Kijk je baby altijd aan tijdens een handeling zoals aan- en uitkleden, in badje doen, voeding geven. Door te praten, te zingen of te bewegen gaat je baby jou ook aankijken. Het aanraken van je baby is ook heel belangrijk. Het geeft een vertrouwd gevoel, je bent bij hem.
Als hij zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op. Als hij blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier. Je kunt plezier ook merken aan het gezicht en het geluid dat je baby maakt. Als hij ontspannen is, is zijn lichaam recht en zijn de handjes open.
Op geurNet als met geluid, krijgt ook de reukzin van je baby een voorsprong in de baarmoeder , waar ze het vruchtwater van haar moeder ruikt (en proeft). Na de geboorte herkent ze de geur van haar belangrijkste verzorger al binnen een paar dagen – haar favoriete geur.
Als je baby zo'n klein half jaar is, begint hij met knuffelen. Hij wil heel liefdevol je huid voelen en aaien. Hij snapt dat het lekker is voor anderen, en leert er veel van. Hij toont heel bewust zijn liefde voor jou.
Je kind gaat je vertrouwen als je het liefde geeft, contact maakt en goed reageert op zijn of haar behoeften. Er ontstaat dan een band tussen jullie. Dat wordt ook wel hechting genoemd. Een goede hechting is niet vanzelfsprekend.
Kenmerken van veilig gehechte kinderen zijn onder andere: vrolijkheid, spontaniteit, het aangaan van vriendschappen, kunnen omgaan met teleurstelling (veerkracht) en het hebben van innerlijke rust. Ook hebben ze meer zelfvertrouwen dan onveilig gehechte kinderen en ze voelen dat ze de moeite waard zijn.
Tips voor een veilige hechting
Je kindje gaat jou, zichzelf en zijn omgeving vertrouwen als je hem vanaf het begin liefde geeft en reageert op zijn behoeften. Dat doe je onder meer door: Goed te luisteren. Kijk goed wat je kind nodig heeft en let op de signalen die hij je geeft.
Bij de cognitieve ontwikkeling leren baby's om informatie uit hun omgeving te verwerken, op te slaan, om vervolgens deze verworven vaardigheden en kennis op een later moment weer te kunnen gebruiken.
Motoriek 3 tot 6 maanden. Vanaf twee tot drie maanden ontwikkelen de bewegingen van je baby zich steeds verder. Je kind gaat reiken en grijpen, omrollen, het hoofd optillen, kruipen, zitten, staan en uiteindelijk loslopen. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo.
Tijd is een lastig begrip voor jonge kinderen. Tot een jaar of drie hebben kinderen nog niet echt tijdsbesef. Baby's, dreumesen en jonge peuters zijn nog heel erg afhankelijk van hun omgeving om een beetje grip op het verloop van de dag te krijgen. Structuur in de dag en regelmaat geven deze kleintjes houvast.
Je baby voelt het als jij ontspannen bent. Hij voelt zich dan ook beter. Als je moe bent of verdrietig, reageert je kind daar ook op. Zo leert je baby om te gaan met gevoelens.
Drie tot zes maanden.
Oké, niet vaak en niet lang maar toch. Je zal ook aan je kindje zien dat ze anders is, meer wakker lijkt te zijn en interesse heeft in de omgeving.
Je baby geeft je een kusje
Voorzichtig buigt je baby'tje dan het hoofdje richting jouw gezicht en raakt die met zijn/haar voorhoofd of wangetje aan.
Vaak begint het als 'hoofdkusjes' of 'wangkusjes': je baby legt zijn hoofd of wang tegen jouw gezicht aan. Na enige tijd krijgt hij door dat de personen waar hij aan gehecht is blij worden van zijn nageaapte kusjes en knuffels. Hij gaat het daarom steeds vaker en ook spontaan doen.
Maar bij een uitgeruste baby zijn hongersignalen meestal wel goed te zien. Bij een (over)vermoeide baby kan dit een stuk lastiger zijn. Een baby die goed gedronken heeft, kan van vermoeidheid toch hongersignalen laten zien zoals zoeken met de neus en lippen of sabbelen op zijn handjes.
De eerste maanden leert een kindje door te voelen, te grijpen, te proeven, te kijken of te horen. Het ontdekt namelijk niet alleen met zijn ogen en handen, maar vooral met zijn mond. Het 'proeft' alle nieuwe vormen en leert daarvan hoe dingen aanvoelen. Een baby leert gedrag te herhalen en ontdekt nieuwe dingen.
Emoties. De eerste maanden na de geboorte kent een baby alleen basis-emoties als tevredenheid, belangstelling, angst, boosheid. Hij laat zich volledig door deze emoties leiden. Als hij honger heeft, wil hij onmiddellijk eten en als hij een speeltje wil, moet dat direct aan hem worden gegeven.
De motorische ontwikkeling kan onderverdeeld worden in de grove en fijne motoriek. Om de wereld te kunnen onderzoeken zijn motorische vaardigheden nodig. Baby's leren in het eerste jaar dingen te pakken, vast te houden en te verplaatsen. Uiteindelijk gaan zij zitten, kruipen, staan en lopen.
Meestal wordt rond de 8/9 maanden de kritieke fase voor de hechting afgesloten en is het kind (hopelijk) veilig gehecht. Maar de hechting blijft natuurlijk nog wel toenemen.
Een angstig vermijdende hechting ontstaat wanneer ouders/verzorgers emotioneel te belastend zijn geweest ten koste van jou. Of juist zo (emotioneel) afwezig en onbetrouwbaar, dat je niet meer op emotionele steun van je ouders/verzorgers rekent.
Een baby is voor honderd procent afhankelijk van de zorg van anderen en kan nog niets zelf. Je jonge baby is dus nog helemaal afhankelijk van jou en je kan hem dus niet verwennen. Laat het goedbedoelde advies van je kraambezoek dus maar voorbij vliegen. Als hij huilt, is er iets met hem aan de hand.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.