Gebruik voor het snoeien een scherpe knipschaar en werkhandschoenen (sommige bladeren van de siergrassen zijn erg scherp, zoals bij pampasgras!). Snoei de grassen terug tot zo kort mogelijk boven de pol. Lees ook eens onze blog over het snoeien van riet.
Siergrassen geven in de winter nog vorm aan de border, maar na de winter is het blad bruin en afgestorven. Onder al dit dode blad zitten voldoende groene grasstengels die in het voorjaar flink zullen uitgroeien. Knip daarom (niet winter-groene) siergrassen 10 tot 15 centimeter boven de grond terug.
Als je wintergroene grassen hebt staan, zoals zwenkgras, heb je het makkelijk. Deze soorten hoef je eigenlijk niet te snoeien. Als je echter beschadigingen ziet aan de plant, kun je deze wel zonder problemen deels of geheel wegknippen.
Siergrassen vragen weinig verzorging. Geef ze goed doorlatende grond. De grond houdt u in conditie door deze in de winter of het vroege voorjaar te verbeteren met wat compost en eventueel koemestkorrels. Geef water als het erg droog is.
Wanneer siergrassen snoeien? Alle siergrassen die in de winter boven de grond afsterven, snoei je eind februari of begin maart diep terug. Wacht daar niet te lang mee, anders beschadig je misschien de jonge, groene scheuten die tussen de dorre stengels opkomen. Knip siergrassen liever niet af vóór de winter.
Niet snoeien in het najaar
Dat is echter onnodig, zelfs niet slim om te doen. In de halmen slaat de plant voeding op die zorgt dat ze de winter goed doorkomt. Ook kan siergras beschutting bieden aan vogels en andere dieren wanneer er in de koude wintermaanden weinig groeit.
Siergrassen gedijen over het algemeen op vele bodemsoorten en hebben daarom niet veel bemesting nodig. Een beetje gedroogde koemest bij het aanplanten van jonge siergrassen is echter niet verkeerd. Hierdoor krijgt de jonge plant een goede start.
De beste tijd om siergrassen te snoeien is na de winter, in het vroege voorjaar. Eind februari of begin maart is een goede periode om de snoeischaar erbij te pakken. Het is belangrijk om dat in deze tijd (einde winter) te doen.
Wanneer Pennisetum bemesten? Het bemesten van Pennisetum moet twee keer per jaar gebeuren. Nadat je de Pennisetum in maart/april hebt teruggesnoeid, kun je de plant tegelijkertijd bemesten met een organische meststof.
De standplaats is te nat. In natte grond kan het langer duren, voordat het siergras opnieuw uitloopt. Als de grond in de winter lang erg nat is (en blijft), kan siergras makkelijk wegrotten.
Winter. Lampenpoetser verliest blad in de winter maar is wel goed winterhard. Loopt dus gewoon weer uit in het voorjaar. Hoe snel Pennisetum alopecuroides in de winter blad verliest hangt af van de temperatuur.
Elk voorjaar in april of na de bloei snoeien zodat het gras nieuw loof produceert. Na de bloei opnieuw snoeien voor een krachtige groei. Het siergras gaat hierdoor langer mee. Maar je kunt het blad ook er aan laten zitten ter bescherming tegen de vorst.
Siergrassen die in de tuin zijn aangeplant, hebben meestal weinig extra water nodig. We raden aan om het gras alleen tijdens lange droge periodes in de zomer goed water te geven.
Bemesting. Van zodra jouw siergrassen hun draai gevonden hebben in de tuin, vergeet dan niet om ze af en toe te verwennen met een aangepaste voeding. DCM Meststof Siergrassen & Bamboe heeft een zachte, lange werking en een specifieke samenstelling met veel kalium, die zorgt voor stevige stengels en bladeren.
Heb je een zonnig plekje om te vullen? Kies dan voor een Helictotrichon of sierhaver: een elegante blauwe grassoort die het goed doet in de volle zon en een droge, goeddoorlatende bodem. Je kan deze zomerbloeiers perfect als accentplant gebruiken, want ze kunnen tot 150 cm hoog worden.
Wie deze siergrassen te vroeg afknipt, loopt het risico dat ze kapotvriezen, want de bloeiwijzen, bladeren en halmen beschermen ze tegen ijzige vorst. Bovendien kunnen de wortels van te vroeg afgeknipte grassen gaan rotten.
Vedergras: sierlijk gras met groene smalle bladeren. Hij staat het mooist in groep. De bloei is zeer decoratief en verschijnt vanaf september met zilverpaarse, borstelige bloemen in grote open pluimen. Deze siergrassen worden tussen de 70 cm en 2 m hoog, afhankelijk van de variant.
In de loop van het jaar worden alleen storende of bruine delen van de scheuten uit de siergrassen gesnoeid. Bij grassen die zaden produceren, is het belangrijker de bloeiwijze terug te knippen, meestal in de zomer of de herfst.
Voor lavendel geldt dat je twee keer per jaar snoeit, en dit: Voor de bloei: in het voorjaar, na de winter (maart-april). Opgelet, het mag niet meer vriezen! Na de bloei: in het najaar, in september.
Knip na de vorst (februari/maart) de grassen tot 10 cm boven de grond af. De plant zal weer uitlopen en zo rond half april verschijnen de eerste jonge, frisgroene bladeren. Rond de tweede of derde week van mei staat de plant alweer in vol ornaat, om vervolgens vanaf eind juli, begin augustus weer te bloeien.
Siergrassen splitsen of verplanten
Na het terugknippen is het mogelijk een pol siergras te splitsen. Neem een pol die ongeveer drie jaar oud is. Hak de plant met een scherpe spade in twee of drie stukken. Maak de stukken niet te klein.
Lampenpoetsersgras is een siergras met weinig onderhoud. Het siergras dient enkel in het voorjaar teruggesnoeid te worden. Dit kunt u het beste doen in het begin van het voorjaar, tussen begin maart en half april. Pennisetum alopecuroides loopt daarna weer mooi uit met nieuwe halmen.