Selecteer Grafiek invoegen > Lijn > Lijn . Klik op het raster Formulierontwerp op de locatie waar u de grafiek wilt plaatsen. Wijzig de grootte van de grafiek voor betere leesbaarheid. Selecteer Query's in het deelvenster Grafiekinstellingen en selecteer vervolgens de gewenste query.
Teken en label de horizontale as.Zet elk datapunt uit op basis van de frequenties en tijdsintervallen.Verbind elk datapunt met het volgende, met behulp van rechte lijnen . Controleer of u elke as correct hebt gelabeld en geef uw lijngrafiek een titel.
Tip: Om een perfect horizontale of verticale lijn te tekenen, houdt u de Shift-toets ingedrukt terwijl u tekent.Terwijl de lijn nog steeds is geselecteerd, selecteert u op het lint op het tabblad Vormopmaak de optie Vormcontour . Vanuit dat menu kunt u een kleur, een dikte (lijndikte) en lijnstijl (zoals streepjes of pijlpunten) kiezen.
Als u de liniaal wilt weergeven, gaat u naar het tabblad Beeld en schakelt u in de groep Weergeven het selectievakje Liniaal in. Als u de liniaal wilt verbergen, klikt u op Weergave en schakelt u in de groep Weergeven het vak Liniaal uit.
Klik op het tabblad Invoegen op Vormen. Klik onder Basisvormen op Ovaal. Klik waar u wilt dat de ovaal begint en sleep om de vorm te tekenen. Om een cirkel te tekenen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u sleept .
Nadat u de afbeelding hebt ingevoegd, ziet u het tabblad Afbeelding op het lint. Selecteer de pijl naast Bijsnijden. Selecteer Bijsnijden tot vorm om een vorm toe te passen op de rand van de afbeelding.
Selecteer in de grafiek de gegevensreeks waaraan u een trendlijn wilt toevoegen en klik vervolgens op het tabblad Grafiekontwerp . Klik bijvoorbeeld in een lijndiagram op een van de lijnen in de grafiek en alle gegevensmarkeringen van die gegevensreeks worden geselecteerd. Klik op het tabblad Grafiekontwerp op Grafiekelement toevoegen en klik vervolgens op Trendlijn.
Een lijndiagram of lijngrafiek geeft in de regel de ontwikkeling van een variabele in de tijd weer. Dit diagram wordt vaak gebruikt om te laten zien hoe iets in de loop van de tijd ontwikkelt. Een lijndiagram ontstaat uit een kolommendiagram, door de middens van de opvolgende staven met elkaar te verbinden.
Selecteer op het tabblad Rand onder Lijn in het vak Stijl de lijnstijl die u wilt gebruiken voor de rand. Selecteer in het vak Kleur de kleur die u wilt gebruiken. Selecteer onder Rand de randknoppen om de rand te maken die u wilt gebruiken. Selecteer OK.
Horizontaal is iets wat plat ligt en precies van links naar rechts gaat. Misschien ken je het woord horizon wel. Als je bijvoorbeeld aan het strand helemaal in de verte kijkt tot waar de zee en de lucht elkaar raken dan noemen we deze lijn de horizon en die is horizontaal!
Als u een tekenpapier wilt invoegen, klikt u op het tabblad Invoegen op Vormen en vervolgens op Nieuw tekenpapier .
Klik op het tabblad Start met de rechtermuisknop op een stijl in de galerie Stijlen en klik op Wijzigen.Breng in de sectie Opmaak de gewenste opmaakwijzigingen aan, zoals tekenstijl, grootte of kleur, uitlijning, regelafstand of inspringing.
Selecteer Bestand > Nieuw.Selecteer Sjablonen > Plattegronden en grondplannen.Selecteer de gewenste plattegrond en selecteer Maken.
Klik op het tabblad Invoegen op Vormen. Klik onder Lijnen op Curve. Klik op de positie waar u de curve wilt starten, sleep om te tekenen en klik op het punt waar u een curve wilt toevoegen.
Een lijndiagram bestaat uit stippen die verbonden worden door een lijn. Elke stip in het assenstelsel geeft een meting weer. Als je gegevens beginnen met een hoge waarde op de y-as, dan kun je een scheurlijn gebruiken. Door middel van een scheurlijn kan je de waardes op de y-as direct met hoge getallen laten beginnen.