Elk onderdeel begint met een kleine letter. Na de leden van de opsomming staan doorgaans puntkomma's en na het laatste lid een punt. Als de opsomming bestaat uit erg korte delen, kunnen in plaats van puntkomma's ook komma's gebruikt worden, of kunnen alle leestekens achterwege blijven.
In een opsomming gebruik je een dubbele punt als inleiding als je daar bij het hardop lezen een korte pauze hoort.Achter de delen van de opsomming zet je een komma, een puntkomma of een punt. Hieronder zie je van elke mogelijkheid een voorbeeld.
Opsomming die uit woordgroepen of delen van zinnen bestaat
De zin die de opsomming inleidt, eindigt met een dubbele punt. Elk onderdeel van de opsomming begint met een kleine letter en eindigt met een puntkomma; alleen het laatste onderdeel van de opsomming krijgt een punt.
Als de delen van een puntsgewijze opsomming zinsdelen zijn, schrijft u ze met een kleine letter en zet u een puntkomma na elk deel en een punt na het laatste deel.
Een opsomming kan voorkomen in één zin en in meerdere zinnen. Mijn moeder wil groenten en fruit kopen.Verder brood en daarnaast wat broodbeleg en tot slot een paar toetjes. In dit voorbeeld weet je dankzij de signaalwoorden en, verder, daarnaast en tot slot dat de producten allemaal door moeder worden gekocht.
Opsommingen die met een hoofdletter beginnen, krijgen na elk deel een punt of ander eindezinsteken (vraagteken of uitroepteken). Opsommingen die met een kleine letter beginnen, krijgen na elk deel een puntkomma en achter het laatste deel een punt.
Puntsgewijze opsommingstekens. Voordat je begint aan de opsomming, zorg je ervoor dat de zin die de opsomming inleidt, eindigt met een dubbele punt (:). Wanneer de opsomming bestaat uit hele zinnen – dus geen zinsdelen of woorden – eindig je de zin met een punt, uitroepteken of vraagteken.
Een puntkomma
staat achter de delen in opsommingen als deze met een kleine letter beginnen; wordt niet geplaatst in andere opsommingen; dan volgt na ieder deel een punt.
Het beletselteken (…)
Het kan aangeven dat de zin wordt afgebroken of dat de lezer geacht wordt zelf een woord of gedachte in te vullen. Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter het beletselteken. Ze vroeg nog: 'Weet jij of we morgen …' Maar Hannes liep al de deur uit.
Veelgebruikte signaalwoorden voor een opsomming zijn: Als eerste, als laatste. Bovendien. Daarnaast.
Opsommingstekens zijn symbolen, zoals bolletjes of streepjes, die de verschillende onderdelen van een lijst markeren. De onderdelen van een lijst springen ook een stuk in zodat ze iets meer naar rechts staan dan normale tekst.
Opsommingen onder elkaar met een punt (.)
Wanneer een opsomming bestaat uit hele zinnen, eindigt elke zin in de opsomming met een punt. In dit geval begint elk opsommingsdeel met een hoofdletter. Het zijn immers losstaande zinnen.
Het woord opsomming zegt het al: in een opsomming worden dingen opgesomd. Er wordt in een opsomming een soort lijstje genoemd van iets. Een opsomming is vaak te herkennen aan streepjes of bolletjes, aan de komma's die tussen de woorden staan of aan de dubbele punt die vaak vooraf gaat aan de opsomming.
Een dubbele punt gebruiken we vóór een opsomming, een citaat, een verklaring, aankondiging, omschrijving, toelichting, conclusie of gedachte. Er komt geen spatie vóór een dubbele punt, wel erna.
Het beletselteken bestaat uit drie puntjes en geeft meestal aan dat een zin wordt onderbroken of ineens afgebroken. Een andere naam voor het beletselteken is gedachtepuntjes.
Punt. Aan het eind van een zin schrijf je een punt. Er komt geen spatie vóór de punt. Als je na de punt op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen de punt en het volgende woord.
Signaalwoorden zijn woorden die een bepaalde samenhang aanduiden, zoals want, omdat, maar, bijvoorbeeld, dus en tot slot.
De tweede soort zijn signaalwoorden voor argumenten die losstaan van andere argumenten (een soort van opsomming van argumenten). Voorbeelden daarvan zijn ten eerste, overigens en trouwens.
eerst, vervolgens, dan, daarna, later, voorafgaand, toen, terwijl, voordat, nadat, zodra, vroeger. volgorde in tijd Eerst woonde hij hier alleen en nu is zijn vrouw hier ook komen wonen. door, waardoor, daardoor, doordat, zodat, te danken aan, te wijten aan, als gevolg van, had als gevolg, wegens.
De stip op het WhatsApp-symbool op je apparaat heet een meldingsstip. Deze functie is door je telefoonfabrikant toegevoegd om activiteit in WhatsApp aan te geven. Denk aan een ongelezen bericht of een gemiste oproep.
Je hebt ook nog drie puntjes op je hand wat staat voor 'tres puntos', wat staat voor 'dood aan de koeien', oftewel de politie. Of eentje met 5 puntjes, waarbij het middelste puntje tussen de anderen zit: jij in de gevangenis.
Het trema wordt gebruikt bij klinkerbotsing. Dat houdt in dat er twee klinkers naast elkaar staan die als één klank gelezen kunnen worden, terwijl ze juist bij verschillende lettergrepen horen, zoals in ruïne en geërgerd. Het trema voorkomt hier dat je de u + i als ui of de e + e als ee leest.