Een heerlijk rookaroma geven aan je producten op een gas-of houtskool barbecue? Het kan met deze instant ROOKBOX van outdoorchef. Bedek het bakje met aluminiumfolie, prik er enkele gaatjes in, plaats het tussen de kolen en de rest gaat vanzelf.
Hierbij strooi je de vuurkruiden over de hete kolen. Dat ruikt al heerlijk, maar de smaak van de kruiden trekt op deze manier ook in het vlees, de vis of groenten. De beste vuurkruiden voor op de barbecue zijn rozemarijn, tijm, marjoraan, basilicum, venkelzaad, laurier, komijn en koriander.
Vuurkruiden zijn gemaakt op rechtstreeks op het vuur te gooien. Ze doen niets aan de smaak van je ingrediënten, maar zorgen voor een authentieke barbecuegeur. Rookkruiden gooi je niet zomaar op het vuur.
Druk of wrijf de kruiden in het vlees. Wikkel het vlees in keukenfolie zodat de rub op het vlees blijft zitten en je koelkast schoon blijft. Laat de rub 1 tot 2 uur intrekken, dit is meestal voldoende, maar soms zijn er langere tijden nodig, vooral bij grote stukken.
Het grote verschil tussen houtskool of briketten is dat briketten langer op temperatuur blijven en blijven gloeien en dus geschikter zijn voor gerechten die voor langere tijd op de plaat moeten liggen. Ga je bijvoorbeeld een grote T-bonesteak grillen of wil je pulled pork maken, dan heb je briketten nodig.
Steek een houtskoolbarbecue minstens 1 uur van tevoren aan. 2. Leg een mooi bergje houtskool of briketten in de barbecue en plaats daartussen aanmaakblokjes en steek deze vervolgens aan.
Pas op voor rook
Bij het barbecueën op houtskool en briketten is vaak sprake van onvolledige verbranding. Dit veroorzaakt rook met roet en fijnstof. Ook druipt regelmatig vet op de kolen. Door de vlammen die hierbij ontstaan, brandt het vlees (gedeeltelijk) aan.
Je plaatst de losse houtsnippers in de smokerbox en zet deze vervolgens op de kolen. De box wordt warm waardoor de rookmot gaat smeulen en roken. Afhankelijk van hoelang je het rookhout laat weken, duurt het tussen de 20 en 40 minuten voordat er rook uit de smoker box komt.
U kunt op elke barbecue een gerecht roken, het maakt dus niet uit of u een gas-, elektrische of houtskoolbarbecue gebruikt. Wel is het van belang dat uw barbecue een deksel heeft. Rook kan namelijk alleen maar smaak afgeven als het niet goed kan ontsnappen.
Verhit de gasbarbecue, til het rooster op en leg de rookzak op één van de branders met hoog vuur. Leg het rooster daarna weer terug en wacht tot er rook verschijnt. Stel de barbecue in op de gewenste temperatuur en leg het vlees of vis erop.
Op een gasbarbecue kan u koken zoals u dat binnen ook kan: grillen, wokken, roosteren, bakken, braden... Alles kan. Buiten koken is net zo gemakkelijk als binnen koken en heeft evenveel mogelijkheden.
Wanneer de vlammen zijn gedoofd en de houtskool of briketten (bijna) grijs kleuren, heeft de barbecue de juiste hitte bereikt om het vlees mooi te grillen.
Veel moderne barbecues hebben schuifjes om de toevoer te regelen. Vaak zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde van de barbecue. Door met deze ventilatiegaten te spelen, zal je merken dat je de temperatuur in je BBQ goed kunt bijsturen. Des te meer je de schuifjes openzet des te meer lucht erbij komt.
Bij gebruik van briketten is het lastiger de temperatuur onder controle te houden en kan de EGG verstopt raken.
Briketten, bruinkool of kolen kunnen niet gestookt worden in een houtkachel of allesbrander. Deze brandstoffen zijn alleen geschikt voor een kachel die ervoor gemaakt is om briketten of kolen mee te kunnen stoken.
Een hoger percentage koolstof betekent ook dat je houtskool meer brandstof bevat. Hierdoor brandt houtskool met een hoog percentage koolstof veel langer dan houtskool met een laag percentage. Dat de houtskool wat duurder is in dat geval verdient zichzelf weer snel terug.
Om de rub z'n werk te laten doen, laat je deze eerst goed intrekken voordat je het vlees op de BBQ legt. Laat het vlees nadat je het hebt ingewreven met de rub nog een uurtje in de koelkast staan voor het mooiste resultaat. Je zult zien dat het vlees eerst vochtig wordt.
Gebruik: 20 tot 30 gram per kilo vlees.
Dat kan door een grillpan te gebruiken. Op de plek waar het product (bijvoorbeeld je biefstuk) de gloeiend hete grillrandjes van de pan raakt, ontstaat een chemische verbinding tussen zuren en suikers, de Maillardreactie genoemd, en daar komt die typische smaak vandaan.
Wanneer u de plank recht boven het vuur plaatst kunt u hem waarschijnlijk maar één keer gebruiken. Als u hem naast de vlam legt, en de producten dus indirect laat garen, gaat de plank wat langer mee.