Een elektrische cardioversie werkt via elektrodeplakkers op de borst. Die zijn verbonden met een defibrillator. Je wordt korte tijd in een diepe slaap gebracht, en krijgt dan een of meerdere elektrische schokken. De schok moet het eigen hartritme overstemmen.
Het plaatsen van de ICD
Hiervoor maakt de cardioloog of chirurg een snee in de huid van ongeveer vijf tot tien centimeter. Hierna maakt hij onder de huid of borstspier ruimte (pocket) voor het ICD-apparaatje. Daarna schuift de cardioloog via een ader in de buurt van het sleutelbeen één of twee elektroden naar het hart.
Voor een ablatie moet je nuchter zijn en word je volledig in slaap gebracht. De ingreep kan namelijk pijnlijk zijn en duurt gemakkelijk enkele uren. Tijdens het onderzoek word je voortdurend gemonitord door middel van elektroden die je hartritme opvolgen.
Hoe lang duurt de behandeling? De behandeling duurt ongeveer vijf minuten. Na de behandeling mag u naar huis nadat u minimaal 1 uur goed wakker bent, tenzij de cardioloog anders beslist.
Vermijd fietsen en auto rijden, zware dingen tillen en belastende bewegingen. Als u moet hoesten, niezen of persen ondersteun dan de wond in de lies door met de hand lichte druk uit te oefenen op de plek waar u bent aangeprikt. De dag na de procedure weinig te lopen. Lopen in en om het huis is geen probleem.
Na de ingreep
Wanneer u goed wakker bent, wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. Na de ingreep blijft u nog een nacht in het ziekenhuis. Als er geen bijzonderheden zijn, kunt u de volgende dag naar huis.
Herstel. Na een katheterablatie kan het genezingsproces wel drie maanden duren, en na een chirurgische ablatie zelfs wel zes maanden. Vanwege dit genezingsproces kan het boezemfibrilleren de eerste tijd na de ablatie opnieuw optreden.
Cardioversie is veilig, maar net zoals bij elke ingreep kunnen er complicaties optreden: - een hartritmestoornis kan de vorming van bloedklonters in de hand werken. Wanneer je hart weer in een normaal ritme slaat, kan die klonter met het bloed meegaan en in sommige gevallen een hersentrombose (beroerte) veroorzaken.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Het maakt voor uw levensverwachting niet uit of uw hartritme vooral door het normale sinusritme of door boezemfibrilleren wordt bepaald. De bovengenoemde behandelingen hebben als doel uw kwaliteit van leven te verbeteren, door uw hartklachten te verminderen.
Mogelijke risico's ‒ met inbegrip van maar niet beperkt tot de hieronder genoemde ‒ zijn: (na)bloedingen, infecties, gaatje in het hart, hartritmestoornissen (boezem en kamer) tijdens en na de ingreep, vochtophoping in het hartzakje en longproblemen.
De voordelen van de deze vorm van ablatie zijn: sneller; minder pijnlijk nadien, maar vindt ook onder narcose plaats net als de radiofrequente katheterablatie; hoog slagingspercentage: 80 tot 85 procent van de patiënten is na deze ablatie van hun boezemfibrilleren af.
Wees voorzichtig met bijvoorbeeld traplopen, stofzuigen, ramen zemen, fietsen en sporten. Ga de eerste 3 dagen niet autorijden en fietsen. Tijdens autorijden en fietsen kan er druk op de lies ontstaan met het risico op een nabloeding.
De meeste patiënten voelen een ICD-schok als een harde slag of stoot midden op de borst en/of tussen de schouderbladen. Soms voelt iemand de schok niet, omdat hij door de ritmestoornis al buiten bewustzijn is geraakt.
Nadelen van een ICD
Een ICD kan een ontsteking met complicaties geven en ook onterechte schokken treden soms op. “Na 5 jaar heeft 18 procent een onterechte schok gekregen. Dat kan erg pijnlijk zijn en patiënten kunnen hier angstig van worden.” Deze groep heeft bovendien een 60 procent hogere kans op overlijden.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Hartoverslagen komen veel voor en meestal is er niks ergs aan de hand. Soms ontstaan hartoverslagen door een hartritmestoornis of een andere hartaandoening. Ze kunnen ook optreden nadat iemand een hartinfarct heeft gehad.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
Klachten bij ritmestoornissen. Het kan zijn dat je altijd een afwijkend ritme hebt of slechts af en toe. Zo'n aanval kan dan bijvoorbeeld een paar uur duren, maar kan ook na een paar minuten weer over zijn.
Elektrische cardioversie
De cardioloog reset als het ware het hart, te vergelijken met het opnieuw opstarten van een vastgelopen computer. Een hartfilmpje toont direct of het hartritme zich heeft hersteld. Is dit niet het geval, dan herhaalt de cardioloog de cardioversie. Dit gebeurt maximaal drie keer.
Ablatie is een behandeling bij hartritmestoornissen. De arts blokkeert de elektrische prikkels in het hart die het ritme verstoren. Ableren gebeurt via een katheterisatie of (kijk)operatie.
De kosten voor de behandeling van boezemfibrilleren kunnen structureel omlaag door de behandeling katheterablatie. Na deze behandeling is de patiënt van zijn medicijnen voor de aandoening af. De kosten hiervan zijn zo'n 3000 euro per jaar per patiënt.
Een ablatie is een behandeling die we toepassen bij ernstige hartritmestoornissen, wanneer medicijnen niet voldoende werken. Met een speciale katheter verhitten of bevriezen we (cryo-ablatie) het stukje hartweefsel dat hartritmestoornissen veroorzaakt. Hierdoor schakelen we de hartritmestoornissen als het ware uit.