Samen spelen is een goede manier om veel met elkaar te praten. Ook spelletjes waarbij je doet alsof, zijn heel goed voor de taalontwikkeling. Verder zijn er veel spelletjes waarbij je kind woorden leert en leert nadenken en onthouden, zoals lotto en memory. Laat je kind ook veel met andere kinderen spelen.
Op de leeftijd van negen à tien maanden maken kinderen geluiden die steeds meer lijken op spraakklanken. Het herhalen van dezelfde klanken noemen we brabbelen. Rond de eerste verjaardag begint bij de meeste kinderen het gebrabbel op echte woordjes te lijken. Ze vertellen je zo hele 'verhalen'.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
'Laat beginnen praten' kan dus verschillende oorzaken hebben. Vaak is er niets aan de hand en gaat het gewoon om een kind dat wat meer tijd nodig heeft. Maar het kan ook een eerste signaal zijn van een bredere ontwikkelingsproblematiek. Om die reden is vroegtijdige erkenning van taalproblemen heel belangrijk.
Dat komt gewoonweg omdat de andere woorden nog niet bekend zijn. Ook spreekt je kindje de woorden nog niet goed uit: hij laat klanken weg of vervangt ze door andere. Eerst kent je kind nog maar enkele losse woordjes, maar vanaf het moment dat hij er een stuk of vijftig kent, kan het opeens heel snel gaan.
Je dreumes van 1 – 1,5 jaar kan:
eenvoudige aanwijzingen begrijpen. rond 18 maanden ongeveer 19 woorden zeggen. eenvoudige woordjes ombuigen tot één woord (izdat?)
1 - 2,5 jaar
Gemiddeld zegt het kind rond de eerste verjaardag het eerste woordje. Deze woorden zijn vaak belangrijke mensen in de omgeving (papa, mama), dieren (poes, hond), speelgoed (auto, bal) of groeten (doei, daag). Vaak gebruiken kinderen een ander (makkelijker) woord.
De echte eerste woordjes
Gemiddeld gebeurt dit vocale wonder van je kindje op de leeftijd van 12 maanden tot 18 maanden. Het kan per kind dus erg verschillen. Er zijn ook kinderen die vóór hun eerste verjaardag al met hun eerste woordjes komen.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Jouw kind van 2 jaar praat nog niet omdat hij of zij gewoon nog niet zover is, zonder dat daar een reden voor is. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er iets aan de hand is. Er kan sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Praten tegen je baby
Het maakt niet uit wat je tegen je baby zegt, zolang je maar aan het praten bent. Vertel hem wat je doet als je naar de keuken loopt en vertel hem over je lievelingsfilms. Kortom, vertel hem alles wat je doet en denkt. De manier waarop je tegen je baby praat maakt niet zoveel uit.
Een dreumes van achttien maanden begrijpt zo'n tweehonderd woorden en korte zinnen, denk aan 'waar is je schoen' of 'pak de bal'. Het spreekt rond de vijftig woorden. Een dreumes begint nu te brabbelen en leert de eerste woordjes. Een taalontwikkelingsstoornis is dan wat makkelijker te herkennen.
Hun kindje lacht zelden, vermijdt oogcontact, zoekt geen troost, vertoont weinig sociale interactie, heeft weinig variatie in zijn gezichtsuitdrukkingen of is overgevoelig voor geluid. Hoe sneller autisme wordt herkend, hoe beter dit uiteindelijk is voor het kind.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen van 10 maanden gemiddeld tussen de nul en 20 woorden begrijpen, kinderen van 13 maanden gemiddeld 50 woorden, kinderen van 14 maanden gemiddeld 100 woorden en kinderen van 2 jaar en 6 maanden zelfs 615 woorden.
Een kind van achttien maanden gebruikt gemiddeld vijftig woordjes en met twee jaar zijn het al gemiddeld tweehonderd woorden. Vervolgens gaat je kind woorden combineren tot korte tweewoordzinnen, zoals 'jas aan'. Kinderen begrijpen op deze leeftijd meer woorden dan ze gebruiken.
Eigenlijk helemaal niet. Dat kinderen vaak eerder 'papa' dan 'mama' kunnen zeggen, is namelijk makkelijk te verklaren. Het woordje 'papa' heeft – in de meeste talen – namelijk gemakkelijkere klanken en is daarom eenvoudiger uit te spreken voor een baby.
Rond zijn dertiende maand kan je kind gemiddeld drie tot vier woorden spreken. Misschien kan hij al 'mama', 'dada', of 'bah' zeggen. Wees niet teleurgesteld als je kind dit nog niet kan; de taalontwikkeling van ieder kind is anders.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Gemiddeld zegt een kind rond zijn eerste verjaardag zijn eerste woordje. Denk bijvoorbeeld aan mama, papa, poes, hond, auto, bal of dag. Het is niet zo gek dat je kind juist één van deze woorden kiest. Hij ziet of hoort hen dagelijks!
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis in het leren van taal. Sommige kinderen zijn laat met praten. Ze beginnen bijvoorbeeld pas op 3-jarige leeftijd met het praten in zinnen. Er is dan sprake van een vertraagde taalontwikkeling, wat niet perse problematisch hoeft te zijn.
Selectief mutisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij een kind/jongere in sommige situaties niet 'kan' praten, terwijl hij of zij dat in andere situaties heel goed kan.