Grote (5 cm en groter) plant je 15 cm diep en kleine (2,5 - 5 cm) 7 tot 10 cm diep. Zet de bloembollen zachtjes in de grond met de punt naar boven. Duw hierbij niet te hard want dan beschadigen ze. Grote hebben een afstand van 7 tot 20 centimeter nodig en kleine 3 tot 7 centimeter.
In het najaar, van september tot december, plant u voorjaarsbloeiende bloembollen. In het voorjaar, vanaf maart tot mei, plant u zomerbloeiende bloembollen. Lees hier meer over hoe en wanneer u bloembollen plant.
Bollen planten
Maak een gat in de aarde. Dit gat moet twee keer zo diep zijn als de bol, aangezien je de bol twee keer zo diep als de bol moet planten. Leg de bloembol met de punt omhoog in het gat. Maak het gat weer dicht en druk de grond goed aan.
Er is een ezelsbruggetje om te onthouden hoe diep en hoe ver uit elkaar je bloembollen plant. Houd voor de plantafstand 3x de breedte van de bol aan, en houd voor het planten ook 3x de hoogte van de bol aan. Tulpen van 5 centimeter moeten dus 15 centimeter diep en 15 cm uit elkaar worden geplant.
Door de bollen laat te planten, verklein je de kans dat de tulpen door de schimmel Botrytis tulipae (ofwel vuur) worden aangetast. November is daarom meestal de beste tijd voor het planten van tulpenbollen. Maar zelfs met planten in december of januari voor bloei in het voorjaar kom je meestal nog weg.
In potten kunt u uw bollen dichter bij elkaar planten dan in de tuin . Ze mogen elkaar of de zijkanten van de pot echter niet raken. Als u slechts één laag bollen plant, plant u ze op dezelfde diepte als in de tuin – op een diepte van ten minste twee keer hun hoogte (minimaal 3 inch).
Knollen planten.
Plaats de knollen zo dat de kroon (waar de knollen aan elkaar vastzitten) een paar centimeter onder het oppervlak van de grond zit . Als er knoppen of 'ogen' op de knollen zitten, plaats die dan met de voorkant naar boven - daar groeien de stengels. Vul de grond rond de knollen voorzichtig op, zodat ze volledig bedekt zijn met een paar centimeter grond.
Plant 50 bollen per m2 of in groepen van 7 tot 15 bollen. Maak een groot gat van ongeveer 50cm bij 40 cm en 25 cm diep. Vul het gat met grond tot 5 cm. Hierdoor ligt er 5 cm losse grond onder de bollen.
Het kan zijn dat je uitgelopen bloembollen wat later uitkomen, maar over het algemeen brengt het later planten van bloembollen geen schade met zich mee. Op het moment dat de bollen al echt bloemen(knoppen) hebben, zal dit natuurlijk niet zo zijn, maar dit komt maar heel weinig voor.
Zo diep moet je lentebollen planten om zeker bloemen te krijgen. Bloembollen planten, hoe diep moet dat? Plant je ze te diep of juist niet diep genoeg, dan krijg je uiteindelijk vooral veel blad maar geen bloemen. Of ze komen zelfs helemaal niet op!
Een algemene richtlijn is om bloembollen te planten op ongeveer 8 tot 15 centimeter afstand van elkaar, je hebt dan ca 40 tot 90 bloembollen per vierkante meter nodig. Voor een natuurlijk ogend effect kun je variëren in de afstanden, waardoor je een speels patroon creëert.
Pootdiepte. Naast warm weer kan ook de plantdiepte het vroeg uitlopen van bollen veroorzaken. Als de bol te ondiep is geplant, zal deze eerder bladeren gaan produceren. Zorg dat je de bol plant op een diepte van drie keer de hoogte van de bol.
Graaf een gat voor een groep bloembollen of kleine gaatjes voor enkele bloembollen of kleine groepjes.De gaten moeten ongeveer 2 keer de grootte en diepte van de bol zijn. Let goed op de plantafstand tussen de bollen, deze is aangegeven op de verpakking. Voorjaarsbloeiers kun je ook in een pot planten.
Geef ze geregeld – één tot twee keer per week - een slokje water, maar ook niet meer dan dat. Bij te veel water gaat de bol rotten. Als de aarde lichtjes vochtig aanvoelt, doe je het goed. Extra voeding hebben bollen-op-pot niet nodig; alle maaltijden voor enkele weken groei en bloei zitten in de bol opgeslagen.
De regel voor het planten van bollen is dat je ze drie keer de bolmaat diep plant. Hyacintenbollen zijn vrij groot. De plantdiepte is daarom 18 tot 20 cm. Maak een gat op de juiste diepte en zet de bollen hierin met de punt naar boven.
Plant in de volle grond maximaal zes narcissenbollen bij elkaar – meer dan dit en ze raken snel verstopt. In potten kunt u zoveel bollen bij elkaar planten als u wilt, omdat de weergave minder permanent is en u de bollen in de grond over een tot twee jaar opnieuw kunt planten.
Week de bollen: Laat de bollen 3-4 uur in lauwwarm water weken voordat je ze plant.Plantdiepte: Plant anemone bollen 3-5 cm diep, met 7-10 cm tussenruimte. Bloeiperiode: Anemonen bloeien 8-10 weken na het planten. Standplaats: Kies een zonnige of halfschaduwrijke plek.
Wil je de bollen niet verzorgen om volgend jaar te hergebruiken omdat je toch nieuwe soorten en kleuren wilt? Dan kun je de bollen direct na de bloei met stengel en al uit de grond halen. Je kan het stuk grond nu weer gebruiken voor leuke perkplantjes.
Plaats dinnerplate dahliaplanten ongeveer drie voet uit elkaar.Plaats een knolvormige wortel in het gat met de ogen, of punten, naar boven gericht.Bedek met een paar centimeter aarde . U kunt een handvol beendermeel, turf of compost aan de aarde toevoegen wanneer u plant.
dahliaknollen in de grond planten
Als u geen ruimte hebt om de knollen eerst in potten te planten, kunt u ze in het voorjaar direct in de grond zetten . Zorg er wel voor dat de vorst bijna voorbij is. Plant de knollen net onder het grondoppervlak en zorg ervoor dat ze ongeveer 75 cm (30 inch) uit elkaar staan, afhankelijk van de variëteit.
Krokussen zijn geen bolgewassen
Krokussen worden maar al te vaak in de categorie bolgewassen gestopt. Dit is echter een vergissing omdat ze een verdikt stengeldeel onder de grond hebben. Concreet betekent dit dat ze een stengelknol in plaats van een bol hebben.
Wanneer u bloeiende voorjaarsplanten voor bloembollen kiest, kijk dan naar planten die in dezelfde periode bloeien . Houd ook rekening met de hoogte van beide bloeiende planten, zodat ze elkaar niet bedekken. Plaats ze ver genoeg uit elkaar, zodat ze niet te vol worden, maar wel dicht genoeg bij elkaar, zodat ze als een paar worden beschouwd.
Globaal zijn er per m² 11 planten nodig. De onderlinge afstand bij lage plantjes ligt tussen de 20 en 25 cm. Middelhoge plantjes worden op een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm geplant. Voor grote planten kan een afstand van 50 tot 75 cm gerekend worden.
Als je je voorjaarsbollen te vroeg in de grond stopt is er kans, door de hoge temperaturen, dat ze al tot bloei komen voordat de winter valt. Soms lukt het die bollen dan niet meer om voor de vorst genoeg energie op te doen om nog een keer te bloeien.