijk was om zelf vakken te kiezen ontstond de term 'pretpakket', voor een vakkenpakket zonder exacte vakken.
Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend.