Een ijslander kan in tölt verschillende tempo's lopen; dit varieert van een langzame draf tot een flinke galop. Doordat er in tölt geen zweefmoment bestaat, zoals in draf, ervaart de ruiter ook nooit (onaangename) opwaartse bewegingen en kan men ontspannen in het zadel blijven zitten.
In telgang beweegt een IJslander twee benen aan een kant tegelijkertijd (tweetakt). Het linkervoor- en linkerachterbeen (het laterale benenpaar) gaan samen naar voren, gevolgd door een zweefmoment, waarna het rechtervoor- en rechterachterbeen naar voren gaan.
De IJslander is een zogenoemd gangenpaard. Naast de gebruikelijke gangen stap, draf en galop, kan de IJslander meer. Elke IJslander kan tölten.
Het IJslandse paard is in staat tot alle gebruikelijke gangen van elk ander paard - stap, draf en galop. Ze hebben echter twee unieke gangen, de tölt en de skeið, waarvan wordt gedacht dat ze zijn ontwikkeld als reactie op een genmutatie.
Karakteristiek aan de telgang is dat de benen van het paard eerst aan de ene zijde naar voren bewegen, en daarna aan de andere zijde. Dus rechtsvoor en rechtsachter worden eerst tegelijkertijd naar voren gezet, en daarna linksvoor en linksachter.
Je hand geeft niet mee, maar door minimale kneepjes in de teugels (zogenaamde "halve ophoudingen") worden de voorhand en het hoofd van het paard omhoog gereden. Met de kuiten drijf je het paard dus voorwaarts tegen het bit omhoog. De achterhand treedt daardoor dieper onder en zakt.
Paard Mens stap 5 km /uur 4 km /uur wandelen draf (arbeids) 8 km /uur 8 km/uur joggen draf (renbaan) 54 km /uur 43 km /uur sprinten galop (arbeids) 16-27 km /uur galop (renbaan) 63 km /uur Page 5 Afstand Niet alleen snelheid is belangrijk maar ook afstanden.
Deze zijn: Categorie A: € 1000 t/m € 3000. Categorie B: € 3001 t/m € 4500. Categorie C: € 4501 t/m € 6000.
IJslands paard (IJslanders). De IJslanders of IJslandse paarden worden al meer dan duizend jaar raszuiver gefokt. De paarden verspreidden zich in Scandinavië en Groot Brittannië en kwamen met de Vikingen uiteindelijk op IJsland terecht. Nu lopen er totaal ongeveer 80.000 paarden op IJsland.
Het is tot op hoge leeftijd inzetbaar (25–30 jaar is niet ongebruikelijk). De gemiddelde gezondheid van het IJslandse paard is uitstekend. De vruchtbaarheid is groot en beide geslachten kunnen zich tot op een leeftijd van 25 tot 27 jaar voortplanten.
De IJslander kan erg hard lopen in telgang (350-400 meter per minuut), maar voor de doorsnee ruiter is het nogal een gehotsebots. Niet alle IJslanders hebben een telgang.
Uiteraard is de IJslander een uitstekend recreatiepaard om bijvoorbeeld prachtige buitenritten mee te rijden. Ze kunnen ook springen, maar dit gaat moeilijk. Ze zullen nooit hoog springen, normaal een halve meter of iets hoger.
Kamelen, lama's, alpaca's, vicuña's, guanacos, giraffen en sommige honden gebruiken het en het lijkt dan ook voorbehouden aan dieren met relatief lange benen.
Tölt is een wijze van lopen die vooral bekend is van het IJslandse paard. De voetvolgorde van tölt is gelijk aan die van stap. Het verschil zit echter in het optillen en neerzetten van de hoeven.
Het zal niemand verbazen dat de IJslander, net als ieder paard, kan stappen, draven en galopperen. Maar een gangenpaard kan meer! De IJslander heeft nog twee versnellingen tot zijn beschikking: de tölt en de telgang.
De meeste paarden op Jorvik hebben de volgende gangen: stap → draf → handgalop → galop → snelle galop.
IJslanders zijn sterke paarden. De vertering van een IJslander is ingesteld op koude, sobere omstandigheden. Daarom is een IJslander zeer goed in staat om alles uit de voeding te halen wat erin zit. Ze zijn gewend om met relatief weinig ruwvoer toe te kunnen, maar hebben wel een verhoogde behoefte aan mineralen.
De IJslanders (IJslands: Íslendingar) vormen een volk dat voornamelijk afstamt van Vikingen uit Scandinavië, die zich rond de 8e eeuw op IJsland en de omringende eilanden vestigden.
Het IJslandse paard vindt zijn oorsprong op IJsland, maar inmiddels is de IJslander over de gehele wereld te vinden. In Nederland zijn momenteel ruim 8000 IJslandse paarden, maar dit aantal groeit gestaag.
Paardenrassen als Engelse volbloed en Arabier kunnen in de rengalop hoge snelheden behalen. Deze rassen zijn speciaal gefokt op hun snelheid en uithoudingsvermogen.
Het links opstijgen stamt uit de tijd dat het paard in het leger werd gebruikt. De meeste mensen zijn rechtshandig en droegen hun zwaard dus links om het snel te kunnen gebruiken. Wanneer je een zwaard links draagt kun je niet aan de rechterkant van het paard opstijgen: het zwaard zit dan immers in de weg.
Wilde paarden, gemiddeld 17,9 km/dag en gedomesticeerde paarden 7,2 km/dag. Gedomesticeerde paarden in een actief stal, 5 tot 10 km/dag.