In het Frans gaat dat net zo: je vais marcher tout à l'heure (ik ga zo lopen). Dus: de nabije toekomst in het Frans gebeurt, eigenlijk net als in het Nederlands, met het werkwoord ALLER (gaan) + het hele werkwoord.
Vervoeging futur proche
In het Nederlands heet de futur proche de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd. Hiervoor gebruikt het Nederlands het werkwoord 'gaan', bijvoorbeeld: “ik ga zwemmen”. In het Frans wordt de futur proche op dezelfde manier gevormd: aller + infinitief.
Futur proche wordt vaak gebruikt wanneer er een hoge mate van zekerheid is dat een gebeurtenis of actie zal plaatsvinden. De gebeurtenis of actie zal onmiddellijk plaatsvinden of wanneer de timing van de gebeurtenis bekend is. Wanneer u de future proche gebruikt, moet u de vervoegde vorm van het werkwoord aller + infinitief werkwoord van de actie gebruiken .
Hoe gebruik je de Futur Simple? Het vervoegen van het werkwoord in de futur simple volgt een tweestapsproces: Je begint met het infinitief (het hele werkwoord), en verwijdert de 'e' aan het einde, indien het werkwoord eindigt op 're'.
Le futur proche drukt iets uit wat gaat gebeuren in de nabije toekomst. Het drukt iets uit dat straks of zeer binnenkort gaat gebeuren, net iets eerder dan de gewone toekomende tijd, le futur simple. Le futur simple ligt namelijk wat verder weg in de toekomst.
Als je het juiste deel van aller combineert met de infinitief, krijg je de onmiddellijke toekomst : je vais regarder la télévision ce soir - Ik ga vanavond tv kijken.
Om reguliere werkwoorden in de toekomende tijd te vervoegen, gebruiken we de infinitiefvorm + -ai, -as, -a, -ons, -ez, -ont uitgangen . Je vous téléphonerai bientôt. Ik bel je binnenkort. Als je serai grand, je serai chanteur bent.
De future proche, ook wel futur immédiat genoemd, verwijst doorgaans naar een tijd die heel dicht bij het huidige moment ligt, d.w.z. de nabije of onmiddellijke toekomst. De futur simple wordt daarentegen vaak gebruikt voor gebeurtenissen in de verdere toekomst.
Je kunt de future simple herkennen door de constructie will + het hele werkwoord of to be + going to + het hele werkwoord. Het kan daarnaast worden herkend aan het gebruik van uitdrukkingen die wijzen op toekomstige gebeurtenissen, zoals: Tommorow (morgen) Next week (volgende week)
Je kunt uitleggen wat er in de nabije toekomst zal gebeuren met de constructie aller + infinitief, het Franse equivalent van "op weg zijn om te doen ". Om le futur proche, ook wel le futur périphrastique* te gebruiken, vervoeg je aller in de tegenwoordige tijd, afhankelijk van het onderwerp, en laat je het volgen door de infinitief van het werkwoord.
LE FUTUR PROCHE. In het Frans zijn er twee tijden voor de toekomstige tijd, net als in het Engels (je kunt zeggen « ik ga » en « ik zal gaan », ze drukken allebei een notie van de toekomst uit. « Futur proche » is als « ik ga » .
Hoe vorm je de passé récent en de futur proche? De passé récent vorm je met venir de + infinitief. De futur proche met aller + infintitief.
Espaans - Ir (gaan)
je serai (ik zal zijn) tu seras (jij zult zijn) il / elle / on sera ( hij / zij / wij zullen zijn )
Je vais + het hele werkwoord (infinitief) dat eindigt op –er/-re of –ir =' Ik ga naar 'wat een toekomstige tijd communiceert . Dit wordt de eenvoudige toekomstige tijd genoemd.
De imparfait (onvolmaakte) tijd is een verleden tijd die betrekking heeft op een voortdurende toestand of actie. Aller wordt als volgt in de imparfait vervoegd: j'allais, tu allais, il/elle/on allait, nous aliens, vous alliez en ils/elles allaient.
Dit komt omdat de toekomst niet wordt uitgedrukt door veranderingen die worden aangebracht in de vorm van een werkwoord . In plaats daarvan kunnen we, om de toekomst uit te drukken, modale werkwoorden (zoals 'will' of 'may') toevoegen aan het begin van de werkwoordzin. Deze werkwoordfunctie wordt werkwoordmodaliteit genoemd: 4.
In het Nederlands heet de futur simple de onvoltooid toekomende tijd. In deze vorm zeg je dat je iets zal doen, bijvoorbeeld: “Ik zal de futur simple uitleggen.”