De conclusie – wat maakt echt gelukkig
Om een concreet antwoord te geven op de vraag wat nou daadwerkelijk zorgt voor geluk dan zijn dat drie onderdelen: je omstandigheden, je DNA en je bewuste activiteiten. Ja, je genen bepalen voor een groot deel je geluk, maar hier kan je niets aan veranderen.
Echter, 'de dingen' in ons leven zorgen maar voor een heel klein deel voor onze geluksgevoelens. Het grootste deel wordt bepaald door onze levenshouding, onze verwachtingen en mindset. Voor een deel is een positieve levenshouding genetisch bepaald, maar voor zo'n 40 % kan je geluksgevoelens beïnvloeden met gedrag.
Het heeft veel te maken met het gevoel van dankbaarheid en waardering voor de dingen die je hebt, en die goed gaan. Dankbaarheid is een krachtige emotie van geluk, en wie zich dankbaar voelt is bijna per definitie gelukkig.
Niet kunnen genieten van leuke dingen komt bij veel mensen wel eens voor. Het kan een teken zijn dat je beheerst wordt door bijvoorbeeld uitputting, verdriet, depressie of teleurstelling. Niet kunnen genieten van leuke dingen is iets waar je korte tijd last van kunt hebben, maar het kan ook lang aanhouden.
Alleen wil zeggen: even niemand om je heen hebben. Dan kun je je eenzaam voelen, maar dat kán ook in gezelschap met anderen (fysiek samen, maar je voelt je alleen). Zonder anderen hoeft dus NIET te betekenen dat je je eenzaam voelt. Je kunt zelfs leren om alleen en gelukkig te zijn.
De geluksdriehoek is een kompas: ze informeert over de weg die je kunt bewandelen om beter in je vel te zitten en dat gevoel vast te houden. Ze geeft info over nieuwe gewoontes die je kunt aanleren om gelukkig(er) te worden.
Actieve zelfontplooiing door bijvoorbeeld workshops, yoga, mindfulness, leidt tot meer geluk. Investeer actief in je eigen ontwikkeling, in plaats van passief consumeren. Dit is de weg naar zelfinzicht en bewustwording, en naar verandering en bekwaamheid.
Het altijd ontevreden gevoel
Het knagende, ontevreden gevoel komt onder andere doordat we ambitieus zijn. Ambitieus zijn betekent telkens meer willen. Een beter salaris, meer succes met onze side-hustles, meer gezellige dingen doen met vrienden en meer quality-time met onze loved ones.
De zes boodschapperstofjes en neurotransmitters dopamine, serotonine, oxytocine, adrenaline/noradrenaline, endorfine en fenylethylamine worden “gelukshormonen” genoemd.
Probeer wat liever voor jezelf te zijn
We laten zoveel negatieve gedachten toe, waardoor we ons automatisch down gaan voelen. Probeer eens wat liever voor jezelf te zijn. Je mag best wat vaker in de spiegel kijken en zeggen dat je mooi bent. Wees tevreden over je prestaties, het heten niet voor niets prestaties.
Als het leven te zwaar is, kan het enorm helpen je gedachten uit te spreken. Vind iemand in je omgeving die je vertrouwt en waar je je veilig bij voelt. Praten over je zelfmoordgedachten helpt. Je hoeft het niet allemaal alleen op te lossen.
Mensen die depressief zijn, zijn langdurige tijd somber en hebben vrijwel nergens zin in. Ze verliezen vaak interesse in de dingen om zich heen en kunnen niet echt meer genieten. Men spreekt van een depressie als de gevoelens van neerslachtigheid minstens twee weken duren. Hierbij hoort ook een gebrek aan motivatie.
Neurotransmitters en depressie
Bij het ontstaan van een depressie zijn vooral serotonine, noradrenaline en dopamine van belang. In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters.