Een beelddenker moet aanleren eerst het totaalbeeld te overzien (1), vervolgens de lesstof terug te beredeneren (2), om uiteindelijk de lessen in de klas te kunnen volgen. Dit noem je topdown leren. De lesstof vertalen naar beelddenken betekent dus visualiseren en topdown leren.
Kenmerken van beelddenken:
Houdt van ingewikkelde ideeën en opdrachten en voert ze goed uit maar faalt vaak bij eenvoudige zaken. Kan slecht tegen harde onverwachte geluiden. Heeft zwakke aandacht om te luisteren, lijkt vaak niet te luisteren. Heeft moeite met het afmaken van opdrachten en/of schoolwerk.
Het onderwijs in de onderbouw van het voortgezet onderwijs bestaat voornamelijk uit reproductie onderwijs. In de bovenbouw bestaat het lesgeven veel meer uit inzicht en doorzicht onderwijs. Inzicht en doorzicht onderwijs past beter bij een beelddenker.
Ze blijven bij voorkeur in beelden denken. Iedereen kan in principe in beelden denken, maar er is een verschil tussen beeld-denken en beeld-vormen. Beeldvormen (visualiseren) is alleen een eind gebeuren en niet het denkproces zelf. Onder beelddenken wordt het probleemoplossend vermogen verstaan.
Vanaf de kleutertijd tot het tiende jaar verandert dit proces geleidelijk, en gaan we steeds meer woorddenken. Toch blijven sommige mensen (hoofdzakelijk) beelddenken. Zo'n vijf procent van de bevolking denkt volledig in beelden.
De meeste mensen zijn lineaire denkers en denken voornamelijk met hun linkerhersenhelft. Deze manier van denken is de norm in ons schoolsysteem en maatschappij. Conceptueel denken gaat voornamelijk via je rechterhersenhelft. Deze manier van denken wordt vaak beelddenken genoemd.
Ze zijn goed in knutselen en handvaardigheid. Beeldenkers hebben vaak een goed ruimtelijk inzicht. Beelddenkers kunnen goed de strekking van een zin onthouden. Maar als ze moeten voorlezen, lezen ze vaak iets heel anders dan er staat.
Beelddenken is geen stoornis of aandoening. Het is een onbewuste voorkeur van de hersenen om informatie te verwerken. Kindertalenten wil het begrip voor beelddenken vergroten, beelddenkers leren omgaan met hun unieke talent(en) en hun rechterhersenhelft optimaal te benutten.
Iedere hersenhelft heeft zijn eigen specifieke talenten/eigenschappen. Beelddenken is altijd erfelijk. Dat wil zeggen dat als jij een beelddenker bent, minimaal één van je ouders ook een beelddenker is.
We groeien op met taal en zijn omringd door taal. De meesten van ons denken dan ook in taal. Maar zo'n 5% van alle kinderen zijn beelddenkers. Zij stellen dingen niet in woorden voor, maar zien handelingen en situaties in beelden voor zich.
Een beelddenker ziet in het hoofd ongeveer 32 beelden per seconde, wat niet lukt met 'het bewuste waarnemen', maar alleen door middel van het onderbewustzijn. Een woorddenker denkt in twee woorden per seconde.
Begripsdenken is een vorm van denken waarbij woorden, begrippen, feiten de basis vormen. Sommige mensen houden hun hele leven een voorkeur voor beelddenken, andere gaan meer begripsdenken. Maar ook zij herkennen aspecten van beelddenken omdat iedereen het wel een beetje blijft doen.
Een beelddenker leert door inzicht en doorzicht. Hij/zij moet eerst de leerstof begrijpen, voordat hij tot een goed antwoord kan komen bij het rekenen. Bij het automatiseren gaat het er juist om dat je NIET nadenkt over een antwoord, maar dat je het hebt ingeslepen door veel te herhalen.
Beelddenkers denken in beelden en gebeurtenissen en niet in woorden en begrippen. Beelddenken is een fundamenteel andere manier van denken! Beelddenkers zijn visueel, maar daarnaast ook ruimtelijk ingesteld. Ze werken het liefst met hun ogen en hun opgedane ervaringen.
De theorie van het beelddenken houdt het volgende in: Kinderen die in beelden denken, zien plaatjes in hun hoofd. Dit in tegenstelling tot de zogenaamde taaldenkers, die denken in woorden en begrippen.
Beelddenken is denken in beelden of te wel foto/plaatjes. Beelddenken is een gave: een creatieve, driedimensionale manier van denken. Deze manier van denken is razendsnel en dat betekent dat het denkproces meer dan 30 keer sneller verloopt dan denken in woorden!
Ook kan uw denken verwarrend overkomen doordat zinnen of onderwerpen niet meer logisch op elkaar volgen.U kunt snel van onderwerp wisselen en 'van de hak op de tak' denken. Dit wordt wel 'onsamenhangend' of 'verhoogd associatief' denken genoemd.
Dat betekent dat je de ene gedachte met de andere verbindt. Vaak gebeurt dat onbewust: Je schakelt snel in jouw hoofd. Je ziet en doorziet meteen onderlinge verbanden.
* Middels visualiseren kun je ideeën prikkelen, genereren en overbrengen. * Een beeld prikkelt een groter gebied in de hersenen dan een woord. Het zorgt ervoor dat datgene wat besproken wordt ook direct in beelden wordt omgezet.
Ga bijvoorbeeld sporten of wandelen. Maar ook schoonmaken, iets creatiefs doen, een vriendin bellen, muziek luisteren of gamen kan een goede vorm van afleiding voor jou zijn. Als je 's nachts niet kunt slapen doordat je veel piekert, kan het helpen om een boek te lezen of meditatie- en mindfullnessoefeningen te doen.
Het meest voorkomende antwoord op de vraag waarom ik aan hem denk, zijn vaak onopgeloste gevoelens of de gevoelens die je voor die persoon hebt. Of het nu gaat om aanhoudende romantische gevoelens of onopgeloste conflicten, deze gevoelens kunnen iemand levend houden in je geest.
Ieder mens is bij zijn geboorte voor honderd procent een beelddenker; taal kent een baby nog niet. Gaandeweg de ontwikkeling leren kinderen praten. Klanken worden gekoppeld aan beelden. Het bed waarin je ligt, hoort bij de klanken b – e – d.
90% van de informatie die naar het brein wordt doorgestuurd is visueel; Visuele content wordt 600.000 keer sneller opgenomen dan tekst; Gemiddeld gezien lezen mensen maar 20% van de tekst op een webpagina; Mensen onthouden 80% van wat ze zien, 20% van wat ze lezen en 10% van wat ze horen.