Selecteer het pictogram Netwerk of Wifi in het systeemmeldingsgebied. Kies in de lijst met netwerken het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en selecteer vervolgens Verbinden. Typ de beveiligingssleutel (wordt vaak het wachtwoord genoemd). Volg eventuele aanvullende instructies.
Verwijder uw draadloze netwerkkaart of usb adapter en sluit deze opnieuw aan op uw computer of laptop. Dit is vaak een oplossing voor problemen met uw draadloze netwerkkaart. Probeer uw wifi kaart eens op een andere computer. Werkt deze hier ook niet, dan zou de kaart kapot kunnen zijn.
Start je apparaat opnieuw op.
Als opnieuw opstarten niet werkt, schakel je tussen wifi en mobiele data: Open je app Instellingen en tik op Netwerk en internet of Verbindingen. Afhankelijk van je apparaat kunnen deze opties verschillen. Zet wifi uit en mobiele data aan en check of er een verschil is.
De router benaderen
Sluit de router met een netwerkkabel aan op de netwerkaansluiting van je computer of laptop. Via een internetbrowser kun je in het configuratie menu van de router komen. De router benader je door het ip adres als internetadres in de browser in te voeren, vaak is dit 192.168.1.1 of 192.168.0.1.
Selecteer in Wi-Fi-status de optie Eigenschappen van draadloos netwerk. Selecteer in Eigenschappen van draadloos netwerk het tabblad Beveiliging en selecteer vervolgens het selectievakje Tekens weergeven. Uw Wi-Fi netwerkwachtwoord wordt weergegeven in het vak Netwerkbeveiligingssleutel.
De meeste laptops van het merk HP hebben óf aan de zijkant óf aan de voorkant een knopje of een schuifje waarmee je de wifi-functies kunt aanzetten. Als de knop niet aan de zijkant of aan de voorkant zit, kan het zijn dat hij boven het toetsenbord zit of op één van de functietoetsen bovenaan op het toetsenbord.
Modem versus router
De modem verzorgt de verbinding met het internet via uw provider. Zonder modem hebt u thuis geen internettoegang. Een router verdeelt het internetsignaal over alle apparaten in uw thuisnetwerk en verzorgt de communicatie tussen uw apparaten (desktop, laptop, printer, smartphone, tablet, ...).
Voer gebruikersnaam en wachtwoord van je modem-router in
Zoek het standaard wachtwoord in de handleiding van je router. Gebruik je de modem-router van je provider, dan zit daar meestal een kaartje bij met het wachtwoord. Controleer ook goed de onderkant van het apparaat voor informatie met inloggegevens.
Als je bij configuratiescherm -> netwerkcentrum -> verbinden met een netwerk kijkt of je verbinding kunt maken met een draadloos netwerk, dan weet je het. Als er geen netwerken staan, dan heeft hij geen ingebouwde WiFi adapter, of er zijn geen draadloze netwerken in de buurt.
Klik [Netwerk & Internet] pictogram op de taakbalk① en zorg ervoor dat Wi-Fi is [Inschakelen]②. Opmerking: wanneer het wifi-pictogram blauw oplicht, betekent dit dat de functie is ingeschakeld.
Vliegtuigstand uitschakelen via Instellingen
Druk op de toetscombinatie Windows-toets + I. Kies voor "Netwerk en internet". Kies in het menu aan de linkerkant voor "Vliegtuigstand" en schakel deze uit.
Ga naar het Startmenu en selecteer Configuratiescherm . Klik op de categorie Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum. Selecteer in de opties aan de linkerkant de optie Adapterinstellingen wijzigen . Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor Draadloze verbinding en klik op inschakelen .
Via een simkaart kun je bijvoorbeeld ook draadloos internetten. Maar wifi gebruikt het internetsignaal van een modem in een lokaal netwerk (LAN). Mobiel internet daarentegen, gebruikt een simkaart voor internetsignalen via zendmasten.
Druk op de ⊞Windowstoets + R. In het schermpje dat opent, typ je cmd en druk daarna op enter. In het nieuwe venster typ je ipconfig en daarna druk je op enter. Als ipconfig niet start dan typ je eerst cd \windows\system32 en dan druk je op enter.
Zo vind je jouw IP-adres in Windows 11
Klik op 'Start', vervolgens 'Instellingen', “Netwerk en internet', 'Wifi'. Selecteer het netwerk waarmee je bent verbonden. Klik op 'Eigenschappen'. Scrol helemaal omlaag in het venster, je IP-adres wordt weergegeven naast 'IPv4-adres'.
Wanneer je ergens een internetverbinding wilt opzetten, heb je vaak twee apparaten nodig: een modem en een router. Het minimale dat je nodig hebt voor internetverbinding is een modem. Indien je meer dan één apparaat hebt dat je met het internet wil verbinden, heb je ook een router nodig.