Formuleer een open vraag
Begin hoofdvragen bijvoorbeeld met de volgende woorden: 'in hoeverre', 'welke' of 'wat'. Hiermee kun je gemakkelijk een open vraag formuleren en een breder onderzoek doen. Voorkom echter het gebruik van 'waarom' in je hoofdvraag. Dit maakt je onderzoek te breed en niet specifiek genoeg.
Er zijn verschillende typen hoofdvragen. Sommige beginnen met “in hoeverre”, andere met “wat”, of “welke”. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat je een goed antwoord kan geven op de hoofdvraag. Het type vraag doet er daarom ook toe.
De hoofdvraag (of centrale onderzoeksvraag) is de vraag met betrekking tot het probleem waarop je scriptie een antwoord geeft.
Een goede onderzoeksvraag begint vaak met de woorden 'in hoeverre', 'wat', 'hoe', 'waarom' en 'wanneer'. Hierdoor maak je het onderwerp vaak al specifieker. Aan de andere kant moet de onderzoeksvraag ook niet te smal zijn.
Een goede hoofdvraag of centrale vraag bestaat vaak uit een combinatie van bijvoorbeeld een beschrijvend deel gevolgd door een verklarend deel. Je zult eerst onderzoeken wat er gebeurt, voordat je naar de oorzaak kunt kijken.
Deelvragen zijn de subvragen van je hoofdvraag. Vaak kun je de officiële onderzoeksvraag van je scriptie of onderzoek niet in één keer beantwoorden. Daarom gebruik je deelvragen die zich op een kleiner deel van je onderzoeksvraag focussen. De antwoorden op al je deelvragen leiden tot de beantwoording van je hoofdvraag.
Een goede onderzoeksvraag bevat dus altijd 3 of 4 aspecten om hem goed af te bakenen: Wat? Wanneer? Waar? Wie?
De eerste stap om tot een juiste onderzoeksvraag te komen is het beantwoorden van de vraag 'waarom ga je onderzoeken, evalueren of monitoren? ' Het beantwoorden van deze vraag geeft je een beeld van het soort onderzoeksvraag dat je gaat stellen, welke informatie je nodig hebt en welke antwoorden je nodig hebt.
Voordat ontwerpende vragen gesteld worden, moeten vaak eerst verklarende vragen beantwoord worden. Deze verklarende vragen kunnen bijvoorbeeld deelvragen zijn. De ontwerpende vraag is dan je hoofdvraag.
Het zijn er altijd twee of meer; hoe complexer het vraagstuk des te meer. Ze zijn allemaal nodig om de hoofdvraag te beantwoorden, maar beantwoording van de laatste deelvraag is nog geen antwoord op de hoofdvraag.
Neutraal. De meest open open vraag begint met 'Wat vindt u van...” Dit is beste manier om zoveel mogelijk informatie van de ander te krijgen over zijn mening, zijn kennis, de waarden die hij hanteert en de gevoelens die hij bij een bepaald onderwerp heeft.
Zinvolle vragen / zinloze vragen: een indeling
Groep A: Vragen die je kunt stellen en waarop jij en/of een ander een antwoord kunt geven. Dit noemt Schwab zinvolle vragen. Groep B: Vragen die je kunt stellen en waarop noch jij en/of noch een ander een antwoord kan geven.
Een goede probleemstelling is bondig, concreet en: Plaatst het probleem binnen de juiste context. Beschrijft precies waar het onderzoek over gaat (bakent af) Toont de relevantie van het probleem aan.
Deelvragen zijn de subvragen van je hoofdvraag. Vaak kun je de officiële onderzoeksvraag van je scriptie of onderzoek niet in één keer beantwoorden. Daarom gebruik je deelvragen die zich op een kleiner deel van je onderzoeksvraag focussen. De antwoorden op al je deelvragen leiden tot de beantwoording van je hoofdvraag.
PICO is een methode om relevante informatie te vinden bij een onderzoeksvraag, gebaseerd op EBP (evidence based practise). Het is een strategie die veel gebruikt wordt bij het doen van medisch onderzoek door onderzoekers, artsen, wetenschappers, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals over de hele wereld.
Dat zijn vragen die erop gericht zijn om perspectief te ontwikkelen op onderwerpen die belangrijk zijn voor mensen en waaruit actie voortkomt. Het zijn normatieve vragen, waarbij je vraagt naar wat er werkt, wat belangrijk is, wat gewaardeerd wordt en waar mensen meer van willen.
Een empirische vraag gaat over hoe iets (verschijnsel, gebeurtenis, ontwikkeling) in elkaar zit, welke ontwik- keling het heeft doorgemaakt, wat de functie ervan is of was, wat de moge- lijkheden ervan zijn of waren.
De hoofdvraag formuleren is een belangrijk onderdeel. Immers, de hoofdvraag is de belangrijkste vraag die je wilt beantwoorden en is daarom sturend voor jouw onderzoek. Voordat je deze formuleert, is het belangrijk dat je het echte probleem eerst goed doorgrondt in de probleemanalyse.
Richtlijn voor de omvang van het profielwerkstuk is ongeveer 8.000 woorden (ongeveer 20 pagina's tekst) en maximaal ongeveer 12.000 woorden.