Een voorbeeld van een persoonlijke SMART-doelstelling zou kunnen zijn: Ik wil binnen vandaag en 1 januari 2022 vijftien kilogram afvallen. Deze doelstelling is SMART, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoet. De doelstelling is in ieder geval specifiek, meetbaar en tijdsgebonden.
Wat zijn SMART doelen? SMART staat voor specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Als je doelstellingen met deze methode opstelt, worden ze duidelijk en concreet.
Met SMART bedoelen ze een acroniem: Specifiek – Meetbaar – Acceptabel – Realistisch – Tijdsgebonden. Je bent pas echt smart (slim dus) als je altijd je offerte SMART maakt. Het maakt je boodschap duidelijk, concreet en ondubbelzinnig. Bovendien maakt het jouw plan van aanpak achteraf ook controleerbaar.
SMART-principe
Specifiek: beschrijf precies wat gedaan moet worden. Meetbaar: geef een norm aan om te kunnen meten of het doel is gehaald. Acceptabel: zorg voor voldoende draagvlak bij de betrokken partijen. Realistisch: de doelstellingen moeten haalbaar zijn.
Begin je doel met “ik”. Gebruik na “ik” een doe- of meet-woord: maak, kan, ken, heb inzicht in, begrijp, pas toe, weet, et cetera. Beschrijf hierna SMART in concrete woorden en in meetbare termen wat je doel is om te leren: je doel of vaardigheid. Niet: Ik ga beter orde houden.
3. ACCEPTABEL: voer gezonde discussies met collega's. Het is belangrijk voor het behalen van de SMART doelstellingen dat er draagvlak is binnen jouw organisatie, je doelen moeten acceptabel zijn. Je collega's moeten het doel kunnen accepteren en het gevoel hebben dat het doel het nastreven waard is.
Meetbaar. Meetbaar houdt in dat het resultaat (benoemd onder specifiek) ook zichtbaar moet kunnen zijn. Daarom wordt het vaak in percentages en getallen uitgedrukt.
Een doel is meetbaar met behulp van een bepaald systeem, bepaalde methode of procedure om cijfermatig te bepalen in hoeverre je het doel op een bepaald moment bereikt hebt.
Waar moet een goede doelstelling aan voldoen? Wanneer je doelen stelt voor je eigen ontwikkeling hoef je niet zo kritisch te zijn. Je kunt als je wilt het SMART systeem gebruiken. Dit staat voor de eisen waaraan je doel moet voldoen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
Om je op weg te helpen, zijn dit een aantal voorbeelden van persoonlijke doelstellingen: Een promotie bereiken op je werk. Een bepaald aantal kilometer hardlopen achter elkaar. Je huis volledig opruimen en minimaliseren.
Ik wil leren op tijd hulp te vragen. Ik wil leren een taak op mijn niveau te volbrengen. Ik wil leren afstand te nemen van een probleem om het beter te kunnen begrijpen Ik wil leren mijn mening met argumenten te onderbouwen. Ik wil leren met goede tegenvoorbeelden te komen als ik het niet eens ben met een ander.
Ik wil effectiever denken (en hierdoor effectiever handelen), bijvoorbeeld door: minder beren op de weg te zien, minder voor anderen te denken, minder gericht te zijn gericht op het 'pleasen' van anderen, minder perfectionistisch te zijn, minder gericht te zijn op het hebben van controle, het hebben van een positiever ...
De 'R' van SMART is "Relevant", wat dezelfde betekenis als het Nederlandse woord "relevant" heeft.
In plaats van een vaag doel, wordt het een concreet plan waarbij je precies weet wat je moet doen om het doel te behalen.
Je zou bijvoorbeeld een vaag doel als 'Ik wil gelukkig worden' kunnen formuleren als 'Ik wil binnen 20 jaar drie eigen BV's bezitten in de regio waar mijn kinderen naar school gaan'. Zorg er voor dat jouw doel meetbaar is. Door jouw progressie te meten blijf je gefocust en gemotiveerd om het doel te halen.
Het stellen van doelen stuurt je gedrag. Als je geen doelen hebt, maakt het niet zoveel uit wat je doet. Het is belangrijk dat je je leerdoelen SMART ofwel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden kunt maken.
Beschrijf je nieuwe situatie zo concreet mogelijk
Hoe concreter jij voor jezelf doelen weet te stellen hoe groter de kans dat je ze gaat realiseren. Stel, je wil assertiever worden op je werk. Dat doel kan je concreter maken door te zeggen: “ik wil assertiever worden tijdens het werkoverleg”.