Een kompasroos kent een verdeling in graden, van 0° tot 360°. Met de klok meedraaiend, ligt het noorden op 0°, het oosten op 90°, het zuiden op 180° en het westen op 270°.Waarna we weer bij het noorden terugkomen. Vaak zit het kompas op een doorzichtige grondplaat met daarop een getekende pijl, de richtingspijl.
Je wijst met de richtingpijl op het kompas naar het object. Vervolgens draai je de roos net zolang tot de naald en de noordlijnen in de zelfde richting wijzen. Op de roos van het kompas kun je nu bij de richtingpijl lezen in welke richting het object staat.
Het meest eenvoudige kompas is een apparaatje met een draaibaar wijzertje. Het wijzertje wijst altijd naar het noorden. Dat komt doordat het wijzertje een magneet is die zich richt naar het magneetveld van de aarde.
Leg het kompas op de kaart en draai met de kaart tot de kompasnaald evenwijdig met de noord-zuidlijnen ligt en de rode punt naar het noorden (= de bovenkant) van de kaart wijst. Nu ligt de kaart noord georiënteerd en is elke richting op de kaart ook de werkelijke richting.
Er zit een kompas-chip in een telefoon waarbij het magnetische veld in twee of drie assen wordt waargenomen. De chip leest het magnetische veld in elke as en zet dit om naar informatie die de telefoon kan verwerken. Zo zie jij een ouderwets kompas op je scherm, al geven de meeste telefoons wel iets meer informatie weg.
Je moet het kompas horizontaal houden (of leg het plat op de grond) zodat de wijzer kan draaien. Draai tot de rode naald de N van noord aanwijst, nu sta je met je neus naar het noorden. Achter je is dan het zuiden, rechts het oosten en links van je het westen. Dit noemen we de windrichtingen.
Om je positie nauwkeurig te bepalen, houd je de iPhone horizontaal om het dradenkruis uit te lijnen met het midden van het kompas. Om je huidige richting vast te leggen, tik je op de kompaswijzerplaat. Wanneer je van deze richting afwijkt, wordt een rode band weergegeven.
Kompas lezen is niet moeilijk zolang je maar weet waar je bent als je gaat starten en waar je heen wilt gaan. Het helpt dan om een wandelkaart te gebruiken maar dat is niet noodzakelijk. Per slot van rekening zijn er gebieden waar geen kaart van bestaat of waar geen paden zijn.
Een kompasroos kent een verdeling in graden, van 0° tot 360°. Met de klok meedraaiend, ligt het noorden op 0°, het oosten op 90°, het zuiden op 180° en het westen op 270°. Waarna we weer bij het noorden terugkomen. Vaak zit het kompas op een doorzichtige grondplaat met daarop een getekende pijl, de richtingspijl.
Zoals de meesten wel weten, wijst de naald van een kompas altijd naar het noorden.
Dit kan aan de hand van een kompas. Er zitten 360 graden in een cirkel en een kompas ís een cirkel. Bovenaan zit het noorden, onderaan het zuiden, links het oosten en rechts het westen. Het noorden staat op 360° (° betekent graden), het zuiden op 180°, het oosten op 90° en het westen op 270°.
Het noorden vinden aan de hand van de Poolster
's Nachts is de Poolster een betrouwbare aanwijzer van het noorden. Als je de Poolster weet te vinden, dan weet je ook waar het noorden, oosten, zuiden en westen zijn. De Poolster is de voorste ster van het pannetje van de Kleine Beer.
Op de zon kan je ook steeds afgaan, ook al heb je geen kompas. Rond de middag staat de zon ongeveer in het zuiden, dit is op haar hoogste punt. Zo weet je dus dat aan de andere kant het noorden ligt. 's Ochtends staat de zon in het oosten en s' avonds in het westen.
Bij kompassen met een spiegel kun je het inspelen van de naald in die spiegel volgen, terwijl je het kompas horizontaal van je af blijft Page 2 houden. Bij kompassen zonder spiegel zul je af en toe even op het kompas moeten kijken om te zien of de naald al ingespeeld is.
Een kompasstreek, windstreek of hemelstreek is 1/32e deel van de kompasroos en komt overeen met 11,25º (graden). Het wordt gebruikt voor het globaal aangeven van een richting. De 4 hoofdstreken zijn noord, oost, zuid en west. Deze windstreken zijn te combineren, zo ligt noordoost precies tussen noord en oost.
Een kompas is een navigatie-instrument om de richting ten opzichte van het noorden (de kompasrichting) te bepalen.
Military kompas is een lenskompas welke zo in het leger gebruikt kan worden. Met een schaal van 1: 25000 is het een prima kompas om samen met een landkaart van 1: 25000 je locatie te bepalen of een koers uit te zetten.
Het wordt gebruikt voor het globaal aangeven van de richting van waaruit de wind komt. De vier hoofdstreken zijn noord, oost, zuid en west. Deze windstreken zijn te combineren, zo ligt noordoost precies tussen noord en oost.
Oost staat recht tegenover west, zoals ook zuid recht tegenover noord staat. De betekenis van het woord 'Oriënt' is (letterlijk) de zon komt op in het oosten. Omdat het oosten is gedefinieerd als de richting waarin de zon lijkt op te komen, is het de richting waar het oppervlak van de aarde naartoe draait.