Het duurt ongeveer 40 tot 60 uur voordat een kennis verandert in een 'gewone' vriend(in). Voordat je iemand een échte vriend(in) kunt noemen, ben je gemiddeld 80 tot 100 uur verder. Volgens Hall duurt het gemiddeld 200 uur voordat iemand een goede vriend(in) is. Toch heeft vriendschap niet alles met tijd te maken.
Natuurlijk zal niemand zijn leven verliezen omdat ze niet minstens één vriend hebben. In veel gevallen zal het echter verdriet, teleurstelling en ontmoediging veroorzaken. Het is genoeg om te zeggen dat een van de redenen waarom mensen naar therapie gaan, het gevoel van eenzaamheid is.
Dat ligt aan je persoonlijkheid. Voor de een is dat iedere dag of week, voor de ander eens per twee maanden. Sommige vriendschappen zijn voor het leven, anderen wandelen een paar maanden met je mee. Fijne geruststelling is, dat er Iemand is, die zich Vriend noemt en JE HELE LEVEN met je meewandelt.
Laat je kind bijvoorbeeld eerder naar school gaan, of stimuleer hem/haar andere dingen te doen tijdens de pauze of na school, of zelfs mee te doen aan een activiteit waar de potentiële vrienden ook aan mee doen, bijvoorbeeld een potje voetbal. Tijdens dit soort leuke bezigheden praten kinderen vaak veel makkelijker.
Zaken als spijbelen, roken en drinken kunnen dan gaan bijdragen aan populariteit. Maar enkel wat stoer gedrag is natuurlijk niet voldoende, niet iedere rebelse puber wordt populair. Het uiterlijk speelt vaak toch een rol, populaire kinderen worden vaak ook fysiek aantrekkelijk bevonden.
Verlegenheid, je ongemakkelijk voelen of een sociale angststoornis (SAD) kunnen het moeilijk maken om te socializen. Toch is mensen te ontmoeten de enige manier om vrienden te vinden, en om dat te kunnen doen, moet je manieren vinden om je verlegenheid of sociale angst onder controle te houden.
Ongeveer driekwart van de kinderen heeft daarin minstens één vriendje. Meestal is dat iemand van hetzelfde geslacht. Slechts vier (bij basisschoolkinderen) of vijf (bij pubers) van de honderd vriendenparen bestaan uit een jongen en een meisje. Grofweg kun je die vriendschappen in drie typen verdelen.
Meidenvenijn is het middel voor meisjes-meisjes om de rangorde te bepalen én te bewaken. Het is een machtsmiddel.
Misschien heeft je kind wel een heel goede vriend, maar mag die niet bij jullie thuis komen. Het kan ook zijn dat je kind niet wil dat die vriend bij jullie komt. Je zoon kan bijvoorbeeld denken dat je zijn vriend afkeurt, of je dochter kan zich schamen over hoe jullie huis eruitziet of hoe haar ouders zijn.
In het echte leven heeft bijna de helft van alle Nederlanders één tot vijf vrienden. 28 procent heeft 6 tot 10 vrienden. 10 procent heeft 10 tot 15 vriendschappen en 7 procent ziet meer dan 16 mensen als vriend.
Sommige jongeren hebben moeite met het maken van vrienden. Een plaag of pestverleden kan hebben geleid tot verlegenheid bij deze jongeren. Ook kunnen ze te maken hebben gehad met een verandering in hun leven. Een verhuizing of een nieuwe school kan voor veel opschudding zorgen in het sociale leven van jongeren.
De Britse Antropoloog Robert Dunbar heeft een theorie ontwikkeld die suggereert dat je brein maar een beperkt aantal vriendschappen 'aan kan'. Volgens deze theorie kun je maximaal vijf beste vrienden hebben en tien goede vrienden.
Slechte vrienden hebben de gave om deze slechtheid te verspreiden met anderen. Wanneer je bij zulke personen bent gedraag je je niet volgens je eigen waarden en normen. Je zal misschien te veel gaan drinken, roddelen of agressiever worden, zelfs al ben je van nature uit een rustig persoon.
6 De vriendschap komt van 1 kant
De één kan goed leuke plannen maken, de ander is een goede luisteraar. Maar wanneer jij constant het gevoel hebt dat jij alle moeite moet doen voor jullie vriendschap dan is dit waarschijnlijk ook echt zo. Kijk eens wat er gebeurt als jij niet meer het voortouw neemt.